voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
KlankverhaalGroep: groep1,groep2Vakgebied: muziek Thema: herfst Omschrijving: Een klankverhaal met geluiden dat je kunt opnemen op een bandje en weer terug kunt luisteren. Zoekwoorden: muziek taal herfst Klankverhaal voor groep 1/2 Benodigdheden: enkele Pringles-bussen of trommels potloden fluitje dik boek papiertje dat ritselend geluid maakt grote trom kopje en lepeltje cassetterecorder met opneemfunctie Leg uit dat je een verhaal gaat vertellen en dat jullie samen bijbehorende geluiden erbij gaan maken. Vertel dat je dit gaat opnemen op een cassettebandje. Eventueel oefen je eerst een klein stukje en laat dat alvast terug horen. Vertel dat je alles kunt horen, dus ook schuiven van stoelen, hoesten e.d. Vraag de kinderen zo stil mogelijk te zijn. Spreek van tevoren af wie welke geluiden gaat maken. Je kunt het ook anders doen: je vertelt eerst het verhaal en vraagt aan de kinderen welke geluiden je daarbij zou kunnen nabootsen en hoe je dat kunt doen. Als het verhaal helemaal goed op het bandje staat, kun je het bandje in de luisterhoek leggen. Het verhaal: Het is herfst. In het bos loopt Moppie, de eekhoorn. Hij zoekt eten: eikels, kastanjes en beukennootjes. Die stopt hij in zijn mandje. * (hand op pringles-bus) Dat gaat hij niet allemaal vandaag opeten, hoor. Hij bewaart het voor in de winter. In de winter is er niet meer zo veel eten te vinden in het bos. Dan is het fijn als je een voorraadje hebt. Dat heet een wintervoorraad. Moppie heeft het er maar druk mee. Het begint te regenen * (met potlood op Pringles-bus) Eerst zacht. * Dan wat harder. * En nog harder.* En het waait ook zo hard *. (blazen) Er komt een vogel aangevlogen. * (fluiten) Moet jij niet naar binnen toe? Het is zo koud buiten. Nee hoor, zegt Moppie, ik heb het niet koud. Ik heb een warme jas aan, ha ha. Nou, ik ga een beetje schuilen, zegt de vogel * (fluiten) .... en hij vliegt weg. Moppie stapt lekker door *.(stappen met de voeten op de grond) Dan ziet hij een kabouter bij een paddestoel staan. Hoi, zegt de kabouter, heb jij het niet koud, Moppie? Nee hoor, ik heb een warme jas aan. En ik stap stevig door, daarvan word je ook warm. Nou, ik ga gauw naar binnen. Ik heb het wel koud, zegt de kabouter. Hij slaat de deur van de paddestoel met een klap dicht. * (dik boek dicht klappen) Moppie stapt weer verder. *(stappen met de voeten op de grond) En het regent en het regent maar. * (met potlood op Pringles-bus) En de wind waait om zijn oren. * (hard blazen) Plotseling waait er een blaadje in zijn gezicht. * (geluid maken met een papiertje) In zijn handen draagt hij zijn zware mand vol met nootjes. Moppie ziet niet waar hij loopt. Hij struikelt over een dikke tak. Hij valt * (slag op de trom) Alle nootjes rollen over de grond. ***(slagen op de grote trom) OOOHHH kreunt Moppie. Daar komt zijn vriendje Pommie. Ah, hier liggen veel nootjes en kastanjes! Die zijn allemaal uit mijn mandje gevallen, toen ik viel. Oh, mijn Moppie toch. Ik help je hoor. We doen alle nootjes weer in je mandje. En dat doen ze. *(handen op pringles-bus) Samen gaat het lekker snel. **** (handen op pringles-bus, nog iets sneller) Zullen we even naar mijn huisje gaan? vraagt Pommie. Dan nemen we iets te drinken. Met wat lekkere nootjes erbij! zegt Moppie. Samen lopen ze naar zijn huisje. ** (2 kinderen stappen met de voeten op de grond) Ze gaan naar binnen, ze doen de deur dicht.* (boek dicht klappen) Pommie kookt een ketel water. * (fluiten) Hij maakt een lekker kopje thee. Beetje suiker. Even roeren. * (met lepeltje tegen een kopje) En smullen maar. Ze rusten samen heerlijk uit.
|