Kennis maken met de bever

Groep: groep3,groep4
Vakgebied: natuuronderwijs
Thema: overige
Omschrijving: Kringgesprek over de bever, vertellen en beschrijven.
Zoekwoorden: natuur bever dieren wild waterdieren beschermd

Les 1 Kennismaking met de bever.
Doelen:
Ik wil dat de kinderen na deze les weten:
De bever is bruin en harig, 2 grote voortanden, kan goed zwemmen.
De bever is ijverig, bouwt dammen, en helpen elkaar goed, ze kunnen goed samenwerken
De bever kan goed helpen, samenwerken, dingen geven, delen,
Kinderen kunnen dit betrekken op zichzelf.

Inleiding
Ik laat een plaatje van de bever zien.
Welk dier is dit.
Wie kan eens beschrijven wat hij ziet

Kern
Ik lees het verhaaltje over de bever voor.
Vragen na het verhaaltje
- hoe ziet een bever eruit
- Waar woont een bever
- Wat doet een bever allemaal (samenwerken, opruimen, helpen, dingen netjes achterlaten,
weggeven)

afsluiting:
Wanneer heb jij wel eens goed opgeruimd
Help jij wel eens iemand?

Als je een cadeautje mocht geven aan iemand, aan wie zou je dat willen geven?

-
De bever leeft meestal met zijn papa en mama en broertjes en zusjes bijelkaar,
-
Ze leven dan net als wij met zijn vieren of vijven of zessen bijelkaar.
-
Het huis van een bever heet een burcht. Deze burcht bouwen de bevers zelf van hout
-
Ze maken deze burcht altijd met hun hele gezin. Iedereen helpt heel goed mee.
-
De bevers vinden het belangrijk dat er geen andere dieren bij hun burcht komen ook geen
andere bevers. Als er toch andere dieren komen dan verdedigen ze hun burcht.
-
Bevers werken het liefst ’s avonds en ’s nachts.
-
Als het erg koud is in de winter blijven ze soms wekenlang soezen in hun nest, zonder echt in
winterslaap te gaan.
-
Een bever wordt gemiddeld 7-8 jaar oud, maar 17 jaar is ook mogelijk.
-
De bever eet per jaar ongeveer 4000kg hout,
-
Ze leven aan plassen, beken en rivieren waar ze zich voeden met boombast en twijgen.
-
Vaak knaagt de bever de hele boom maar om, zodat hij overal makkelijk bij kan.
-
Met het resthout bouwt hij een burcht om in te wonen of een dam in de beek om zijn
watervoorziening veilig te stellen.
-
Achter zo’n dam ontstaat een meertje waardoor de bomen die met hun voeten in het water
komen te staan, ‘verdrinken’ en doodgaan.
-
Zo ontstaat er een open plek in het bos, waarvan andere dieren en planten profiteren.
-
Als de bever na verloop van tijd – dit kunnen jaren zijn -- wegtrekt en de dam niet meer
onderhoudt, zal de dam het begeven en stroomt het meertje leeg.
-
De grond die er dan ligt en opgehoopt op de bodem van het meertje vormt een voedselrijke
ondergrond. Zaden van grassen, kruiden en bomen waaien aan en ontkiemen.
-
Al dat jonge groen is een aantrekkelijke plek voor dieren zoals grote grazers, die erop af
komen om eten te halen. Met hun mest en graasgedrag vormen zij op hún manier weer het
landschap.
-
Bevers helpen elkaar heen erg goed
-
Ze ruimen hun burcht altijd netjes op en zorgen dat alles eromheen ook netjes is.
Les 2 Beverochtend.
Doel van de les:
Kinderen oefenen om andere kinderen te helpen
Kinderen oefenen in het ontvangen van hulp
En durven te weigeren op een goede manier als ze geen hulp nodig hebben.
De helft van de kinderen krijgt een ander kindje toegewezen. Dit kindje moet je de hele
ochtend zo goed mogelijk helpen. Net als de bever. Wanneer het kindje hulp nodig heeft
komt het naar het andere kindje.

Aan het einde van de ochtend houden we nog een gesprekje over hoe het ging
Hoe merkte je dat het kind je hulp nodig had
Hoe heb je hem geholpen
Hoe vond je dat om hem te helpen

Heb je gemerkt dat X je wilde helpen
Vond je het fijn om hulp te krijgen
Wat vond je wel fijn wat niet
Als je de hulp niet wilde, durfde je dat te zeggen (steenbok)

Kinderen die mij willen helpen:
Schilderbord mag schoon
De knutselkast mag mooi opgeruimd
Het krijtbord mag mooi worden schoongemaakt
Punten slijpen
Tafels schoonmaken
Kring mooi maken
Plantjes watergeven