voor nog meer lessen: Lesidee.nl
help bij deze pagina

Maken van een logo

Groep: groep5,groep6,groep7
Vakgebied: beeldendevorming
Thema: logo
Omschrijving: Je start de les met een verhaal over een geheime club met een logo. Vervolgens denken de kinderen in groepjes na over het doel en voorwaarden van/aan een logo. Daarna zelf aan de slag met een ontwerp en uitvoering van een eigen logo
Zoekwoorden: logo symbolen

LESVOORBEREIDING VOLGENS HET ACTIVERENDE DIRECTE INSTRUCTIEMODEL

Student: Agnes van Ieperen
Groep: 
Docent: 
Stageschool: 
Groep: 6

Lesduur: ong. 60 min.
Activiteiten student Les Beeldende Vorming (les 2 van een
serie van 3)

Datum: 

Aandachtspunten student:
1. verteltempo 
           2.  oogcontact
   3. duidelijke uitleg opdracht

Verantwoording van de les
Beginsituatie:

In deze les leren de leerlingen wat ‘logo’s’ zijn en wat voor nut/doel ze hebben. Daarnaast gaan ze aan de slag met het
eigenhandig ontwerpen/maken van een logo. De leerlingen komen in het alledaagse leven logo’s tegen bewust of onbewust. Bij de
vorige les is er aandacht besteed aan symbolen van vroeger, o.a.. bij de Egyptenaren (hiërogliefen, muurtekeningen) en de
Indianen (totempalen en muurschilderingen) De werkvorm is bekend en in groepjes werken geeft geen problemen. Bij het
zelfstandig werken zijn er een tweetal kinderen die moeite hebben met de opdracht om te zetten in zelfstandig handelen. Zij
hebben extra instructie nodig om de opdracht te kunnen overzien en op te starten. Deze les komt niet uit een methode en hoort bij
een serie lessen (3) over symbolen en tekens. 

Lesdoelen:        
Productdoelen: aan het eind van de les hebben de leerlingen een eigen logo gemaakt, dat voldoet aan de eisen zoals zij die als klas
hebben opgesteld. Zij hebben bij het ontwikkelen van het logo gebruikt gemaakt van meerdere materiaalsoorten. 
Procesdoelen: ze hebben in groepjes overlegd waar een logo aan moet voldoen, ze worden zich bewust van de criteria die
gehanteerd worden bij het ontwikkelen van een logo en kunnen deze benoemen en toepassen. Ze hebben het eigen werk kritisch
bekeken. Vervolgens hebben ze elkaars werk besproken. 

Didactische werkvormen:   
vertellen, vragen stellen, gesprek leiden, uitleggen, groepsproces begeleiden

Speel-/leeractiviteiten:
luisteren, vragen beantwoorden, overleggen in groepjes, ontwerpen, kritisch kijken/ reflecteren

Speel-/leermiddelen:
Kladpapier, knutselmateriaal, computer 


Evaluatie:
Na de les worden alle logo’s bekeken en wordt er gekeken welk logo de klas zou kiezen als schoollogo, en waarom. In de
nabespreking komen zowel productvragen als procesvragen aan de orde. Deze vragen slaan terug op de eerder geformuleerde
doelen. Tot slot worden de logo’s gebundeld gekopieerd en uitgedeeld.

Organisatie
Vooraf: Opstelling, indeling van de ruimte en indeling van de groepen (4 kinderen) bepalen en arrangeren. Voorbeeldlogo’s
opzoeken en er een stencil van maken voor de differentiatieopdracht, verhaal voorbereiden, krijtje, bord (voorwaarden voor een
logo achter op het bord schrijven), schrijfpapier en knutselmateriaal klaarleggen.
Logistiek: Computers checken (hoeveel beschikbaar) wie mag waar en wanneer? Een gedeelte van de klas zal tegelijk op de
computer willen.

Tijdens: Rondlopen (vragen beantwoorden, aansturen en motiveren, checken of de kinderen de aangeboden structuur gebruiken
en kunnen komen tot een logo). Instructie verhelderen bij kinderen die moeite hebben om concreet vorm te geven aan de
opdracht. De kinderen kunnen elkaar binnen de groepjes helpen waar nodig.

Na afloop: Twee kinderen verzamelen alle logo’s, deze worden klassikaal bekeken. Opstelling van tafels en stoelen blijft
gehandhaafd voor de volgende les.

Na de laatste bespreking worden de logo’s gekopieerd en samengebundeld (andere leerling en leerkracht) tot een ‘logoboekje’ en
verspreid.


















































  Nauwkeurige beschrijving van de les
Tijd
1. Terugblik:
De vorige keer hebben het we gehad over de tekens die men vroeger in Egypte gebuikte, wie weet nog hoe je deze
tekens noemt? En waarom werden deze tekens ook alweer gebruikt? Welke tekens en symbolen hebben we nog meer besproken,
wie kan er een voorbeeld noemen?

3-5
2. Oriëntatie:
Ik vertel de leerlingen een verhaal over een jongen die een geheime club wil oprichten, net als zijn broer. Ik leg de
nadruk op het ‘geheime’ van de club en vertel dan verder over een speciaal (en geheim) teken, een logo. (motivering van de
leertaak)
Samenvatting verhaal: Jelle en zijn broer zitten op dezelfde school (beginbeeld). Op een dag ziet Jelle dat zijn broer, na schooltijd,
met een paar vrienden richting het bos loopt (motorisch moment). Jelle achtervolgt zijn broer en ziet hen naar een geheime hut
in het bos toelopen. Hij trapt per ongeluk op een tak en die kraakt….. (climax) Jelle wordt gesnapt en weggestuurd. Hij wil zelf ook
een geheime club oprichten met een eigen teken, een logo en gaat op zoek naar zijn vrienden (eindbeeld).
De leerlingen zullen reageren op de inhoud. Ik vraag: Hebben jullie ook geheime clubjes? Wat doe je dan? Weten jullie wat een logo
is? Wie kan er een voorbeeld noemen en misschien ook tekenen?

