voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
Woorden langer maken; klein woord, grote betekenisGroep: groep2,groep3Vakgebied: Taal: taal Thema: verkeer Omschrijving: De kinderen gaan van korte woorden, lange woorden maken. Ook moeten de kinderen ’kleine’ woordjes opnoemen, die in het echt iets ’groots’ voorstellen. Zoekwoorden: verkeer, taal, lezen Taal & Communicatie Voorbereiding: Wat ik voor deze les nodig heb, zijn de volgende voorwerpen: - praatplaat verkeer - brede stroken papier - dikke viltstift Inleiding: Zorg er voor dat alle kinderen een plaatsje in de kring zoeken. Wanneer alle kinderen op hun plaats zitten, start je de activiteit. Pak de praatplaat Verkeer erbij en zeg, terwijl je de betreffende vervoersmiddelen aanwijst: Ik kan van een kort woord een lang woord maken. Het woordje bus bijvoorbeeld, is een kort woord. Ik maak er een langer woord van: autobus. Hierna laat je de kinderen deze woorden nazeggen. Op deze manier behandel je nog een paar woorden, bijvoorbeeld: Auto Vrachtauto Licht Stoplicht/Verkeerslicht Bord Verkeersbord Enz. Kern: Na deze korte inleiding laat je de kinderen zelf lange woorden maken. Pak weer de praatplaat erbij en zeg, terwijl je de betreffende vervoersmiddelen aanwijst: Nu moeten jullie zelf lange woorden maken. Ik zeg een kort woord, bijvoorbeeld wagen. Maken jullie het woordje maar langer (Vrachtwagen/Kinderwagen). Op deze manier ga je verder met andere woorden, bijvoorbeeld: Pad Zebrapad Riem Hondenriem Jas Zomerjas Deur Voordeur/Deurbel Winkel Winkelraam Enz. Afsluiting: Maak de kinderen duidelijk dat een kort woord een groot voorwerp kan zijn (Bijvoorbeeld: auto, boom, trein, hek, huis) en een lang woord een klein voorwerp (Bijvoorbeeld: achteruitkijkspiegel, boodschappentas, straatnaambordje). Kies zoveel mogelijk woorden die op de praatplaat staan afgebeeld en zeg bijvoorbeeld: Ik zeg boom. Is dat een lang of een kort woord? Maar een boom is wel heel groot. Maar toch heeft het woord maar vier letters. Hierna pak je de brede stroken papier erbij en schrijf je het betreffende woord op. Voor de kinderen die nog niet zo goed kunnen lezen welk woord er staat, maak je een tekeningetje van het woord wat je hebt opgeschreven. Bijvoorbeeld: Woord: Auto Tekeningetje van een auto achter het woord maken. Op deze manier ga je verder met andere, zowel korte als lange, woorden.
|