voor nog meer lessen: Lesidee.nl
help bij deze pagina

4/5 mei

Groep: groep6,groep7,groep8
Vakgebied: drama
Thema: tweedewereldoorlog
Omschrijving: Het zijn een aantal expressie lessen om 4/5 mei: Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. Muziek, tekenen en handvaardigheid voor de bovenbouwgroepen.
Zoekwoorden: 4 mei 5 mei bevrijdingsdag oorlog tweede wereldoorlog dodenherdenking expressie

Projectweek 4 en 5 mei
-oorlog en vrede-

































Door:
Marijke Schouten
Marieke van der Ree-Doolaard
Arianna Riehl
Fijke van der Plas
Joas Kok
Joost Beekman

2
Inhoudsopgave

Inleiding









pag. 3 

Kunstzinnige vorming op de basisschool.




pag. 4



Kort overzicht van de activiteiten voor de projectweek 


pag. 8

Lesdag 1: 
-Uitbraak WO II






pag. 9


-Beschrijving van het projectverloop.



pag. 9


-Lesschema







pag. 10

Lesdag  2:
-Oorlog en verdrukking





pag. 12


-Beschrijving van het projectverloop.



pag. 12


-Lesschema







pag. 13



Lesdag 3:
-Concentratiekampen





pag. 15


-Beschrijving van het projectverloop.



pag. 15


-Lesschema







pag. 17

Lesdag 4:
-Bevrijding







pag. 19


-Beschrijving van het projectverloop.



pag. 19


-Lesschema







pag. 20

Lesdag 5:
-Oorlog en vrede nú en afsluiting van de projectweek 
pag. 22
-Beschrijving van het projectverloop.



pag. 22


-Lesschema







pag. 23

Afsluiting/ Tips








pag. 25

Kopieerbladen








pag. 26
-Kopieerblad 1: Lesschema




pag. 26

-Kopieerblad 2: Evaluatieformulier



pag. 28

3
Inleiding

Beste collega’s.

Het leek ons goed om rondom het thema oorlog en vrede/ 4 en 5 mei een
projectweek te doen. We merken bij de kinderen een grote interesse, maar ook een
grote onkunde op dit gebied. Wat betekent 4 en 5 mei? Wat hebben wij nog met
dodenherdenking en met bevrijdingsdag te maken etc.
Daarom hebben wij voor de weken rondom deze dagen een lesopzet gemaakt die
vooral rondom de expressievakken zijn opgezet. Juist in deze vakken leren kinderen
zich te uiten en bovendien is er veel samenhang tussen deze vakken die we met
deze lesopzet willen versterken.
Belangrijk is hierbij natuurlijk wat onze visie is op het onderwijs. Daarom hebben we
die uitgebreid beschreven. Hieruit voort vloeit dan ook onze lesopzet.

Deze lesopzet is bedoeld als handleiding rondom het thema 4/5 mei. Wat we u hierbij
aan willen reiken, zijn o.a. lesideeën, excursietips, internetsites, en nog veel meer
handige tips.
Wij vinden het belangrijk dat ook de kinderen van tegenwoordig en van de toekomst
weten wat er in ons land gebeurt is, hoe wij verdrukt zijn, hoe wij ons verdedigd
hebben,  maar ook hoe wij als het Nederlandse volk, de Joden aan hun lot
overgelaten hebben.   Het lijkt ons een mooi en boeiend onderwerp om daar een
projectweek van te maken; de kinderen raken er meer bij betrokken als je er een hele
week mee bezig bent. 
De keuze is aan de groepsleerkracht of er basisvakken vervangen of aangepast
worden door/ met een projectactiviteit. Bijv. de taalles wordt vervangen door een
dagboekles. (a.d.h.v. Het dagboek van Anne Frank).
Verder moet u de bijgevoegde dagbeschrijvingen zien als beschrijvingen die door
een leerkracht zijn gemaakt als voorbeeld voor u. Gebruik het ook zo en breng
wijzigingen aan daar waar u het nodig acht!

Bijgevoegd voor u zijn de kopieervellen van een lesschema, zodat u uw eigen les
hier duidelijk op kunt invullen. De voorbeeldlessen kunt u bij het invullen natuurlijk
gebruiken.
Ook is er een leeg evaluatieformulier bijgevoegd zodat u kunt reflecteren op uw
eigen lessen.

We wensen jullie veel succes bij het uitvoeren!

De ‘schrijvers’,

Marijke Schouten
Marieke van der Ree-Doolaard
Arianna Riehl
Fijke van der Plas
Joas Kok
Joost Beekman


