voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
sneeuwvlokkenGroep: groep1,groep2Vakgebied: beeldendevorming Thema: winter Omschrijving: Knutselen van sneeuwvlokken met textiel. Zoekwoorden: textiel kleding sneeuw winter seizoen Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Sneeuwvlokken mobile De sneeuwvlokken mobile staat in een methodeboekje textielvaardig. Ik heb de mobile zelf gemaakt. De kinderen hoeven niet perse zoveel pompoenen te maken. Ik heb er zoveel gemaakt zodat er genoeg voorbeelden zijn. Voor het voorbeeld heb ik gekozen voor een ring. De kinderen mogen ook iets anders maken, bijv. een wolk. 1. Welke materialen en gereedschappen heb ik nodig bij dit lesje? Verschillende kleuren witte wol Dun karton Dik blauw papier Ronde voorwerpen, zoals een glas, een potje, enz. die als mal kunnen worden gebruikt. Potlood Kinderschaar Puntige schaar Stopnaald Plakband 2. Wat moet ik voor de aanvang van de les aanwezig hebben in het lokaal? Het voorbeeld Alle materialen en gereedschappen, genoeg voor alle kinderen. 3. Hoelang gaat de les duren? Ik zou twee lessen van ongeveer 30 minuten geven. Omdat het anders te lang gaat duren. 4. Hoeveel kinderen werken aan deze opdracht? Het beste kun je deze les in een instructiegroep geven met 5 of 6 kinderen. De tweede les kunnen de kinderen zelfstandig aan de opdracht werken en kun je een ander instructiegroepje de eerste les geven. 5. Waar in het lokaal sta ik en waar is het groepje dat ik begeleid? Ik zou eerst de algemene inleiding houden van deze les en het voorbeeld laten zien. Dan zou ik de kinderen verdelen in groepjes. Het instructiegroepje (verschillende leeftijden) zit aan tafels bij elkaar. Ik geef de opdracht om van karton twee dezelfde wolken te maken van het blauwe papier. Hier laat ik een voorbeeld van zien. Het blauwe papier, de potloden en scharen leg ik op tafel. Dan zet ik de andere groepjes aan het werk. Ik geef ze werk waar ze zelfstandig mee aan de slag kunnen. Daarna ga ik bij het instructiegroepje zitten en zorg dat iedereen me goed kan zien. Ik ga ook zo zitten dat ik de rest van de klas in de gaten kan houden. 6. Welke eisen stel ik beeldend en technisch aan deze opdracht? Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Beeldend: De leerlingen maken minstens 1 pompon met dezelfde kleur wit en minstens 1 pompon met verschillende kleuren wit. Technisch: De leerlingen kunnen een pompon maken. 7. Wat laat ik bij de inleiding zien en wat vertel ik? Ik laat bij de algemene inleiding het voorbeeld zien en ik vertel dat het sneeuwvlokken voorstellen. Ik vertel dat alle echte sneeuwvlokken verschillend zijn. In het voorbeeld zie je dat ook. Er zijn grote sneeuwvlokken en kleine sneeuwvlokken. Sommige sneeuwvlokken zijn witter dan de anderen. Als je ze van dichtbij bekijkt zie je hoe dat komt. Er zijn effen sneeuwvlokken en gespikkelde sneeuwvlokken. Het instructiegroepje begint met het maken van een wolk want sneeuwvlokken vallen uit een wolk. 8. Wanneer deel ik de materialen uit, hoe leg ik de opdracht uit? Het materiaal voor het maken van de wolk leg ik meteen na de algemene uitleg op de tafel zodat het groepje meteen aan de slag kan. Als de wolken af zijn wordt het papierafval opgeruimd. Dan leg ik een aantal ronde voorwerpen op de tafel die als mal dienen. Ook leg ik het dun karton op tafel. Ik pak een voorwerp, bijv. een glas, en doe voor hoe je hiermee een cirkel tekent. Ik teken twee dezelfde cirkels en knip deze uit. Daarna leg ik een kleiner voorwerp in de cirkels, bijv. een muntstuk, en teken deze na. Ik vouw de cirkels dubbel en knip ze uit. Dit mogen de kinderen ook doen. Als ze hiermee klaar zijn wordt het papierafval opgeruimd. Dan leg ik de wol, de puntige schaartjes en de stopnaalden op de tafel. Ik pak de cirkels die ik heb gemaakt en leg deze