liedje met bewegingen lente

Groep: groep3
Vakgebied: muziek
Thema: lente
Omschrijving: een les over het aanleren van een liedje, ook met bewegingen
Zoekwoorden: vogels liedje zingen dansen bewegen lente zon seizoen

Postbus 568
7550 AN Hengelo
M.A. de Ruyterstraat 3
7556 CW Hengelo
Tel. 074-2559100

Postbank 813949
Rabo Hengelo 32 75 08 027
info@edith.nl
www.edith.nl
Fax 074-2559191
VOORBEREIDINGSFORMULIER
Pabo 1
Student(e)
Klas
PSL
Stageschool
Plaats
Mentor
:    Luuk ter Denge
:    VR1F
:    Gerry Oldegbers
:    OBS Glanebrug Zuid
:    Glanebrug
:    Ina

Datum
Groep
Aantal lln.

:
29-04-04
:
1/2b
:

Stage opdracht van: (aankruisen)

Vak- vormings-
gebied,
speelwerkthema
of onderwerp:

Muziek

Vogels in de lente

x

mentor
opleiding
eigen keuze
Beginsituatie:
De kinderen kennen dit lied nog niet en ze leren wel vaker nieuwe liedjes.
Lesdoel:
Aan het eind van de les kunnen de kinderen het liedje zingen met de goede tekst. Ook kunnen ze hun nummer
onthouden en deze in de goede volgorde gebruiken.
Persoonlijk leerdoel:

aandachtspunten pedagogische / agogische vaardigheden:
Ik leer hoe ik de kinderen enthousiast maak voor het aanleren van een nieuw liedje.

aandachtspunten (vak)didactische vaardigheden:
Ik leer hoe ik een liedje voor de klas moet voorzingen en hoe ik dit samen met bewegingen moet doen.

Checklist materialen:
Boek met liedje. ‘Takjes’ voor ieder kind.

Lesfase
Tijd
Leerinhoud
Didactische aanpak, organisatie en middelen
Opmerkingen mentor / PSL

Inleiding

Uitleg

Begeleide
inoefening

Verwerking

Evaluatie

5 min

5 min

10 min

10 min

5 min
Vogelgeluiden: fluiten.

Luisteren naar het lied

Tekst en melodie van het
liedje

Een vogel legt zijn ei in een
nest

Volgorde van nummering

De kinderen gaan in een kring zitten. Ik doe zelf voor hoe je
moet fluiten. Ik vraag de lln. wie er allemaal met de mond kan
fluiten. Ik laat ze dat even proberen. Wie kan nog andere
vogelgeluiden maken?

Ik zing het lied voor. Tijdens het zingen loop ik door de klas en
laat de vogel telkens vlakbij een van de kinderen fluiten.

Dan mogen de lln. het ‘tjiep’ meezingen. Ik zing het dan nog
een paar keer voor en dan kunnen de lln. het andere stuk ook
meezingen. Als de lln. het liedje goed kennen kunnen we
verder gaan.

Ik vraag de lln. hoe een vogel eigenlijk kindjes krijgt en dat ze
nu ook kindjes hebben gekregen. De lln. zullen zelf wel met
antwoorden komen. Dan vraag ik waar de vogels hun eitjes
leggen. In het nest dus en dan vertel ik dat wij met het liedje
een nest gaan maken. De eerste keer als ik het liedje zing leg
ik in de goede volgorde het takje neer. Dan verdeel ik de lln. in
groepjes: 1, 2, 3 en 4. Deze doen hetzelfde bij elk liedje. Hier
bij moeten de lln. goed hun nummer onthouden. Het liedje
wordt dan dus nog 4 keer gezongen.

We zingen het lied nog een keer ter afsluiting. Misschien dat
er nog een ander lentelied gezongen kan worden die ze al
kennen.
Totaalindruk:

Paraaf:

Zelfevaluatie student
Wat ging goed?
Waardoor kwam
dat?

:

Wat ging niet
goed?
Waardoor kwam
dat?

:
Is het lesdoel
bereikt?

:

Samenvatting opmerkingen mentor, PSL (invullen door student)

Aandachtspunten voor de volgende les