4
Onze visie op het onderwijs op de basisschool
betreft kunstzinnige oriëntatie.

Onze visie op kunstzinnige orientatie is de volgende:
Bij kunstzinnige orientatie moet er vanuit gegaan worden dat de kinderen van elkaar
verschillen. Wij vinden dat er binnen kunstzinnige orientatie ruimte moet zijn voor het
anders-zijn. Elk kind heeft specifieke talenten en gaven, en daarmee moet rekening
gehouden worden anders doe je geen recht aan het individuele kind.
Beeldend vormgeven en muziek maken is voor kinderen een manier van uiten.
Beeldend vormgeven en muziek worden ook wel een expressievakken genoemd. Wij
vinden dat uiten in beeldend vormgeven vrij moet zijn, maar wel vrijheid aan regels
gebonden. Dit vooral bij muziek. Kinderen moeten bepaalde vermogens leren
ontwikkelen, en dat doen ze niet optimaal als ze helemaal vrij worden gelaten in
alles.
Ruimte voor verschillen tussen kinderen komt vooral naar voren in het aspect
creativiteitsontwikkeling van kinderen. Dat is een algemene eigenschap van de
mens: creativiteit. De maatschappij vraagt om creativiteit van mensen, daarom
vinden wij het belangrijk dat dat vermogen ontwikkeld wordt op de basisschool. Het
speelt een belangrijke rol bij beeldend vormgeven en muziek.
Die ontwikkeling van het vermogen van kinderen om beeldend te gaan vormgeven
en met muziek bezig te zijn, ontwikkelt uit zichzelf. Wij als leerkrachten proberen dat
vermogen te stimuleren en bij te sturen. Dit doen wij onder andere door aandacht te
geven aan evaluatie. We bespreken nadat er een les is afgerond de werkstukken als
het even kan. We gaan daarbij bijvoorbeeld na wat er goed ging, en wat en hoe er
iets verbeterd kan worden. 
Bij muziek is reflectie en evaluatie onlosmakelijk verbonden met het maken van
muziek. Aan de hand daarvan krijgen de kinderen zicht op hun eigen functioneren en
leren ze dingen te verbeteren die nog niet zo goed gingen.
Wij vinden ook dat er verschil moet zijn in het onderwijs naar leeftijd. Kinderen van
verschillende ontwikkelingsfasen vragen ook om een verschillende aanpak. Wij
proberen onze lesdoelen aan te passen aan die ontwikkelingsfasen, en er ook voor
te zorgen dat de fasen elkaar opvolgen - dat kinderen bijvoorbeeld niet in een
bepaalde fase blijven steken. Hiervoor voeren wij nauwkeurige observaties uit om
zicht te krijgen op de ontwikkelingen bij het kind.
Wat in veel onderwijstypen niet of zeer weinig aandacht krijgt, maar wat heel nuttig is
omdat onze hele maatschappij vol beelden en muziek zit, is de ontwikkeling van het
vermogen om over beelden te oordelen - beeldbeschouwing, en het bekritiseren van
muziek. Het lijkt zich alleen maar te beperken tot kuststukken beoordelen, en muziek
beluisteren ( valt over smaak eigenlijk wel te twisten?? ), maar de vaardigheden die
de kinderen daarvoor ontwikkelen en nodig hebben, kunnen ze op elk vakgebied
gebruiken. Ze leren onder anderen beter reflecteren, en gericht waar te nemen (
kijken, luisteren! ). Waarnemen heb je overal voor nodig.
Wij vinden het belangrijk dat er leerlijnen ten aanzien van kunstzinnige vorming
worden opgesteld binnen de basisschool. Een tot in de puntjes uitgewerkte
jaarplanning, met daarin globaal de activiteiten aangegeven. Op die manier kun je
ervoor zorgen dat de bovengenoemde aandachtspunten
-
ontwikkeling van het vermogen tot beeldend vormgeven en het muziek maken
-
ontwikkelen van het vermogen om over beelden en muziek te oordelen
-
ontwikkeling van creativiteit bij kinderen
op een evenwichtige manier aan de orde komen. Niets schiet er op die manier bij in. 

5
Op die manier ga je het ook tegen dat de leerkracht met de handen in het haar zit
omdat hij of zij niets weet te verzinnen voor een kunstzinnige opdracht, en daarom
maar wat aanmoddert. Dit laatste gebeurt veel in het onderwijs; kunstzinnige
vormgeving is vaak een schip dat maar wat op de golven rondzwalkt. En wij willen
dat voorkomen… 

De bijdrage die vanuit kunstzinnige oriëntatie (en bewegingsonderwijs)
volgens ons kan worden geleverd aan de ontwikkeling van kinderen

Door kunstzinnige orientatie leren kinderen:
-
Kinderen krijgen hierbij de gelegenheid om zich op een creatieve manier te
uiten
-
Hun fantasie wordt geprikkeld
-
Kinderen kunnen hun emoties kwijt - verdrietige gebeurtenissen zie je vaak
terug in tekeningen van kinderen, bv. een kind tekent een begrafenis. 
-
Kinderen leren beter waarnemen: waarnemen om vervolgens beeldend te
kunnen vormgeven, en waarneming komt op een andere manier aan de orde
bij beeldbeschouwing, bijvoorbeeld. Waarnemen om gericht naar muziek te
kunnen luisteren; naar muziek gemaakt door anderen en door zichzelf. Kritisch
naar muziek te luisteren.
-
Kinderen leren met diverse materialen en instrumenten omgaan: ze leren
gereedschap te hanteren waarmee ze kunnen beeldend vormgeven,
bijvoorbeeld potloden, scharen, prikpennen, kwasten etc. Bij muziek leren ze
om te gaan met hun stem, en wat verschillende muziekinstrumenten. Ook
leren ze omgaan met materiaal dat ze bewerken om een beeld vorm te geven,
bijvoorbeeld klei, karton, papier, hout etc.

De plaats die het cluster kunstzinnige oriëntatie (en bewegingsonderwijs)
volgens ons in de programmering van het onderwijs zou moeten hebben.

Dat is ook al een klein beetje beschreven bij onze visie op kunstzinnig onderwijs. 
Voor beeldende vorming is in het onderwijs per week ongeveer 3 uur beschikbaar in
de programma's van de basisschool. Voor muziek is vaak ongeveer 1,5 uur
ingeroosterd. Dit klopt precies: 1,5 uur voor tekenen, 1,5 uur voor handvaardigheid
en 1,5 uur voor muziek. Elk vakgebied krijgt in die zin dus voldoende aandacht.
Per school kan dat iets verschillen, maar dit is het gemiddelde.
Die 4,5 uur moet efficiënt besteed worden. 
Vaak verzinnen leerkrachten lessen beeldende vormgeving maar wat uit de losse
hand. Ze verzinnen een leuk onderwerp, halen er de beeldaspecten uit ( vaak niet
eens duidelijk ) voor speciale aandacht, en hup. Daar is een les beeldende vorming.
Voor muziek geldt hetzelfde: liedjes leren en nog eens liedjes leren. 
Aan kerndoelen wordt vaak nauwelijks aandacht besteed. Men is allang tevreden als
de kinderen het leuk vinden en er leuke resultaten zijn. Aan het reflecteren op
beeldend vormgeven en het maken van muziek en het beschouwen van beelden en
muziekstukken wordt al helemaal bijna nooit aandacht gegeven.
Daarom is het nuttig - het zal veel tijd kosten, maar het kan jaren gebruikt worden -
om een leerlijn kunstzinnige oriëntatie op te zetten. Dat houdt concreet in om een
jaarplan te maken. Dat jaarplan is afgestemd op de kerndoelen en op de
ontwikkelingsfasen van de kinderen. Dat jaarplan moet verdeeld worden in perioden

