voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
Levensbeschouwing les, Openbaar onderwijsGroep: groep1,groep2Vakgebied: KGO Thema: emoties Omschrijving: Een les waarin je naar aanleiding van een verhaaltje met de kinderen praat over boos zijn, en hoe je hiermee omgaat/het oplost. Zoekwoorden: boos levensbeschouwing openbaar emoties gevoelens Naam: Stefanie Groep: 1/2 Onderwerp les: Levensbeschouwelijk onderwijs Boos/driftig zijn, vrienden, oplossingen bedenken Datum: Doelstellingen: Spel, Verbeelden: -De kinderen kunnen relaties leggen tussen spel en de dagelijkse werkelijkheid -De kinderen leren na te denken over hun eigen emoties en hoe ze deze onder controle kunnen houden (drift) -De kinderen leren na te denken over hoe ze een eventuele ruzie zouden kunnen oplossen Organisatie: Inleiding: Ik vertel de kinderen dat ik vandaag een vriendje heb meegenomen. Knorretje (vingerpoppetje). En ik wil ze graag aan hem voorstellen. Samen met de kinderen roep ik Knorretje, en dan komt ie tevoorschijn (uit mijn broekzak). Maar hij doet helemaal niet lief, want hij is boos op mij. Ik vertel de kinderen dat ik gister per ongeluk tegen hem op liep, en dat ie toen heeeel erg boos werd. Hij werd helemaal rood..en hij begon te trillen. Dus toen ben ik gewoon weggelopen. En nu is hij nog steeds boos. Het is gewoon een beetje een driftkop. Ik zeg dat we een ander keertje wel weer met Knorretje praten (deze negeert mij), want vandaag gaat dat niet lukken. Hij is net zo koppig als Janneke . Kern: Ik lees de kinderen het verhaal voor van Jip en Janneke, middeltje tegen drift. Waarin Janneke tot tien wilt tellen, om haar drift tegen te houden. Maar dit lukt totaal niet. Samen met de kinderen praat ik hierover. Ik stel vragen als: -waarom wordt Janneke nou zo boos in het verhaal? -wat doet ze uiteindelijk? (Jip bijten) -heb jij dat ook weleens dat je zo heel erg boos op iemand wordt? -waarom wordt je dan zo heel erg boos? -ben je dan meteen geen vriendjes meer? -helpt het bij jou wel om tot tien te tellen? -wat helpt bij jou? -wat zou je kunnen doen om het daarna op te lossen? Afsluiting: Ik vraag aan de kinderen wat ik nu zou kunnen doen om het weer goed te maken met Knorretje. Ik luister naar de verschillende oplossingen en zeg dat ik thuis wel weer even met hem zal praten. Verhaal Jip en Janneke: Middeltje tegen drift Janneke is zo driftig. O, zo driftig. Niet altijd, hoor. Meestal is ze erg lief. Maar soms wordt ze boos. En dan bijt ze. En ze slaat. En ze krabt! En dan zegt haar moeder: Janneke toch! Wat ben je toch een driftkop. De vorige week heeft Janneke een theepot kapot gegooid. Zo maar tegen de grond. En nu heeft haar moeder gezegd: Als je weer driftig wordt, Janneke, dan moet je heel stilstaan. En dan moet je tot tien tellen. En altijd, als je wilt gaan slaan, dan moet je eerst stilstaan. En tot tien tellen. Zul je dat doen? Janneke zegt ja, Want ze wil het echt wel. Ze heef altijd spijt. Als het gebeurd is heeft ze spijt. En nu is ze met Jip aan het spelen. Heel lief. Ze spelen rovertje. En het gaat zo fijn. Maar opeens zegt Jip: Jij bent geen echte rover. Jij bent toch maar een meisje. En dan wordt Janneke boos. Zo boos. Ze wordt helemaal rood van boosheid. Jip schrikt ervan. Zal Janneke nu gaan gooien? Of slaan? Nee, Janneke zegt helemaal niets. En ze staat heel stil. Erg lang. En ze zegt: Een, twee, drie, vier, vijf Jip begrijpt er niets van. ..Zes, zeven, acht, negen, tien zegt Janneke. En dan vliegt ze ineens op Jip af. En ze bijt hem heel hard in zijn been. Au, au,! Gilt Jip. Kat! Janneke heeft heel scherpe tandjes. En het doet heus pijn. Jip jammert een beetje. En kijk, nu heeft Janneke weer spijt. Het hielp niet .zegt ze. Ik heb toch tot tien geteld. Maar ik heb je toch gebeten. Waarom heb je tot tien geteld? vraagt Jip boos. Dat moet, zegt Janneke. Moeder zegt: Altijd tot tien tellen als je driftig wordt. En dat heb ik gedaan. Jip en Janneke gaan samen naar binnen. En ze gaan vertellen aan Jannekes moeder, dat het niet helpt. O nee? Vraagt moeder, helpt het niet? Dan maar tot twintig. Maar dat is onzin. Want Janneke kan nog niet tot twintig tellen. Ze kan maar tot tien. En niet verder. Dan weet ik het ook niet, zegt Jannekes moeder. Maar ik zal nog eens iets verzinnen. En nu zit Jannekes moeder een nieuw middel te bedenken. Dat is moeilijk!
|