voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
Samengestelde zinnenGroep: groep7,groep8Vakgebied: Taal: taal Thema: taalbeschouwing Omschrijving: In deze les wordt aandacht besteed aan taalbeschouwing. Kunnen de kinderen van twee aparte zinnen één goedlopende samengestelde zin maken? Zoekwoorden: taalbeschouwing zinnen samenvoegen taal samengestelde Titel: Van twee zinnen één maken Groep: 8 Beginsituatie met het oog op het voorgenomen activiteitenaanbod: De kinderen zijn eerder in aanmerking gekomen met lange zinnen bestaande uit een bij- en een hoofdzin. Bedoeling/ Wat kinderen kunnen leren: Kennis: De leerlingen leren wendbaar met taaluitingen om te gaan. Vaardigheden: Ze verwerven de vaardigheid om zich bij schrijfactiviteiten genuanceerder uit te drukken met samengestelde zinnen. Door het aspect van 'puzzelen' met zinnen is er aandacht voor taalplezier. Tijd Inhoud van de les Did. werkvormen en middelen Organisatie 5 min 45 min. 5 min. - Inleiding: Ik vertel de groep dat het 'puzzelen' met zinnen vandaag centraal staat. Vandaag gaat het vooral om het 'zien' van mogelijkheden. Weten alle kinderen wat voegwoorden zijn? Uitleg. - Kern: Ik zet het volgende op het bord: Ik ga op tijd naar huis. Ik ben van plan om te gaan computeren. Voegwoord: want. Hoe kunnen we hier één zin van maken? (een hoofdletter weg; een komma voor het voegwoord; geen verandering in de oorspronkelijke woordvolgorde.) Bij het tweede paar zinnen die ik op het bord zet is er wel een verandering in de oorspronkelijke woordvolgorde: De vakkenvuller is naar huis gestuurd. Hij liet alle pakjes soep uit zijn handen vallen. Voegwoord: omdat. Wat gebeurt er hier als we één zin willen maken? (een hoofdletter weg; een komma aan het eind van het eerste zinsdeel; verandering van de woordvolgorde in de bijzin.) Het gaat om de plaats van het voegwoord in de samengestelde zin. Wanneer dat mogelijk is, proberen de leerlingen de nieuw gevormde zin te laten beginnen met het voegwoord. De kinderen maken nu het verhaal 'Stomme rot beugel' met de opmerking dat een voegwoord met een sterretje een zin oplevert, waarbij het voegwoord de nieuwe zin opent. De leerlingen moeten de nummertjes weg laten, anders wordt het geen verhaal. - Slot: Een aantal kinderen mogen hun verhaal voorlezen. De instructie en inleiding zijn gezamenlijk. Het is hierbij wel belangrijk dat de kinderen opletten want het is misschien lastige stof. De verwerking mogen ze individueel doen. En het slot is weer gezamenlijk. De kinderen blijven op hun plaats zitten en luisteren aandachtig. Het is belangrijk dat het stil is bij de instructie en dat iedereen oplet. Instructie: Ik zet het volgende op het bord: Ik ga op tijd naar huis. Ik ben van plan om te gaan computeren. Voegwoord: want. Hoe kunnen we hier één zin van maken? (een hoofdletter weg; een komma voor het voegwoord; geen verandering in de oorspronkelijke woordvolgorde.) Bij de tweede zinnen die ik op het bord zet is er wel een verandering in de oorspronkelijke woordvolgorde: De vakkenvuller is naar huis gestuurd. Hij liet alle pakjes soep uit zijn handen vallen. Voegwoord: omdat. Wat gebeurt er hier als we één zin willen maken? (een hoofdletter weg; een komma aan het eind van het eerste zinsdeel; verandering van de woordvolgorde in de bijzin.) In het voorbeeld gaat het voegwoord 'voordat' de nieuwe zin openen: zin 1: Ivo gaat naar school. zin 2: Ivo laat zijn hond uit. voegwoord: voordat Voordat Ivo naar school gaat, laat hij zijn hond uit. Nog zo'n voorbeeld: zin 1: Masoeme ruimt de krant op. zin 2: Masoeme leest de krant. voegwoord: nadat De uiteindelijke zin wordt: Nadat Masoeme de krant heeft gelezen, ruimt Masoeme de krant op. Dat kan nog beter: Nadat Masoeme de krant heeft gelezen, ruimt ze de krant op. Bij het puzzelen houden we rekening met het volgende: De komma in de nieuwe zin geeft de scheiding tussen de twee oorspronkelijke zinnen aan. De tijd waarin de zin staat. Soms moeten de hulpwerkwoorden 'hebben' en 'zijn' helpen om aan te geven dat de handeling inmiddels afgelopen is. Soms moet in de bijzin de naam van de hoofdpersoon vervangen worden door een persoonlijk voornaamwoord. Bij de verwerking de nummertjes weglaten, dan wordt het een verhaal! Nog een paar voorbeeldzinnen: 1: Erik was eindelijk in slaap gevallen. 2: Ik bleef bij hem zitten. voegwoord: totdat Zin: Totdat Erik eindelijk in slaap gevallen was, bleef ik bij hem zitten. 1: Mauwtje geeft mijn zus kopjes. 2: Moeder vraagt aan vader of hij een nog kopje wil. voegwoord: terwijl Zin: Terwijl Mauwtje mijn zus kopjes geeft, vraagt moeder aan vader of hij nog een kopje wil. 1: Juf ging even de klas uit om schriften te halen. 2: Wij begonnen direct te kletsen. voegwoord: zodra Zin: Zodra juf even de klas uitging om schriften te halen, begonnen wij te kletsen. STOMME ROT BEUGEL Maak van de volgende tweetallen steeds één zin met gebruik van het gegeven voegwoord. Wanneer er bij het voegwoord een * staat, probeer je de zin met het voegwoord te laten beginnen. Laat de nummers voor de nieuwe zinnen weg, anders lijkt het niet op een echt verhaal. Als je het goed doet ontstaat een brief die (bijna) gelijk is aan de brief die in 'Achterwerk' van de VPRO-gids nummer 23 stond. 1a Ik heb gisteren een slotjesbeugel gekregen. 1b Mijn moeder heeft mijn eten met de staafmixer gedaan. voegwoord: omdat * 2a Mijn tanden deden zo ontzettend zeer. 2b Zelfs dit eten kon ik moeilijk verwerken. voegwoord: dat 3a Toen ik naar bed ging heb ik een Paracetamol genomen. 3b Ik dacht dan kan ik slapen. voegwoord: want 4a Het lukte niet. 4b Ik viel door de pijn niet in slaap. voegwoord: maar * 5a Mijn moeder merkte om drie uur dat ik nog steeds wakker lag. 5b Ze gaf me een slaappilletje. voegwoord: nadat * 6a De volgende morgen gingen wij croissantjes eten. 6b Ik dacht dat ik dat ook wel kon, maar mooi niet. voegwoord: voordat * 7a Ik zie er volgens mij echt niet uit. 7b Ik schaam me rot en houd vaak mijn hand voor mijn mond. voegwoord: zodat 8a Wie heeft er ook een slotjesbeugel? 8b Wie heeft tips wat je doet als je niet kan slapen van de pijn? voegwoord: en 9a Ik geef een feestje 9b De pijn is voorbij en ik ben van die rotbeugel af. voegwoord: zodra *
|