6
en / of thema's waarin en aan de hand van de kinderen beeldend gaan vormgeven,
beeld beschouwen, muziek gaan maken, of muziek gaan bekritiseren.
De kerndoelen moeten evenwichtig aan de orde komen. Ook het ontwikkelen van
bepaalde vaardigheden en vermogens op het gebied van kunstzinnige oriëntatie. De
beeldaspecten moeten allemaal voldoende aan de orde komen, en het liefst ook de
materialen waarmee gewerkt wordt: bijvoorbeeld niet alleen maar tekenen, maar ook
kleien, collages maken etc. En er moet plaats zijn voor reflectie, dat kan kinderen
vooruit helpen in hun ontwikkeling. 
Als zo'n gedetailleerd jaarplan gemaakt wordt, het liefst door iemand die
gespecialiseerd is in het geven van dit expressievak, kan dat gebruikt worden op de
basisschool en wordt er niets vergeten. Hiervan kunnen de leerkrachten jaren lang
plezier hebben. Ook kunnen ze door evaluatie bepaalde dingen bijstellen uit dat
jaarplan of aanvullen mocht dat nodig zijn.

Een beschrijving van de mate waarin er volgens ons samenhang moet
zijn tussen de vakgebieden in het cluster kunstzinnige vorming (en
bewegingsonderwijs).

Het is belangrijk dat er samenhang is tussen de 3 vakgebieden, omdat veel
vaardigheden en vermogens binnen die vakgebieden elkaar overlappen.
Bij bijvoorbeeld beeldbeschouwing moet je gericht kijken, ( waarnemen! ) en bij het
bekritiseren van een muziekstuk moet je heel gericht luisteren ( waarnemen! ) Het
aspect waarneming komt zo op 2 manieren en in 2 aspecten aan de orde, en kan zo
in volledige mate ontwikkeld worden.
De vakgebieden dienen elkaar aan te vullen, om zo een goed geheel te krijgen van
de onderverdeelde aspecten van de vermogens en vaardigheden. Bij muziek,
tekenen en handvaardigheid is motoriek erg belangrijk. Een goede ontwikkeling van
de fijne motoriek. Die kan bij de 3 verschillende vakgebieden op verschillende
manieren tot ontwikkeling komen, maar wel met hetzelfde eindresultaat.
In het opzetten van leerlijnen ten aanzien van kunstzinnige vorming moet hier
rekening mee gehouden worden. Om dat goed te kunnen, moet men zich eerst
bewust zijn van de te ontwikkelen vermogens en vaardigheden, en op wat voor
manier die ontwikkelingen gestimuleerd kunnen worden. Als je dat allemaal weet,
kun je ze op elkaar afstemmen voor een zo optimaal mogelijke ontwikkeling.

Een beschrijving van concrete gevolgen voor het onderwijs van de door
ons beschreven visie

De concrete gevolgen voor onderwijs zijn in al het bovengenoemde al uit de verf
gekomen. Maar we zullen alles nog even in het kort noemen.
Wij zijn voor het opstellen van een jaarplan voor kunstzinnige vorming. Daarin moet
rekening gehouden worden met de specifieke kerndoelen, met de leeftijden van de
kinderen, met de vaardigheden die de kinderen moeten gaan ontwikkelen. Dat
jaarplan kan uitgewerkt worden in tijdvakken, die opgevuld worden door bepaalde
thema's en / of onderwerpen. Binnen die thema's of onderwerpen moeten bepaalde
aspecten van de ontwikkeling van de kinderen aan de orde komen, om binnen de
vakgebieden te worden gestimuleerd te ontwikkelen. Zo kun je alles  aan de beurt
laten komen. Wel moet daarbij rekening worden gehouden met verschillen tussen
kinderen en hun vermogens. 

7
Wat ook absoluut een plaats moet hebben binnen zo'n jaarplan, is het
beeldbeschouwen en het kritisch luisteren naar muziekstukken. Dat wordt veel te
vaak over het hoofd gezien.
Het opzetten van zo'n jaarplan wordt bij voorkeur uitgevoerd door leerkrachten die
zich gespecialiseerd hebben in de 3 vakgebieden tekenen, handvaardigheid en
muziek. Er zijn instellingen en er is literatuur te vinden waarin ondersteuning te
vinden is voor het opzetten van zo'n leerlijn. Het opzetten van zo'n jaarplan zal veel
tijd kosten, maar als het er eenmaal is kan dat jaren gebruikt worden.
Het kan veranderd / bijgesteld / aangevuld worden of er kunnen dingen uit
verdwijnen. Alle vakgebieden maken immers een ontwikkeling door. Waarschijnlijk
zal er op een gegeven moment meer plaats worden gemaakt voor ICT. Dit alles kan
door evaluatie en reflectie door de leerkrachten.



8
Kort overzicht van de activiteiten voor de projectweek

Maandag:

Boek/ dia serie van Roosje Weiss

Kringgesprek over het verhaal

Vertelling over de uitbraak van de 2
e
wereldoorlog

Huiswerk: artikelen over oorlog en vrede opzoeken in de krant

Dinsdag:

Evalueren van de artikelen die de kinderen hebben opgezocht

Vertellen over de verdrukking en het lijden van de Joden en het dagboek en
leven van Anne Frank

Tekenen

Woensdag:

Evalueren van de artikelen

Vertelling: verzet van de Amerikanen en Engelsen

Handvaardigheid

Donderdag:

Evalueren van de artikelen

Vertelling: bevrijding door de Amerikanen en Engelsen

Muziekles

Vrijdag:

Evalueren van de artikelen

Kringgesprek: oorlog en vrede nu  

Projectmiddag met inloop van ouders





9
Maandag
-Inleiding-


’s Morgens beginnen we met een gesprek over de komende vakantie; meivakantie.
Welke bijzondere dagen komen hierin voor? Koninginnedag en 4/5 mei.
Over de data 4/5 mei gaan we het deze week hebben, welke gebeurtenissen denken
we dan aan? Wie zijn de slachtoffers geworden in deze oorlog? Niet alleen soldaten,
maar burgers, met name veel Joden. Slachtoffers zijn niet alleen de mensen die
gewond waren of omgekomen zijn, maar ook de nabestaanden, die met hun pijn en
verdriet zijn achtergebleven. 
We willen ook behandelen hoe mensen de oorlog beleefden, aan de hand daarvan
willen we het boek Roosje Weiss introduceren, daar wordt de oorlog bekeken vanuit
een kind.

