Engels in het Nederlands

Groep: groep6,groep7,groep8
Vakgebied: Taal: Engels
Thema: overige
Omschrijving: De leerlingen zien dat er veel overeenkomsten in talen zijn.
Zoekwoorden: woord woorden dagelijks herkennen vertalen

Beginsituatie
In welk lokaal geef je les?
In het klaslokaal.
Hoeveel van dit soort lessen
heb je al aan deze groep
gegeven?
1 les heb ik in deze klas gegeven.
Wie:
De kinderen van groep 6. Over het algemeen kunnen ze goed samenwerken.
De sfeer is goed. De kinderen helpen elkaar ook als dat nodig is.
Wat:
De kinderen van groep 6 hebben nog geen Engels. Zelf heb ik al aan deze
kinderen een Engelse woordenschatles gegeven, waarop deze les een vervolg
op die les is.

Eigen leerdoelen
Formuleer twee concrete leerdoelen
1
e
doel:
Ik wil leren om de kinderen creatief met een vak aan het werk te zetten en een
goed resultaat laten zien, door de kinderen daar te helpen waar het nodig is.

2
e
doel:
Ik wil leren om een opdracht goed uit te leggen door rustig te spreken en
duidelijk te articuleren. Ook wil ik dat de kinderen allemaal naar mij luisteren.

Lesdoelen
Algemene doelen:

De lln. zien dat er in ons taalgebruik veel engelse woorden zijn. Woorden die wij
dagelijks gebruiken.
De kinderen kennen al bepaalde Engelse woorden.
De kinderen maken kennis met Engelse woorden in Nederlandse tijdschriften.

Concrete,vakgerichte
doelen:
De kinderen kunnen Engelse woorden herkennen uit een tijdschrift.

De Les

Introductiefase
In deze fase komen veelal drie onderdelen aan de orde:
Introduceren
Informeren
Instrueren
Wat doe ik?
Wat doen de kinderen?
Als introductie ga ik met de kinderen na welke
woorden we de vorige les hebben opgeschreven.
Welke hebben ze nog onthouden? Weten ze er
ondertussen nog meer?
Dan geef ik de instructie:
- Je gaat straks engelse woorden uitknippen uit de
kranten, tijdschriften, reclamefolders. En die ga je
opplakken op een vel papier dat je krijgt. Zo krijg
je een collage van engelse woorden.
- Weet je niet zeker of een woord engels is, dan
knip je hem uit en bewaar je hem even, dan praten
we daar straks over.

De leerlingen zeggen de woorden en luisteren ook naar
elkaar.
De kinderen luisteren naar de instructie.

De organisatie
- luisteren naar elkaar, vinger opsteken
-
groepjes indelen
- één lln. van elk groepje komt materialen halen
- zorgen voor tijdschriften
Tijdsduur: 5 minuten.

Uitvoeringsfase
In deze fase komen veelal twee onderdelen aan de orde:
Observeren
Begeleiden

Wat doen de kinderen?
Wat doe jij?

- leerlingen maken de collage
- woorden bespreken die ze niet weten, is het wel
engels, dan opplakken, geen engels? Weg doen.
- namen op de collages schrijven

Ik loop rond, wanneer het een kind niet lukt, help ik
diegene met zoeken.
Wanneer ze een woord niet zeker weten, vragen ze
dat aan mij en geef ik daarop antwoord.

De organisatie

-
Leerlingen ruimen spullen op, op zijn plaats. Snippers in de prullenbak
-
Zorgen voor a3 papier.

Tijdsduur: 20 minuten.

Afsluitingsfase
In deze fase komen veelal twee onderdelen aan de orde:
Afronden
Nabespreken
Wat doe ik?
Wat doen de kinderen?
- Even de collages laten zien voor de klas.
- Een aantal woorden vragen wat dat zou
betekenen.

De kinderen laten hun collage zien.
En beantwoorden mijn vragen.
De organisatie
- collages ophangen
Tijdsduur: 5 minuten.

Totaal: 30 minuten.

Begeleiding
De kinderen begeleiden bij de Engelse woorden die ze niet kennen.

Bronvermelding
geen

Eigen evaluatie en reflectie

Niveau Hoofdfase
Na overleg met tutor en/of stagementor mag de eerstejaars student ook op niveau afstudeerfase
reflecteren
Evalueer nog dezelfde dag!
In de verschillende fasen van de opleiding krijg je te maken met verschillende niveaus wat betreft
evaluatie en reflectie. Deze vragen horen bij:

Zijn de lesdoelen bereikt?
Ja
Dit heb ik gecheckt door:
de doelen na te gaan met de les. De lln. zien dat er in ons taalgebruik veel engelse woorden zijn.
Woorden die wij dagelijks gebruiken.
De kinderen kennen al bepaalde Engelse woorden.
De kinderen maken kennis met Engelse woorden in Nederlandse tijdschriften

Zijn je eigen leerdoelen bereikt?
Ja
Dit werd duidelijk doordat:
De kinderen goed hadden begrepen wat de opdracht was. Dus ik had mijn doel bereikt. De kinderen
waren tevens bezig met een creatieve les.

Kun je aspecten uit de les noemen, die je bij de volgende les anders wil doen?
Ja de kinderen meer plek geven om te plakken en knippen.

Kun je uit de les een aantal aspecten beschrijven die een relatie leggen tussen theorie en
praktijk? Dit kan zowel positief als negatief zijn.
Dat kinderen het best wel moeilijk vinden om Engelse woorden te vinden in een Nederlands tijdschrift.

Kun je deze les plaatsen in een leerlijn? Welke aspecten uit deze les bouwen voort op vorige
lessen of preluderen op volgende lessen?
De les is een vervolgles op de vorige Engelse les die ik aan deze kinderen heb gegeven. Dus ik heb bij
deze les voort gebouwd.

Evaluatie van de mentor/mentrix

Aandachtspunten zijn: de relationele aspecten, de organisatorische aspecten, de leerinhoudelijke aspecten,
leerhouding (attitude) enz. Zie hiervoor ook de algemene stage informatie, verstrekt door de Hogeschool
IPABO.