5-7
3. Uitleg:
Jullie weten nu al heel wat over tekens en symbolen. Het ‘logo’ hoor ook bij dit onderwerp. 
Instructie: Nu ga ik nog niks vertellen over logo’s, maar jullie gaan in groepjes overleggen wat het nut is van logo’s en ook waar
een logo aan moet voldoen. Schrijf deze punten op en dan gaan we daarna kijken wat iedereen heeft opgeschreven. 


3
4. Begeleide inoefening:
Ik vraag of alle groepjes klaar zijn met het bespreken en laat vervolgens één persoon per groepje
vertellen wat zij hebben genoteerd. Er mag op elkaars punten gereageerd worden en ik stuur dat ook aan: Wat vinden jullie van
deze punten?

-vervolg- 3 Uitleg:
Na het inoefenen vertel ik de klas dat de directeur graag een nieuw logo voor de school wil, maar dat hij zelf niet weet hoe het
eruit moet zien. Daarom heeft hij gevraagd of alle klassen een logo willen maken en daar gaat hij dan een logo van uitkiezen, dat
voortaan het logo van school zal zijn. 
Ik noem nog een keer de voorwaarden voor een goed logo op, zoals de leerlingen ze daarvoor geformuleerd hebben. Daarbij duid
ik aan dat ze een nieuw logo moeten maken, het mag geen bestaand plaatje of logo zijn. 
Voor het maken van dit logo is er kladpapier om ideeën te schetsen. Vervolgens ligt er allerlei knutselmateriaal om het logo te
maken. Er mag ook gebruik gemaakt worden van de computer, voor beeldmateriaal, maar ook om het logo bijv. aan de hand van
een tekenprogramma vorm te geven. Voorwaarde hierbij is dat er eerst een schets op papier moet worden gemaakt.


5-7




5
5. Zelfstandige verwerking:
De leerlingen gaan aan de slag met de opdracht. Ze mogen binnen de groepjes, zachtjes, met elkaar
overleggen om ideeën op te doen of elkaar te helpen. Ik houd overzicht en bewaak de orde. Ik loop rond moedig de leerlingen en
help waar nodig. 

Differentiatie: Kinderen die eerder klaar zijn mogen op Internet naar logo’s zoeken die op het voorbeeldblad staan (sites).
Wanneer zij deze gevonden hebben noteren ze of ze het een goed logo vinden of niet en motiveren hun antwoord


20
6. Evaluatie:
Productevaluatie: We bekijken alle logo’s en de leerlingen mogen reageren op elkaars werk reageren. Ik stimuleer dat: Wat vinden
jullie goed aan dit logo, waarom? Wat zou je anders doen, waarom?
Procesevaluatie: Wat vond je moeilijk? Welke tips van je klasgenoten waren handig? Zijn er kinderen die moeite hadden om een
logo te verzinnen? Hoe hebben ze dat opgelost? Vond je de opdracht leuk,? Wat vond je leuk/niet leuk? Zou de directeur een logo
kunnen kiezen uit het aanbod van de klas?

Tot slot geef ik feedback over hoe er is gewerkt.


10
7. Terug- en vooruitblik:
We hebben vandaag weer een nieuw onderdeel van tekens en symbolen bestudeerd. Daarnaast hebben
jullie allemaal deze kennis gebruikt bij het maken van een eigen logo. Een logo wordt meestal gebruikt om mensen een
herkenningsteken te geven. Meestal laat een logo al zien waar het voor staat, door o.a. kleur en vorm.
De volgende keer gaan we het hebben over symbolen. Symbolen kom je bijna overal tegen, bijvoorbeeld boven de deur van de klas:
daar hangt een groene lamp met een plaatje erop. Wat betekent dat? (nooduitgang). 
Ik wil jullie vragen om in je eigen omgeving te zoeken naar symbolen en deze na te tekenen en mee te nemen voor de volgende les.
Symbolen die je mee kunt nemen naar school hoef je natuurlijk niet na te tekenen.

5

Help bij deze pagina

Dit is het overzicht van de door jou gekozen les. Je vindt hier achtereenvolgens:

leseigenschappen
een html-versie van de les om snel doorheen te kunnen bladeren
het is belangrijk om lessen ook te beoordelen
mogelijkheid om de Word-versie te downloaden
door anderen al gemaakte opmerkingen bij deze les
Les
Bestand:      Les_Beeldende_Vorming1.doc
Datum:      06-12-2004
Sender:      agnesvanieperen
Titel:      Maken van een logo
Groep:      5,6,7    [ groep : vragen & opmerkingen ]
Vakgebied:      beeldendevorming    [ vakgebied: vragen & opmerkingen ]
Thema:      logo    [ thema: vragen & opmerkingen ]
Omschrijving:      Je start de les met een verhaal over een geheime club met een logo. Vervolgens denken de kinderen in groepjes na over het doel en voorwaarden van/aan een logo. Daarna zelf aan de slag met een ontwerp en uitvoering van een eigen logo
Beoordeling:      Het gemiddelde cijfer is 8.4 (5 beoordelingen)
Preview
Deze les beoordelen
Downloaden (Word document)
Les_Beeldende_Vorming1.doc
Al eerder gemaakte opmerkingen
gebruikersnaamcijferopmerking
ilse de witte10Superles! ik ga hem gebruiken
wendy*8De les steekt goed en georganiseerd in elkaar