voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
op enneerspringenGroep: groep3,groep4Vakgebied: bewegingsonderwijs Thema: overige Omschrijving: Uitgebreideopstelling om op en neer, en in- en uit te springen incircuit. Zoekwoorden: springen op en neer in en uit circuit groepjes gym Wat heb je nodig? 1. MINI-TRAMPOLINE (M.T.) voor brug of klauterraam. Brug en klauterraam zijn er voor om met handen vast te houden terwijl leerling IN M.T. op en neer springt. 2. MINI-TRAMPOLINE met: a. kastdelen 2 of 3 hoog voor de trampoline (aanloopje-kant) b. dikke valmat of laag van kl. matjes op drie banken die naast elkaar en aaneen geschoven achter M.T. ligt (=verhoogd landingsvlak) 3. MINI-TRAMPOLINE a. Twee banken naast elkaar en aaneen geschoven VOOR M.T. (aanlooplengte) b. dikke valmat of laag van kl. matjes op drie banken die nast elkaar en aaneen geschoven ACHTER M.T. ligt (=verhoogd landingsvlak) N.B. 1: Deze 3 LHM-situaties na elkaar aanbieden/gebruiken omdat leerkracht zowel bij 1,2 als 3 hulp moet verlenen. N.B. 2: Dit thema naast andere thema's in een lesstructuur aanbieden (pluriforme opzet). Bij situatie op en neer en uitspringen TEN HOOGSTE 6 LEERLINGEN TEGELIJK. De andere leerlingen zijn verdeeld over overige aangeboden themasituaties. Volgorde van leervoorstellen Bij 1: a. Je vasthouden aan sport van kl. raam en tenminste 5 x op en neer springen b. Een leerling mag net zo lang op en neer gaan tot de zandloper leeg is. (handen vast en een 'beetje los') Bij 2: a. Vanaf kastdeel in M.T. springen en landen op mat op eigen wijze. b. Vanaf kastdeel in M.T. landen op voeten en rechtop/gestrekt blijven c. Er ligt een vloerstrip (of kruis met krijt tekenen) op 1m achter M.T. op mat. Na uitsprong precies landen op vloerstrip of krijtkruis. Bij 3: idem bij 2, nu aanloopje vanaf uiteinde bank. Groepering Geen keuze bij thema m.b.v. MINI-TRAMPOLINE maar wel: Klein werkgroepje (zes leerlingen) door LKR. bepaald op vaste werkplek bij bep. situatie. Na bepaalde werktijd en na bv. twee verschillende LHM-situeringen te hebben ervaren, worden zes andere leerlingen gekozen enz. Begeleiding leerkracht: Bij 1: Leerkracht houdt leerling in rompgreep, nl. hand tegen rug en andere hand borst. Leerkracht staat naast M.T.. De leerkracht kan ook met twee handen bovenarm vastpakken Bij 2/3: Weer rompgreep en leerling reeds bij INspringen in rompgreep beveiliging en pas loslaten als leerling op mat is geland. Naast de M.T. staan en zijwaarts meelopen. Ook hier kan later bij bovenarm met TWEE HANDEN worden vastgepakt. N.B.: Niet te vlug hieruit willen springen, met vrijwel gestrekte knieën, gebruik maken van vering
|