op elkaar. Ik stop een lange witte draad zo in het oog van de naald, dat hij dubbel komt te liggen. Dan begin ik de draad om de ring heen te wikkelen. Het uiteinde hou ik even met mijn vinger vast totdat ik het met de draad heb vastgezet. Nu mogen de kinderen dit ook doen. Dan omwikkelen we de ringen steeds meer. Als de draad op is, kan er een nieuwe worden gepakt. De nieuwe draad kan ook een andere kleur wit zijn. Het gat in het midden wordt hoe langer hoe kleiner. Op het einde kan er bijna geen draad meer door. Dan wordt het tijd om op te houden. Ik doe voor hoe je de draden met een puntige schaar doorknipt. Als je de schaar tussen twee ringen wringt, gaat dat vrij gemakkelijk. De draadjes vallen nu uit elkaar en vormen samen de pompon. Vervolgens pak ik een dubbele, witte draad. Die trek ik tussen de andere draadjes om de ringen heen en zet ik door middel van een knoopje vast. De ringen knip ik open en haal ze van de pompon af. Nu mogen de kinderen dit ook gaan doen. Als ze klaar zijn met het maken van de pompon zet ik het plakband op tafel. Ze mogen de pompon al aan de wolk vastmaken. Daarna mogen ze aan de volgende pompon beginnen. De tweede les kunnen ze verder gaan met het maken van de pompons en deze aan de wolk plakken. Aan het einde van de tweede les zet ik de lijm op tafel en mogen ze de wolken op elkaar plakken. De sneeuwbui is af. 9. Op welke punten moet ik vooral letten, waar hebben de kinderen hulp nodig? Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Als de kinderen de binnencirkel gaan uitknippen kan dit moeilijk zijn. Ik hou dit in de gaten en help eventueel. Als ik zie dat dit echt teveel moeite kost laat ik ze de binnencirkel uitprikken. Voor de meeste kinderen is het de eerste keer dat ze een draad in een naald stoppen. Hierbij hebben ze waarschijnlijk een beetje hulp nodig. Het draadje vastzetten is een beetje moeilijk, als het nodig is doen we dat samen zodat het kind dit een tweede keer wel zelfstandig lukt. Het doorknippen van de draden is lastig, vooral het begin. Ook dit kunnen we eventueel samen doen. Waarschijnlijk kunnen de kinderen zelf de draden om de ringen doen, het knoopje maken is moeilijker. Ook hier kan ik ze helpen. Natuurlijk laat ik ze, als dat mogelijk is, elkaar helpen. 10. Hoe bied ik hulp aan? Tijdens het uitleggen doe ik voor wat de bedoeling is zodat het visueel wordt. Als iets niet lukt probeer ik het samen met het kind te doen. Als een kind iets kan wat een ander niet kan mogen ze elkaar helpen. 11. Wanneer laat ik opruimen? Het papierafval wordt opgeruimd voordat we verder gaan met het volgende. De rest wordt aan het einde van de les opgeruimd. 12. Wie ruimt wat op? De kinderen ruimen het papier- en wolafval op. Ook de rest van de spullen kunnen door de kinderen netjes bij elkaar worden gelegd. Als alles bij elkaar ligt, pak ik een curver box en mogen de kinderen alles netjes in de box leggen. Ik hou wel in de gaten of dit wel echt netjes gebeurt. 13. Hoe evalueer ik de opdracht? Als een kind een aantal pompoenen afheeft vraag ik naar het verschil tussen de pompoenen en hoe dat kan. Ook kan ik deze vragen aan het hele groepje stellen. Ik vraag ook wie de lichtste pompon heeft gemaakt en wie de donkerste. Daarna kan ik ook vragen of er spikkelige pompoenen zijn of pompoenen met vlekken. 14. Wat doe ik met de producten van de kinderen? Boven in de wolken maak ik met behulp van een perforator een gat en steek daar een draad door. Dan hang ik de wolken in de klas. Een leuk effect krijg je als je drie wolken op verschillende hoogtes aan een kleerhanger hangt. Na een paar weken krijgen de kinderen hun werkstuk mee naar huis. 15. Wat is het doel van de les? Beeldend doel: kinderen het effect laten zien van verschillende kleuren wit in een pompon. Technisch doel: het maken van een pompon.
|