Hoe ontstond deze oorlog eigenlijk? Hier willen we eerst kort met de kinderen praten
over hoe ontstaat een ruzie, die de kinderen zelf ook wel eens hebben. Wat doe je
als je bijv. iets perse wil hebben en je krijgt het niet, kinderen gaan lopen zeuren,
maar ‘grote mensen’ en vooral leiders van een land gaan na veel ‘bekvechten’ een
oorlog voeren, dan vertel je hoe de Tweede Wereldoorlog is ontstaan, zorg dat je
genoeg achtergrond informatie hebt.

Als je dit gesprek hebt afgerond, kun je het koppelen naar de actualiteit, hoe is het nu
in de wereld, wat staat er vaak in de krant. Zorg dat je zelf even wat kranten paraat
hebt. Je kunt de kinderen nu huiswerk opdracht meegeven.

Maandag wordt het verhaal van de uitbraak van de tweede wereldoorlog verteld. 
De kinderen krijgen een opdracht mee naar huis; ze moeten in de krant diverse
artikelen opzoeken die te maken hebben met oorlog en vrede. Deze artikelen worden
elke dag gelezen, geëvalueerd en opgeplakt op een groot vel papier. Dit grote vel
papier is in tweeën gedeeld; oorlog en vrede. De artikelen worden aan goede kant
geplakt. Zo kunnen de kinderen goed het verschil zien tussen oorlog en vrede, en
kunnen ze zien wat er speelt in de wereld

10
Lesschema Maandag

-vertelling uitbraak WO II-


Naam Leerkracht:                                   
School:              



Groep: 6/7/8 



Aantal lln.:
Datum:                            
                     Tijdsduur les: 1 uur
Activiteit:                            

Onderwerp: ‘Roosje Weiss’ prentenboek



        





























Beginsituatie: 
De kinderen weten weinig van de tweede wereldoorlog. Deze week beginnen we
aan een projectweek in het thema 4/5 mei. 

Lesdoel: 
Aan het eind van de les weten de kinderen een stukje van de Nederlandse
geschiedenis, 60 jaar geleden. De kinderen volgen vanuit de ogen van een kind het
effect  dat de oorlog heeft op het leven.

Dagelijkse terugblik: 
De kinderen hebben nog geen geschiedenislessen gehad over de 2
e
wereldoorlog. 
De kinderen krijgen een eerste deel informatie over de geschiedenis 1939-1945.

Globale lesopzet:

Begin met een kort inleidend gesprekje, vragen wat de kinderen al weten
over de 2
e
Wereldoorlog 

Laat de voorkant van het prentenboek zien en vraag de kinderen wat ze al
zien

Lees het boek voor en laat de platen zo zien dat de kinderen goed de
kleuren kunnen zien. Want ook de kleuren hebben in het boek een grote
betekenis (het rode jasje, donker/ grauwe kleuren tegenover lichte/ felle
kleuren)

Aan het eind van het verhaal kunnen de kinderen hun reacties kwijt in het
kringgesprek

Vragen stellen over het boek aan de kinderen, o.a.:
o
Wat is er gebeurt met Roosje?
o
Waarom zijn de kleuren ineens zo anders?
o
Hoe zou Roosje zich gevoelt hebben in de oorlog?

Het boek en gesprek (af)sluiten




11
Maandag wordt het verhaal van de uitbraak van de tweede wereldoorlog verteld. 
De kinderen krijgen een opdracht mee naar huis; ze moeten in de krant diverse
artikelen opzoeken die te maken hebben met oorlog en vrede. Deze artikelen worden
elke dag gelezen, geëvalueerd en opgeplakt op een groot vel papier. Dit grote vel
papier is in tweeën gedeeld; oorlog en vrede. De artikelen worden aan goede kant
geplakt. Zo kunnen de kinderen goed het verschil zien tussen oorlog en vrede, en
kunnen ze zien wat er speelt in de wereld.

12
Dinsdag
-Tekenen-

Dinsdag,de tweede dag van de projectweek.
Deze morgen bespreken we de krantenartikelen die de kinderen hebben
meegenomen.
Ik stel daarbij verschillende vragen: Hoe is deze oorlog begonnen, wat is de reden
ervan? Wat zal er gebeuren in het land waar die oorlog is uitgebroken. 
Ik wil het ook heel dicht bij de belevingswereld van de kinderen houden: Hoe zouden
de kinderen reageren, in het land waar de oorlog uitgebroken is? Zouden zij nog
gewoon buitenspelen, waar zou je dan aan denken?

Na dit kringgesprek naar aanleiding van de krantenknipsels, wordt verder gegaan
met het gewone schoolprogramma. ’s Middags zal het vakgebied tekenen aan de
orde komen.

Ik begin deze middag met het klaarzetten van de tekenmaterialen die we nodig zullen
hebben, zoals A3 papierformaat, houtskool, pastelkrijt. Ook zet ik de tafels in de
juiste vorm, de U vorm dus, zodat alle tafels als in een slinger aan elkaar vast zitten.

De middag is begonnen….
Ik begin de tekenles, door het stellen van de vragen: Hoe ziet een straat  voordat een
oorlog is begonnen, hoe ziet een straat eruit waarin de oorlog is uitgebroken, hoe ziet
een straat eruit als de oorlog is afgelopen.
Hoe dat verder vormgegeven zal worden staat duidelijk omschreven in het
lesschema. 
Er worden groepjes gemaakt en de kinderen gaan aan de slag.



 

13
Lesschema Dinsdag




-Oorlog, verdrukking-



Naam Leerkracht:                                   
School:              



Groep: 6/7/8 



Aantal lln.:
Datum:                            
                     Tijdsduur les: 1 uur
Activiteit:                            

Onderwerp: Oorlog en verdrukking.


