Lessen over Europa

Groep: groep4,groep8
Vakgebied: algemeen
Thema: algemeen
Omschrijving: Thema lessen over het onderwerp Europa!
Erg leuk!
Voor groep acht vooral leuk om te doen na de cito toets tegen de zomervakantie aan!
Zoekwoorden: Thema Europa Romeinen Vakantie solderen

Thema Europa

De school heeft al weer bijna vakantie! Dit jaar ben jij thuis aan de beurt om een vakantie uit te
zoeken. De hele week ben je al aan het nadenken over een oord waar jij het liefst naar toe zou
willen gaan. Al mogelijke oorden spoken door je hoofd. Elke vakantie lijkt voor jou een
topvakantie, maar je mag er maar één kiezen. Tevens moet het ook een vakantie zijn, waar de
hele familie van kan genieten. Dus moet je ook nog eens rekening houden met de voorkeuren
van je ouders, broertje en/of zusje. Je moeder houdt namelijk van zonnen, terwijl je vader juist
meer houdt van spanning en avontuur en je broertje of zusje wilt weer een vakantie waarin ze
veel kan zwemmen. Zo moet er voor iedereen wat wils zijn. Het moet een vakantie worden
waarbij iedereen kan genieten.

De opdracht 1:

Maak een collage waarbij je jouw favoriete vakantieoord aanprijst. Hierbij wordt er wel rekening
gehouden met de voorkeuren van de andere familieleden.
In de collage moeten staan:
· Tekst waarin duidelijk wordt gemaakt waarom je hier naar toe zou willen gaan en waarom dit
oord nu juist beter is dan de andere oorden.
· Plaatjes, foto’s die iets vertellen over het oord waar je naar toe zou willen gaan.
· Maak in de collage ook duidelijk of je met de bus, trein, auto, boot of vliegtuig gaat.
· Laat ook zien waarin je wilt overnachten, in een hotel, tent, appartement enzovoort.

De verwerking gaat als volgt:
1.
Vraag eerst aan je ouders, broers of zussen, waar zij het liefst naar toe willen gaan, op die
manier kun je dat afstemmen op waar jij het liefst naar toe wilt gaan.
2.
Zoek plaatjes op internet en reisfolders die je van de meester of juf hebt gekregen
3.
De plaatjes en informatie over het oord die je op internet vindt, sla je op als
worddocument
4.
Wanneer je genoeg informatie en plaatjes hebt, vraag je aan de meester of juf A3-papier,
op dit papier maak je je collage
5.
Begin bovenaan met de naam van het oord. Deze naam maak je met de computer (zoek
dus een leuk/duidelijk/toepasselijk lettertype uit en vraag aan de meester of juf of je dit
mag uitprinten)
6.
Vraag daarna of je de teksten en plaatjes die je in het worddocument hebt opgeslagen
over het oord, mag uitprinten
7.
Plak daarna de plaatjes en tekst op. Probeer dit wel duidelijk en overzichtelijk op het
papier te plakken.
8.
Schrijf je naam op en lever het geheel in bij je juf of meester

Op de volgende punten wordt gelet bij de beoordeling van je collage:

Het land en de plaats in het land waar je naartoe gaat moet worden vermeld

De naam van de accommodatie waar je overnacht moet worden vermeld

De plaatjes moeten wel iets vertellen over de plaats waar je naartoe gaat, de
zeggingskracht van het plaatje moet duidelijk zijn

De collage moet mooi vorm worden gegeven

In de collage moet ook genoeg informatie staan over het land, bijvoorbeeld iets over de
cultuur, over de mensen die er wonen, over het geld, over het weer in het land. Het moet
niet teveel informatie zijn, als er maar iets wordt verteld over het land.

Als alle kinderen klaar zijn met hun collage, dan mogen ze wat vertellen over hun collage. Ze
moeten hun collage presenteren aan de rest van de klas.
Hierbij wordt vooral gelet op de argumenten die je hebt voor het kiezen van jouw favoriete
vakantiebestemming.
Voor de leraar is er een beoordelingsformulier bijgevoegd voor de beoordeling van de collages
van de kinderen.

criteria
Behaalde punten
Het land en de plaats in het land waar je naartoe gaat
moet worden vermeld
Maximaal: 1 punt
De naam van de accommodatie waar je overnacht moet
worden vermeld
Maximaal: 1 punt
De plaatjes moeten wel iets vertellen over de plaats
waar je naartoe gaat, de zeggingskracht van het plaatje
moet duidelijk zijn
Maximaal: 5 punten
De collage moet mooi vorm worden gegeven
Maximaal 5 punten
In de collage moet ook genoeg informatie staan over het
land, bijvoorbeeld iets over de cultuur, over de mensen
die er wonen, over het geld, over het weer in het land.
Het moet niet teveel informatie zijn, als er maar iets
wordt verteld over het land.
Maximaal: 8 punten

