voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
kerstboomGroep: groep1,groep2,groep3Vakgebied: beeldendevorming Thema: kerst Omschrijving: Je maakt met de kinderen een mooie kerstboom van groene vouwblaadjes. Je hebt alleen wel kerststickers, slingertjes, kerstplakkertjes etc. nodig. Zoekwoorden: handvaardighied knutselen creatief Materiaal: Kerststickertjes Lijm Schaar Groene vouwblaadjes ( 4 verschillende grote ) Bruin klein vouwblaadje Allemaal verschillende plakkertjes Kerstvormpjes Gekleurd papier Goud en zilver potloden ( kerstpotloden ) Inpak lint Goud crêpepapier Voorbereiding: Zelf een voorbeeld maken. De vouwblaadjes van te voren op de juiste maat knippen ( of met de snijmachine ). Alle materialen klaarleggen. Crêpepapier in dunne reepjes knippen Het thema is kerst. Stappenplan: Vouw de 4 vouwblaadjes van punt naar punt Plak het bruine vouwblaadje onderaan in het midden van het papier. Plak daarna de 4 groene vouwblaadjes van groot naar klein. Wel met de punt naar boven! Daarna mag je de boom zo vol mogelijk versieren met alles dat er is. Met slingers, kaarsjes, stickertjes etc.. etc Activiteitenplan Naam activiteit: kerstboom Beginsituatie Doelgroep: groep 1/ 2 Doel: dat de kinderen gezellig bezig zijn en plezier hebben, de fijne motoriek, sociale ontwikkeling en de expressie ontwikkeling Werkdoelen: dat de kinderen hun fantasie de vrije loop laten gaan, de kerstboom bijna vol plakken en er wat moois van maken Planning Tijd: 40minuten Ruimte: het lokaal van groep 2 Middelen: schaar, lijm, groene vouwblaadjes ( 4 verschillende grote ), kerststickertjes, plakkertjes, goud en zilverpotloden, inpaklint, goud crêpepapier, gekleurd papier, kerstvormpjes en een bruin vouwblaadje Alternatieven: alleen de kerstboom maken en niet versieren Werkvolgorde Presentatie: in de kring laat ik de kerstboom zien. Daarna ga ik uit leggen hoe je het moet maken. ik laat een kind uit de klas voordoen hoe je van punt naar punt moet vouwen. Vertel de kinderen ook dat de kerstboom zo vol mogelijk moet! Uitleg: in de kring vertel ik de kinderen wat ze moeten doen. Als ze aan het werk zijn wil ik ze best even helpen met iets uitknippen of iets uitleggen. Afronding: de mooie kerstbomen ophangen in het klas lokaal Evaluatie Beginsituatie: * ik deze opdracht niet zelf gedaan. Heb wel met deze opdracht de kinderen geholpen. Planning: * Werkvolgorde: *
|