Beginsituatie:
De vorige dag zijn de kinderen begonnen met het werken over het thema 4,5 mei. Dit
is een thema met een grote tegenstelling, er is uitvoerig over gepraat tijdens de
inleiding van dit thema. We bespreken met elkaar de krant, de kinderen hebben
kranteknipsels meegenomen, die gaan over oorlog.

Lesdoel:
In deze les willen we de kinderen laten tekenen over de oorlog. Ze maken daarbij
een grote tekening, waarvan de een telkens op de volgende aansluit. Ze leren daarbij
te letten op hoe ziet een straat eruit, hoe loopt het in elkaar over. Er wordt gebruik
gemaakt van houtskool en vetkrijt.

Persoonlijk leerdoel:
In deze les willen we duidelijke instructie geven, zodat de opdracht voor elk kind
duidelijk is. Op het bord staan de verschillende ideeën die er zijn, per straat
gegroepeerd, zodat de kinderen daar op terug kunnen kijken.
Ook willen we de ideeën vooral uit de kinderen zelf laten komen, hen wel een richting
op laten denken, maar niet alles voorzeggen.



Dagelijkse terugblik:
Bespreken van de kranteknipsels. Wat heb je gevonden wat met oorlog te maken
heeft?

Globale les-opzet:
Laat de kinderen met verschillende ideeën komen, over hoe een straat eruit zou
kunnen zien. Alle ideeën schrijf je dan op het bord, zodat de kinderen ernaar kunnen
blijven kijken.

Hoe ziet een gewone straat in 1940 eruit, voor de oorlog is begonnen?
-
Gezellige straat, fleurige tuintjes, blije mensen, de was hangt buiten, kinderen
spelen op 
Straat, mensen praten met elkaar, de ramen worden gezeemd, stoepje wordt
geboend

Hoe zou een straat eruit zien als er oorlog is uitgebroken?
-
Geen kinderen op straat, sombere gezichten voor de ramen, deuren dicht,

14
kapotgeschoten glas, een verwoest huis, huis waarvan alleen de voordeur is
blijven staan, bloemen die verdord zijn, soldaten die door de straat lopen, een
tank die door de straat rijdt.

Hoe zou een straat eruit zien als de oorlog afgelopen zou zijn?
-
Vlaggen uit , kinderen die op straat lopen met oranjestrikken in het haar, vlaggen
in de hand, mensen die blij kijken, mensen die met elkaar zingen en dansen, op
de achtergrond nog wel kapotgeschoten ramen en huizen, tuintjes nog niet
netjes, maar niemand is met gewone dingen bezig.

De opdracht: de klas van 21 kinderen wordt verdeeld in drie groepen. 
De gezamelijke taak: maak een straat, die in elkaar overloopt, zodat je straks een
straat van 21 tekeningen lang krijgt, met een gelijke stoephoogte en breedte, huizen
in dezelfde verhoudingen, hoeven niet persé hetzelfde eruit te zien.
De groepsgewijze opdracht: 

Een groepje van 5 kinderen maakt een straat uit 1940 voor de oorlog is
uitgebroken. 
      Deze straat wordt getekend met wascokrijt, zodat het een fleurige tekening wordt.

Een groep van 11 kinderen maakt een straat 1940 –1945 waarin de oorlog met
zijn verschrikkingen is uitgebroken.
Deze straat wordt getekend met houtskool,zodat het een sombere uitstraling
krijgt.

Een groep van 5 kinderen maakt een straat uit 1945 waarin men bevrijdt is, de
oorlog is afgelopen.

Deze straat wordt getekend met wascokrijt en houtskool. De huizen zijn nog
somber, maar de straat zelf is vrolijk, met blije mensen.

Indelen van de groepen. De kinderen zitten met de tafels in U-vorm, zodat de
tekeningen makkelijk met elkaar vergeleken kunnen worden, en dat de lijnen
makkelijk doorgetrokken kunnen worden op dezelfde hoogten.

Uitdelen van de A3 vellen, het wascokrijt, en de houtskool.

De kinderen bespreken in hun eigen groepje wie waar de nadruk op gaat leggen,
zodat er bij ieder kind in zijn/haar tekening een ander aspect extra benadrukt zal
worden.

Tijdens deze les is het taak aan de leerkracht om de leerlingen individueel te
begeleiden, te motiveren en te evalueren. Zodat de leerlingen niet vast komen te
zitten in hun opdracht.

Als de tekeningen klaar zijn, worden ze naast elkaar opgehangen, zodat het een
tekening lijkt.
 
Periodieke terugblik:
Hoe vond je het gaan? Wat vond je moeilijk, wat vind je het best gelukt in jouw
tekening.





15
Woensdag
-Handvaardigheid-

Net als gisteren beginnen we de dag met het doornemen van de krantenartikelen die
de kinderen hebben verzameld en meegenomen van thuis, ook zelf heb ik natuurlijk
voor een aantal artikelen gezorgd en de krant meegenomen. 
Ik vraag de kinderen waar hun artikel over gaat, waar is het oorlog? Hoe verloopt dit?
Zijn er mensen die hun best doen om de oorlog te stoppen of misschien wel te
verkomen?
Zo ontstaat er weer een klassengesprek over ons onderwerp deze week namelijk 4
en 5 mei, dodenherdenking en bevrijdingsdag.

Wanneer het middag is geworden kunnen we verder gaan met het werken aan ons
project, het vakgebied dat vanmiddag aan de orde komt is handvaardigheid.  Nadat
maandag het uitbreken van de oorlog naar voren is gekomen en dinsdag de
verdrukking van het volk en de jodenvervolging komt vandaag het verzet in
Nederland naar voren. 

Nederland kende tijdens de Tweede wereldoorlog talloze verzetsgroepen die
allemaal de plannen van onze bezetters probeerden te dwarsbomen op wat voor
manieren dan ook. 

In de klas geef ik voor mijn les wat korte informatie over het verzet in Nederland.. 
Tip hierbij is om een videofragment te laten zien over het verzet in Nederland, films
als het meisje met het rode haar en soldaat van Oranje hebben fragmenten die
verantwoord zijn om aan kinderen te laten zien. Ze geven de ernst van de oorlog
weer, de hectiek en geven een goed beeld van de mensen die zich bij het verzet
konden rekenen.