De kinderen kunnen in totaal 20 punten voor hun collage krijgen. Bij 14 punten hebben de
kinderen een voldoende voor hun collage. Hebben ze er geen 14 dan, moeten de kinderen nog
wat toevoegen aan hun collage voordat ze hun collage mogen presenteren. Wijs de kinderen bij
voorhand al op het te behalen aantal punten, dan zullen ze zich er maximaal voor gaan inzetten
en krijg je ook de mooiste resultaten.
Verder zal de leerkracht, als er aan de collage gewerkt wordt, als begeleider moeten fungeren.
Dit om de kinderen niet vroegtijdig te laten afhaken met het maken van hun collage.

Opdracht 2 Reclamespotje maken

De vergaarde informatie van de groepen moet terugkomen in een reclamespotje. Het is de
bedoeling dat het reclamespotje wordt uitgezonden op de televisie en dat je ouders en je broertje
of zusje direct zegt; ‘He daar wil ik nou heen’.
Het reclamespotje moet aan de volgende eisen voldoen:
A.
Een logboek, in een logboek komt te staan:

wie er in de groep zitten

hoe je meester heet

in welke klas je zit

wie wat gaat doen

wat jullie bedacht hebben voor het reclamespotje

B.
Jullie krijgen 3 dagen de tijd om spullen voor het reclamespotje te verzamelen. Er
wordt op donderdag gefilmd.

C.
Het is de bedoeling dat jullie het reclamespotje zelf gaan filmen. Hiervoor krijgen jullie
1 uur de tijd.

D.
Het reclamespotje duurt tussen de 1en 3 minuten lang

E.
Het reclamespotje moet over het land gaan waar jullie de collages over hebben
gemaakt.

F.
Iedereen in de groep moet wat doen. Dit moet duidelijk in het logboek komen te staan.

G.
Wat moet er in de reclamespot komen?
De volgende belangrijke zaken:
-
vervoer
-
overnachting (hotel, herberg enz.)
-
hoe lang? ( 10 dagen in juli en augustus)
-
eten en drinken
-
ligging
-
bezienswaardigheden
-
kosten

Opdracht 3

Materiaal
· strips van Asterix en Obelix
· per tweetal of voor elk kind: een kopie van de bekende voorpagina van de albums waarop het
kleine, onoverwonnen dorp in Bretagne onder de loep wordt genomen; deze pagina kunnen de
kinderen vinden op de website http://monsite.ifrance.com/mcf/Asterix/asterix.htm
· elk kind: een tekenvel
· kleurpotloden of viltstiften

Voorbereiding
De kinderen nemen zoveel mogelijk stripalbums van Asterix en Obelix mee. (Extra: elk kind zet
voor in de naam. (voorkomt problemen!) De strip komt op een centrale plaats in de klas te liggen
en op vrije momenten mogen de kinderen een stip pakken.

Doel
De kinderen bespreken een periode uit de geschiedenis van Frankrijk met behulp van de strips
van Asterix en Obelix. Ze toetsen hun kennis aan de hand van enkele vragen.

-
Deel de kopie van het dorp van Asterix en Obelix uit. Open de activiteit met de volgende
inleiding: iedereen heeft waarschijnlijk wel eens een stripboek gelezen over Asterix en
Obelix. Wie kan kort vertellen waar die stripboeken over gaan? Neem geen genoegen met het
beschrijven van avonturen. Vraag duidelijk naar plaatsen en namen van volken, bijvoorbeeld
aan de hand van de volgende vragen. (Zie ook de achtergrondinformatie bijlage II)
· Waar wonen Asterix en Obelix?
· Hoe heet dat land tegenwoordig?
· Met wie hebben ze altijd ruzie?
· Waar komen die vandaan? Hoe heet dat land tegenwoordig?
· Wat willen die bereiken?
- Asterix en Obelix horen tot een volk dat Galliërs of Kelten heet. In de strips kun je een
heleboel over hen leren. Wat kun je over die Kelten vertellen? Laat de kinderen eerst vrij
reageren. Breng daarna lijn in het gesprek door een aantal figuren uit de strip te bespreken:
· Wat is het beroep van Obelix? (steenhouwer) Wat is een menhir? Heeft iemand die wel eens
in het echt gezien tijdens een vakantie?
· Wat is Panoramix voor een figuur? (druïde) Waarvan maakt hij de toverdrank? (maretak)
Waarmee snijdt hij die? (gouden snoeimes)
· Hoe heet de leider van het dorp? Waaraan kun je zien dat hij de leider is? (Hij wordt op een
schild gedragen.)
· Wie wordt er aan het eind van het verhaal telkens de mond gesnoerd? (de bard) Wat doet
een bard?
· Hoe ziet een huis van de Galliërs eruit? En een dorp? Waarmee verdienen de mensen hun
geld?

