Theepotje

Groep: groep5,groep6
Vakgebied: beeldendevorming
Thema: moederdag
Omschrijving: De kinderen knutselen een theepotje
Zoekwoorden: theepotje moederdagkado knutselen voor moederdag kasteloos materiaal

LESFORMULIER beeldende vorming: theepotje maken
Groep 5 en 6, 22 april ’04

De activiteit:

De kinderen gaan een theepotje maken voor moederdag.

Voor wie is de activiteit bedoeld:

Voor groep 5 en 6

Wat weten de kinderen al over het onderwerp van de activiteit:

De kinderen hebben al vaker geknutseld en weten wat moederdag is.

Wat wil ik bereiken met mijn activiteit, wat is mijn doel:

Doelen voor de kinderen: De kinderen kunnen een theepotje maken,
individueel.

Doelen voor mijzelf: De kinderen goed begeleiden, zorgen dat alle materialen
klaar liggen/staan.

Hoe ziet mijn organisatie van de les eruit:

Theepotjes op papier getekend 28

Scharen

Dik kartonpapier 28

Potloden (teken en kleur)

Wc-rolletjes 28

Theezakjes 28

Plaksel

plakband

Op welke manier wek ik de interesse van de kinderen voor mijn
activiteit, hoe begin ik mijn activiteit:

Ik neem een theepot mee van thuis en zet deze op een dienblad in de klas. De
theepot zet ik er s’ochtends neer, de kinderen zijn dan de hele dag al benieuwd
wat er met die theepot is.

Wat is de kern van mijn activiteit:

De kinderen gaan een theepot maken. Ze knippen eerst het voorbeeld twee keer
uit en trekken dit over op het karton. Het kartonnen theepotje knippen de
kinderen uit en kleuren deze, ze mogen er ook stukjes papier opplakken.
Als de theepotjes gekleurd zijn plakken ze aan beide kanten van het wc-rolletje
een theepot en maken de theepotjes aan elkaar. Boven en onder worden de
theepotjes niet aan elkaar gemaakt. Aan de bovenkant maken de kinderen nog
een dekseltje dat iets groter is als het wc-rolletje., voordat ze het dekseltje op de
theepot maken, doen ze eerst een theezakje in de pot.

Hoe sluit ik mijn activiteit af:

Alle theepotjes worden bij elkaar gezet. Eventueel mogen de kinderen het
gedicht dat ik s’morgens heb voorgelezen voor moederdag er nog ij doen ( zelf
schrijven)

pendelschema

De leerstof
(informatie)
De leerling (de
ervaringen van het
kind)
De leefwereld (
praktijk, het kind
ervaringen laten
opdoen)

Opnemen: De kinderen
luisteren naar mijn uitleg.

Bewerken:

Openen:

Delen:

Doen:

Maken:
de kinderen
maken een theepotje

Ervaren:

Verwerken:

Doen:

Maken:
de kinderen
maken een theepotje

Wat ging er goed, wat ging er fout (evaluatie):

De kinderen vonden het een leuke activiteit, geen standaard moederdagcadeau.
Ze deden enthousiast mee en er zaten hele leuke resultaten tussen.
De twee theepotblaadjes die tegen elkaar geplakt moesten worden, waren
eigenlijk iets te klein voor het wc-rolletje.

Leerpunten voor een volgende les:

De volgende keer moet ik eerst zelf een voorbeeld maken, zo kan ik zien of alles
goed past en waar de moeilijkheden zitten.