Mooi voor kinderen is dat dit allerlei soort mensen konden zijn, groot en klein. Jong
en oud, mensen van wie ze het absoluut niet zouden verwachten. 
Ik bespreek met de kinderen op welke manieren het verzet probeerde de bezetters te
dwarsbomen. met overvallen op distributiekantoren, het uitschakelen van
hooggeplaatste personen, onderdak bieden voor onderduikers, het saboteren van
een treinrails en bruggen.. 
 
Je met het verzet bezighouden bracht ook een groot risico met zich mee, je kon
opgepakt worden. Soms werden de leden van het verzet dan vermoord, soms
werden ze opgesloten in concentratiekampen.  Ik kom nu bij het onderwerp van mijn
les.. concentratiekampen.

Van concentratiekampen hebben de kinderen al het een en ander gehoord bij de les
van dinsdag over de verdrukking van de Joden, deze werden ook naar
concentratiekampen gebracht. Ook in de video is naar voren gekomen hoe een
concentratiekamp eruit ziet. 

Een tweede keus voor de kinderen is het maken van een trein met behulp van een
melkpak als begin. Deze trein is gesaboteerd door de verzetters doordat ze de
treinrails hebben opgeblazen.


16
In het lesschema staat in grote lijnen beschreven wat de bedoeling is van de les.
De kinderen werken in 5 groepen.

Ik laat de kinderen zoveel mogelijk vrij in de opdracht, ik zeg wat het product moet
zijn maar over de manier waarop zij dit tot stand brengen laat ik ze zoveel mogelijk
vrij, net zoals in hun materiaalkeuze.  Wel geef ik de kinderen aanwijzingen en
stimuleer het overleg met elkaar, zeker bij het maken van het kamp is dit belangrijk
omdat het qua verhoudingen op elkaar moet passen.







17
Lesschema Woensdag
-Concentratiekampen-


Naam Leerkracht:                                   
School:              



Groep: 6/7/8 



Aantal lln.:
Datum:                            
                     Tijdsduur les: 1 uur
Activiteit:                            

Onderwerp: Concentratiekampen


Beginsituatie:
Kinderen werken de hele week rond het thema 4/5 mei
Ze hebben inmiddels dus al enige achtergrondkennis.

Lesdoel: 
Kinderen krijgen een beeld van het werk van verzetsmensen uit de Tweede
wereldoorlog. Ze zijn actief bezig met hun handen, leren overleggen met elkaar. 

Persoonlijk leerdoel: 
Kinderen motiveren voor de opdracht door een spannende introductie. Goede
instructie en tijdens de les goede tips geven voor het verbeteren van het werkstuk.
Stimuleren van het samenwerken.


Dagelijkse terugblik:
Ik kijk samen met de kinderen aan het begin van de les even kort terug naar de
eerste twee dagen van onze themaweek, wat weten we inmiddels?

Globale les-opzet: 
Ik geef kort wat informatie over het verzet, wat deden zij ? Ik laat een stukje
videoband zien om dit extra duidelijk te maken. 

Ik begin hierna met een korte introductie van de twee mogelijke opdrachten. 
3 groepen werken aan het concentratiekamp.
2 groepen werken aan de treinopdracht.

Kinderen krijgen de volgende materialen:
Papier, lijm, scharen
Melkpakken voor de treinen
Satéprikkers en ijzerdraad voor de rails en omheining van het kamp.
Ijsstokjes (voor het maken van de barakken en torens)
Enz enz… Wanneer kinderen een materiaal willen gebruiken dat er nog niet is
kunnen ze dit aan mij vragen, ik speel dus in op het zelf ontdekken van het kind. Ze
moeten zelf met ideeën komen en vragen om materialen.  



18
Kamp: 
1 groep maakt barakken
1 groep maakt de omheining en de ondergrond van het kamp (met zand bijv)
1 groep maakt wachttorens.

Trein:
Er zijn hiervoor 2 groepen, kinderen mogen of twee aparte werkstukken maken of 1
hele lange trein. Kinderen mogen zelf overleggen over wie wat doet. Eis van mij is
dat er een rails komt!!

Periodieke terugblik: 
Wanneer de spullen zijn opgeruimd en de werkstukken voor in de klas staan
bespreek ik dezen met de kinderen. Hoe heb je dit gemaakt? Wat vind de mooi, wat
kan nog beter? Hoe ging het samenwerken? Na de korte nabespreking geef ik de
werkstukken een duidelijke plek in de klas.


19
Donderdag
-Muziek-

We gaan vandaag verder met ons thema. Vandaag willen we stilstaan bij het
onderwerp: Bevrijding. 

’s Morgens
Net als gisteren beginnen we de dag met het doornemen van de krantenartikelen die
de kinderen hebben verzameld en meegenomen van thuis, ook zelf heb ik natuurlijk
voor een aantal artikelen gezorgd en de krant meegenomen. 

We praten hierover en zo ontstaat er een gesprek. Hierin moet heel duidelijk het
thema 5 mei in naar voren gehaald worden. Mijn bedoeling is om de leerlingen aan
het woord te laten en juist hun laten vertellen wat ze bezig houdt.
Ik probeer ook aan deze punten te denken in het gebed. 

Hierna introduceer ik het onderwerp van vandaag: bevrijding. Wat houdt dit nu in?
Een idee is om het Bijbelverhaal op dit onderwerp aan te passen. Te denken valt dan
aan Israëls  strijd met de Amelekieten waar Mozes zijn staf omhoog moet houden of
een dergelijk verhaal. Probeer dit ook concreet te maken naar de leerlingen toe.

‘s Middags
Wanneer het middag is geworden kunnen we verder gaan met het werken aan ons
project, het vakgebied dat vanmiddag aan de orde komt is muziek.  Maandag is het
uitbreken van de oorlog naar voren gekomen; Dinsdag de verdrukking van het volk
en de jodenvervolging Gisteren is het verzet in Nederland naar voren gekomen en
vandaag gaan we het hebben over de bevrijding. 

Vertel een verhaal over de bevrijding. Lees een gedicht voor of iets dergelijks en
vertel wat bevrijding nu is. Neem materiaal mee als boeken, platen, kaarten etc en
verduidelijk hiermee uw verhaal. 
Breng met de bespreking van het thema duidelijk naar voren dat bevrijding niet
alleen maar blijdschap is, maar dat het ook een terugkijken is naar de gesneuvelden
en de jaren die voorbij gegaan zijn.