Opdracht 4
Kennismaking met de Romeinen.

Geschiedenis

Sheet van het rijk laten zien

Wandplaten

De kinderen maken het werkblad van de Romeinen

Pottenbakken

Muziek

Ketting maken doormiddel van solderen

Opdracht 5
Materiaal
-
elk kind: de bijlage Op de tour kun je rekenen
-
potlood en kleurpotlood
-
wandkaart van Frankrijk

Doel
De kinderen leiden gegevens over de Tour de France af uit een grafiek

- Hang de wandkaart voor het bord. Vraag de kinderen welk land erop is afgebeeld. Waaraan
herkennen ze dat?
- Vraag wie de afgelopen Tour de France op tv heeft gevolgd. Laat aan de niet-sportfanaten kort
uitleggen wat dit sportspektakel inhoudt. Laat de volgende zaken op de kaart aanwijzen:
· Kun je ongeveer aanwijzen hoe de ronde verloopt? (tegen de klok in langs de randen van
Frankrijk)
· Welke gedeelten zijn het zwaarst? (Pyreneeën en Alpen) Waarom?
- Vertel de kinderen het volgende: Van een van die zware gedeelten in de bergen (een etappe) is
een grafiek gemaakt. Je krijgt die zo meteen te zien. Daar staan enkele vragen bij. Probeer daar
een antwoord op te vinden.
- Deel de bijlage Op de tour kun je rekenen uit. De kinderen gaan alleen of in tweetallen aan de
slag.
- Bespreek de antwoorden kort na. Let daarbij op het volgende:
· Vraag 1: bij het vermoeiendste stuk gaat het meer om het geven van een juiste beredenering dan
om het juiste antwoord.
· Vraag 3: het gaat niet om precieze getallen. De redenering is weer belangrijk: welk getal kan
wel/niet en waarmee vergelijk je dat getal?
· Vraag 5: laat de argumenten aangeven. Kloppen die met de grafiek, bijvoorbeeld: Ik heb een
hekel aan fietsen, dus rijd ik het liefst stuk c-d.
· Vraag 6: hebben de kinderen gelet op ?Ongeveer?? Dan ronden ze de afstand af op 160 km en
komen zo uit op een duur van vijf uur!

Enkele ideetjes om in de klas mee te werken:
* Groepsopdrachten: in groepjes van vier ga je een onderzoekje doen naar het dagelijks leven in
het oude Rome. Elk groepslid onderzoekt een van onderstaande aspecten. Elk groepslid vertelt
aan de andere groepsleden wat hij aan informatie heeft gevonden. De andere groepsleden
schrijven deze informatie kort op.

Eten
Besteed aandacht aan ontbijt, lunch en diner

Kleding

Baden

Huizen

School

Sport en spel
Besteed onder meer aandacht aan het Colosseum.

Trouwen
9.
Werken met atlas: Op andere plaatsen had het Romeinse Rijk vaak natuurlijke grenzen.
Wat zijn natuurlijke grenzen en welke natuurlijke grenzen had het Romeinse rijk?
10. Werken met strips Asterix en Obelix: Als de Romeinen een gebied hadden veroverd
namen de bewoners vaak veel dingen van de Romeinen over. We noemen dit
romaniseren. Welke voorbeelden van romaniseren zie je in de strips van Asterix en
Obelix?

Inleiding
De kinderen zoeken in de Asterix en Obelix-boeken hoe de cijfers worden geschreven in die tijd.
Leerlingen schrijven deze cijfers op op een blad.
Kern
De cijfers die de kinderen hebben gevonden worden op bord geschreven. Daarna krijgen ze een
tabel met Romeinse cijfers. Nu zoeken ze zelf welk cijfer zij in het stripverhaal gevonden
hebben.
Ieder getal kan opgeschreven worden door letters te gebruiken in plaats van cijfers. De letter 'X'
betekent het getal 10 en de letter 'V' betekent het getal 5.
Overzicht van de Romeinse cijfers en de gebruikelijke cijfers die jij kent:

I = 1
V = 5
X = 10
L = 50
XL = 40
LX = 70
C = 100
D = 500
M = 1000

De kinderen krijgen vervolgens een werkblad met de volgende oefeningen:
Afhankelijk van de graad, maak je de oefeningen moeilijker of gemakkelijker.
Maak de volgende sommen:

M - DLXV = ...
90 + 40 = ……. X - IV = ...
C - XXX = ...
M + LX = ...
L + XVIII= ...