Introduceer daarna uw muziekles. (zie lesschema)

Sluit de les af met een korte video of diaserie. Probeer hier stukken te laten zien met
muziek. (tip: gebruik een videoband met een stuk van een Christelijk
bevrijdingsfestival of iets dergelijks)


20
Lesschema Donderdag
-Bevrijding-



Naam Leerkracht:                                   
School:              



Groep: 6/7/8 



Aantal lln.:
Datum:                            
                     Tijdsduur les: 1 uur
Activiteit:                            

Onderwerp: Bevrijding



Beginsituatie:
We zijn al een aantal dagen bezig rondom het thema 4 en 5 mei; oorlog en vrede.
We zijn hierbij bezig geweest rondom de expressievakken tekenen en
handvaardigheid. Deze les sluit hierop aan met het expressievak muziek.

Lesdoel:
Kinderen hebben aan het eind van de les geleerd dat je je kunt uiten in muziek. Juist
muziek is een hele goede manier om je te uiten. 

Persoonlijk leerdoel:
Kinderen op een positieve manier bij de les betrekken. 
Leerlingen zich laten uiten.







Dagelijkse terugblik:
Wat hebben we gisteren ook weer gedaan? We bekijken nog even de produkten die
we gemaakt hebben. We houden een klassengesprek over het onderwerp.
Leerlingen hebben het er natuurlijk uitgebreid thuis over gehad, dus het is belangrijk
om hierover na te praten. Juist het mooie is om te zien hoe kinderen denken en met
het onderwerp bezig zijn.

Globale les-opzet:
-Vertellen over de bevrijding.
Nederland wordt na 5 lange jaren en na een lange oorlogswinter bevrijd van de
Duitsers. Vertel hoe die strijd is verlopen. Veel gevechten en ook veel gesneuvelde
militairen, maar ook veel blijdschap om de herwonnen vrijheid.
-We bespreken wat muziek voor invloed op je heeft. Laat de leerlingen luisteren naar
2 soorten muziek. 1 stuk melancholiek en 1 stuk blijde muziek. Laat de leerlingen
benoemen wat ze horen en hoe het komt dat de muziek blij of verdrietig klinkt. Wat

21
voor instrumenten worden hiervoor gebruikt?
-We zingen zelf het Wilhelmus. We bespreken wat dat voor betrekking heeft op ons
thema. Hoe kunnen we het blij laten klinken? Zijn er ook droevige gedeelten? 
-We zingen eventueel nog meer liederen rondom ons thema.
-We luisteren naar marsmuziek die past bij bevrijding. We bespreken waarom
marsmuziek past bij het thema bevrijding.
-We voeren zelf een mars uit met instrumenten.



Periodieke terugblik:
We kijken even terug wat we gedaan hebben en we bespreken het kort. 



Differentiatie:
Dingen kunnen weggelaten worden uit de lesopzet. Dit naar behoefte van de
leerkracht en naar het muzikaal niveau van de klas.






22
Vrijdag
-Afsluiting-

's Morgens
2 Dagen voordat deze les gegeven wordt, wordt er gevraagd aan de kinderen om
wat krantenartikelen en foto's mee te nemen over de oorlog in Irak.
Laat ze op de achterkant hun namen schrijven, zodat ze het materiaal later terug
kunnen krijgen.
De dag van te voren dat deze les gegeven wordt, kan je dan zelf kijken naar de
artikelen en foto's, en je voorbereiden op reacties van de kinderen. Ook kun je
vragen voorbereiden om te stellen. De soorten vragen:
-
Perspectief nemen vanuit betrokkenen
-
Vragen die leiden tot het vellen van een moreel oordeel
-
Inhoudelijke vragen
-
Vragen naar redenen van bepaalde verschijnselen
-
Vragen naar meningen van kinderen

Tijdens de les zelf beginnen met het uitdelen van de materialen. Elk kind zijn eigen
artikelen en foto's. 
Je begint met het laten voorlezen van een artikel. Je stelt dan de vragen die je over
dat artikel hebt voorbereid. De soorten vragen die je kunt stellen over zo'n artikel
staat hierboven vermeld.

Je voelt wel aan wanneer de kinderen het zat worden om over de artikelen te praten.
Stop er dan ook op een gegeven moment mee.

Verdeel de klas in groepjes van niet teveel kinderen, maximaal 3.
Geef de kinderen allemaal grote vellen papier, grote gekleurde kartonnen van groter
dan a3 formaat. Laat de kinderen daarop hun artikelen plakken en foto's. Laat ze
daar ook zelf dingen bijschrijven of tekenen.
Het moeten informatieve werkstukken worden. De lesinhoud van de les hiervoor
moet daarin verwerkt zijn.

's Middags
Dit is de afsluiting van het project. Hierbij is geen lesschema, want de afsluiting is
een hele leuke en bijzondere.
Informeer van te voren of er iemand is, die oorlog heeft meegemaakt en daar over wil
vertellen aan de kinderen. Dat kan een allochtoon zijn, maar de kans daarop is klein.
Het kan ook een ouder iemand zijn die de tweede wereldoorlog heeft meegemaakt.
Vraag van te voren na wat die persoon wil gaan vertellen en hoeveel tijd hij of zijn
daarvoor nodig denkt te hebben. Kijk ook of het een persoon is die boeiend kan
vertellen. De middag moet er immers voor een deel mee gevuld zijn.
De kinderen kunnen fijn luisteren, en mogen na afloop vragen stellen aan die
persoon.
Als er dan nog tijd over is, zorg dan dat je een video achter de hand hebt zodat je de
rest van de middag video kunt kijken over oorlog. Zorg wel dat het geen te
schokkende beelden zijn voor de kinderen! Neem maar een documentaire over de
tweede wereldoorlog.

23
Lesschema Vrijdag
-Afsluiting van de projectweek-


Naam Leerkracht:                                   
School:              



Groep: 6/7/8 



Aantal lln.:
Datum:                            
                     Tijdsduur les: 1 uur
Activiteit:                            

Onderwerp: Oorlog en vrede nu/ afsluiting.