90 + 40 = ...
100 + 1020 = ...
560 + 6520 = ...
60 + 1009 = ...
10 + 145 = ...
Verwerking
Romeins alfabet:
Behalve de Romeinse cijfers brachten de Romeinen nog meer mee naar de gebieden die zij
veroverde in Europa. Zij hadden al een alfabet waarmee zij brieven en andere belangrijke
boodschappen konden schrijven (veel eerder als dat wij een alfabet hadden!) naar anderen.
Bekijk de volgende woorden en probeer ze naar het Nederlands te vertalen.

- pater et mater (tip: iedereen heeft ze):................
- aqua (tip: denk aan het woord aquarium):...............
- nox (tip: je kunt nu niet veel zien):...............
- sol (tip: denk aan een solarium):.................
- fraus (tip: denk aan het woord fraude):...............

Bijlage I

Bijlage II

Achtergrondinformatie De Galliërs

De stripalbums van Asterix en Obelix spelen gedurende een welomschreven periode in de
('Franse') geschiedenis. Julius Caesar, de latere keizer, werd in 58 voor Christus benoemd tot
pro-consul van de Gallische (Keltische) gebieden. Op dat moment waren dat gebieden die in het
huidige westen van Italië en zuiden van Frankrijk lagen. Deze gebieden waren vrij eenvoudig in
het Romeinse Rijk opgenomen. De stammen die er woonden waren al in grote mate
geromaniseerd en leverden dan ook weinig tegenstand.
Maar Caesar had grootsere plannen. Hij wilde het gebied uitbreiden tot de Rijn. Daarvoor had hij
echter geen mandaat van de senaat in Rome. Om dit mogelijk te maken deed hij iets wat in de
geschiedenis vaak gebeurt: hij gaf begrippen een andere invulling! Door alle volken tot de Rijn
te benoemen als Galliërs (Kelten) kon hij zijn gebied uitbreiden. Caesar definieerde Galliërs dus
gewoon als 'de stammen die tussen Pyreneeën, Oceaan, Alpen en Rijn wonen'. De Over-Rijnse
volken kregen de naam Germanen.
Caesar benadrukte daardoor onterecht de verschillen. De overeenkomsten tussen Galliërs en
Germanen waren veel groter. Er was wel verschil in 'beschavingsniveau' , maar dat had te maken
met de ligging van de handelsroutes.
De cultuur van de Galliërs of Kelten werd vanaf Caesar geheel geromaniseerd behalve in grote
delen van Groot-Brittannië. De Galliërs waren zeer geïnteresseerd in het evenwichtig kunnen
leven in overeenstemming met de natuur. Magie speelde daarin een grote rol. En daarbij waren
de druïden (priesters) leidsmannen.
De bard (zanger) speelde een belangrijke rol als handhaver van de traditie en als
nieuwsverbreider. Hij trok rond en zong heldensagen uit het verleden of vulde die aan met
nieuwe versies.

Voorleesboeken
Groep 8
Dumas, Alexandre. De drie musketiers. De Eekhoorn, Apeldoorn.
Beckman, Thea. Kruistocht in spijkerbroek. Lemniscaat, Rotterdam.

De Romeinen

Stap 1.
Ga naar www.digischrift.nl/leerlingen/lessen/romeinenbovenbouw/ en lees
het stukje over de Romeinen
0,5 punt

Stap 2.
Vervolgens ga je naar ‘Vragen over de Romeinen en print je de vragen
0,5 punt

Stap 3. Zoek de antwoorden via Links en noteer ze
7 punten

Stap 4. Om extra punten te verdienen moet je de verwerkingsopdrachten
maken
2 punten

maandag

kennismakingsles

collage vakantie (opdracht 1)

opstarten reclamespotje (opdracht 2)

kinderen vragen Astrix en Obelix albums mee te
brengen naar school

dinsdag

eventueel collage afmaken

werken aan reclamespotje

Strips bespreken overgaan op het onderwerp:
Romeinen. (zie opdracht 3 en 4)

Opdracht 4 uitvoeren

woensdag

Solderen

Werken aan reclamespotje

Vrije invulling

donderdag

reclamespotjes opnemen

eenwording van Europa

vrijdag

reclamespotjes bekijken en bespreken

afsluitende les