Beginsituatie:
De kinderen zijn bekend met de oorlog, horen ervan van ouders, en de media, en
elkaar

Lesdoel:
De kinderen gaan deze les moreel oordeel proberen te vormen over de oorlog, en
krijgen inzicht in redenen en gevolgen van de oorlog


Persoonlijk leerdoel:
Kinderen positief betrekken bij het onderwerp.
Aansluiten bij wat er leeft onder de kinderen.
Aansluiten bij het nieuws en de werkelijkheid.





Dagelijkse terugblik:
Wat hebben we gisteren gedaan? Wat hebben we ervan geleerd? We kijken terug
naar het gemaakte werk. We bespreken krantenartikelen van de afgelopen dagen.
Eventueel een groepsgesprek over dingen die de leerlingen deze dag gehoord,
gezien hebben rondom het thema en wat ze kwijt willen. Neem hier de tijd voor!

Globale les-opzet:

-
De kinderen krijgen hun meegebrachte krantenartikelen en foto's terug
-
De kinderen mogen een voor een hun artikel voorlezen, of een stukje daarvan
als het te lang is
-
Daarna wordt per krantenartikel doorgevraagd op de mening van de kinderen
-
Er wordt perspectief genomen door leerlingen uit betrokkenen in het 
-
Krantenartikel
-
Er wordt ook geprobeerd een ( moreel ) oordeel te vellen over de beschreven
situaties in het krantenartikel
-
Er wordt gepraat over persoonlijke meningen van kinderen over de oorlog
-
Er wordt op schema gezet wat de aanleiding is, met een terugblik naar de
vorige golfoorlog, en wat de gevolgen zijn heden en zullen zijn in de toekomst.


24

Periodieke terugblik:
 
Wat hebben we ervan geleerd? Wat vonden we bijzonder? Past deze les bij ons
thema en waarom? 


Differentiatie:

Het is moeilijk om deze les aan differentiatie te doen, maar wat wel een vorm is, is de
moeilijkheid van de vragen variëren, zodat er meerdere niveaus van leerlingen een
goed antwoord kunnen geven op de vragen. Ook is het goed om het bordplan ter
ondersteuning erbij te pakken: stapsgewijs dingen inventariseren.






25
Afsluiting

Om de week echt tot zijn recht te laten komen en het voor kinderen levend te maken,
kunt u gebruik maken van diverse mogelijkheden. Wij reiken u een aantal concrete
tips waar u mee kunt werken. O.a. internetsites, excursie, films, muziek en boeken.

Concrete tips:

Gebruik (beeld)materiaal; 
o
film -> The longest day, A bridge too far, Soldaat van Oranje, D-Day,
De slag om Arnhem, Dieppe,  Saving private Ryan
o
foto’s -> uit boeken, van opa’s en oma’s, van internet 
o
muziek -> volkslied (diverse landen), marsmuziek
o
oude voorwerpen -> kleding (legeruniform, jurken), speelgoed
o
boeken -> Anne Frank, geschiedenisboeken (7000 jaar
wereldgeschiedenis; de tweede wereldoorlog, uitgeverij Lecturama)


Gebruik internet
o
Webquest -> met een opdracht de kinderen iets op laten zoeken
o
Informatie opzoeken: 

http://tweedewereldoorlog.pagina.nl
Hier kun je allerlei sites vinden over de tweede wereldoorlog

http://www.wo2.nl
Deze internetsite heeft een speciale pagina voor kinderen

http://proto.thinkquest.nl/~jrb042/
geeft informatie over belangrijke personen (Corrie ten Boom,
Anne Frank) 

http://www.annefrank.nl/ned/default2.html
Dé Anne Frank site

http://www.corrietenboom.nl
Alles over Corrie ten Boom


Probeer mensen te zoeken die de oorlog hebben meegemaakt of er veel van
weten en daar iets over kunnen vertellen in de klas

Maak van je geschiedenisverhalen een ‘ik-vorm’ -> maak het verhaal levend

Maak een excursie naar bijvoorbeeld de Grebbenberg, de militaire
begraafplaats of een oorlogsmuseum



26
Kopieerblad 1:
Lesschema dag:
Thema:

Naam Leerkracht:                                   
School:              



Groep: 6/7/8 



Aantal lln.:
Datum:                            
                     Tijdsduur les: 1 uur
Activiteit:                            

Onderwerp:



Beginsituatie:





Lesdoel:






Persoonlijk leerdoel:








Dagelijkse terugblik:


Globale les-opzet:








  



27





Periodieke terugblik:
 



Differentiatie:









28
Kopieerblad 2:
Evaluatieformulier bij dag:
Thema:

Evaluatie lesdoel:











Evaluatie persoonlijk leerdoel:












Sterkte – zwakte analyse
Sterke punten
verbeterpunten
























29






Nieuw persoonlijk leerdoel n.a.v. de sterkte – zwakte analyse:






Wat valt te verbeteren voor de volgende keer?







Help bij deze pagina

Dit is het overzicht van de door jou gekozen les. Je vindt hier achtereenvolgens:

leseigenschappen
een html-versie van de les om snel doorheen te kunnen bladeren
het is belangrijk om lessen ook te beoordelen
mogelijkheid om de Word-versie te downloaden
door anderen al gemaakte opmerkingen bij deze les
Les
Bestand:      Projectweek4en5mei.doc
Datum:      08-11-2004
Sender:      Marijke911
Titel:      4/5 mei
Groep:      6,7,8    [ groep : vragen & opmerkingen ]
Vakgebied:      drama    [ vakgebied: vragen & opmerkingen ]
Thema:      tweedewereldoorlog    [ thema: vragen & opmerkingen ]
Omschrijving:      Het zijn een aantal expressie lessen om 4/5 mei: Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. Muziek, tekenen en handvaardigheid voor de bovenbouwgroepen.
Beoordeling:      Niemand heeft deze les nog beoordeeld
Preview
Deze les beoordelen
Downloaden (Word document)
Projectweek4en5mei.doc
Al eerder gemaakte opmerkingen
gebruikersnaamcijferopmerking