voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
kleurenGroep: groep4,groep5Vakgebied: beeldendevorming Thema: overige Omschrijving: Een korte les over de verschillende kleuren. Zoekwoorden: primair secundair tertair kleur kleuren Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl KLEURENLEER INLEIDING De wereld zit vol kleur. Denk alleen maar eens aan de vele verschillende kleuren die je elke dag tegenkomt. In de steden zie je overal de kleur van bakstenen, trottoirs of beton. Heb je gezien hoeveel verschillende kleuren bakstenen hebben? 1. Hoeveel kleuren tel je in de straat waar jij woont? ... Wat zou de wereld er saai uitzien als er geen kleuren bestonden. Maar gelukkig is alles heel kleurig en hebben we ogen gekregen om ze te zien en ervan te genieten. Kijk op je bijlage blad naar het eerste plaatje, het kleurenschema. 2. Welke drie kleuren staan in de middelste driehoek? Deze drie kleuren zijn niet gemengd en heten de primaire kleuren. ... 3. Naast de drie zijden van de driehoek zie je de secundaire kleuren, waarom zouden deze oranje, groen en paars zijn? ... 4. Ten slotte zijn er de tertiaire kleuren, deze kleuren krijg je als je de primaire en secundaire kleuren mengt. Noem alle 6 tertiaire kleuren uit het kleurenschema en welke primaire en secundaire kleuren je moet mengen om ze te krijgen. Voorbeeld: geel (primair) en oranje (secundair) = geeloranje (tertiair). .. ... ... 5. Welke kleur vind jij het mooist uit het schema? Wat voor soort kleur is het (primair, secundair, tertiair)? ... Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Opbouw van les 1 INLEIDING Je hangt een poster van een kleurenschema op het bord en een zelfportret van Vincent van Gogh. De kinderen zitten al in tafelgroepjes volgens de normale klassikale opstelling. Vragen aan de klas: - Wie kent deze man? - Wie weet wat voor beroep hij had? De juf of meester stelt zo nog meer vragen aan de klas, zodat ze een beetje een idee krijgen van wie deze kunstschilder was. Daarna begint de juf of meester een verhaaltje voor te lezen aan de klas uit het boek: Doe-boek voor kinderen Vincent van Gogh. Ook Vincent oefende veel met het mengen van kleuren Voordat Vincent aan een schilderij begint, denkt hij heel goed na over de kleuren die hij wil gaan gebruiken. Anders wordt het een vieze bruine troep. En daar houdt Vincent niet van. Met verf mooie kleuren maken is niet makkelijk. Het is net een gymnastiekoefening, maar dan met kleur. Van hoog naar laag, van licht naar donker. Het gaat alle kanten op. Rood met geel maakt oranje. Nog wat rood erbij. Hé, het wordt oranjerood. Wit erbij, hé, de kleur wordt lichter. Zwart erbij, hé, het wordt donkerder. Je kunt miljoenen kleuren maken. Vincent gaat door met mengen, totdat hij de goede kleur vindt. Hij leert ook veel over kleur door naar andere schilders te kijken. KERN Na het verhaaltje deel je het werkblad: KLEURENLEER aan de klas uit. Deze leg je uit en je beantwoord nog eventuele vragen. Je laat ze deze maken en als iemand vroeg klaar is, kunnen ze het werkblad versieren. Je kijkt het werkblad klassikaal met de kinderen na. Dan laat je de klassendienst de werkbladen bij je inleveren en de rest van de kinderen hun kleurpotloden pakken. Je geeft ze daarna werkblad: KLEURENSCHEMA in het zwart/wit. Je laat de kinderen dit werkblad inkleuren om te kijken hoeveel ze van de les hebben opgestoken. EVALUATIE Daarna bespreek je met de klas wat ze ervan vonden. Dan vraag je wie de meeste kleurmengsels kan opnoemen (groen= blauw en geel). Die schrijf je dan op het bord. Daarbij kan je natuurlijk vragen wie weet wat voor kleur het is (primair/secundair/tertiair). Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Antwoordenblad les 1 1) vrij antwoord 2) geel, blauw en rood 3) Ze zijn een menging van de primaire kleuren. Blauw en rood -> paars, geel en blauw -> groen, geel en rood -> oranje. 4) Geel en oranje = geeloranje Rood en oranje = roodoranje Rood en paars = roodpaars Blauw en paars = blauwpaars Blauw en groen = blauwgroen Geel en groen = geelgroen 5) vrij antwoord. Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Les 3 Kleurenleer Impressionisme INLEIDING Om het geheugen van de kinderen op te frissen, zet je al het beschouwingmateriaal van de vorige lessen in de klas. Je vraagt de klas wie nog weet waar we het de vorige keer over hebben gehad. Op het bord schrijf je: De industriële revolutie in de 19 e eeuw. De juf of meester begint dan te vertellen over deze revolutie en wat voor uitvindingen er zijn gedaan in die tijd zoals de stoommachine. Het mooiste is natuurlijk als je een plaat hebt hiervan. Hierbij maak je aantekeningen op het bord, de kinderen moeten deze aantekeningen overnemen in hun schrift. Dit relateer je dan naar de methode van Geschiedenis die gebruikt wordt in de klas. Bij elke geschiedenismethode van de basisschool komt dit onderwerp namelijk aan de orde. Zorg ervoor dat je verhaal niet te lang wordt aan de kinderen. Hierna zet de juf of meester een poster of plaat van een schilderij dat gemaakt is door middel van pointillisme. Je vraagt de klas wat hun opvalt aan dit schilderij, wat erop staat enzovoort. Je vertelt wat over het pointillisme en dat dit een reactie was op het impressionisme. Deze kunststroming duurde niet lang, vraag de klas waarom? Het antwoord op deze leuke vraag is: het was heel veel werk om zon schilderij te maken voor de schilders. KERN Daarna vertel je de klas dat het de bedoeling is dat ze ook een schilderij gaan maken door middel van stippen. Hierbij moeten ze goed letten op het kleurgebruik en daarmee leren ze kritisch te kijken naar kleuren. Ze leren wat voor effect kleuren hebben en in welke combinatie dit verandert. Een andere voorwaarde is dat ze een uitvinding uit de 19 e eeuw, de industriële revolutie, kiezen om te schilderen. Het is hierbij natuurlijk van groot belang dat je zoveel mogelijk voorbeelden van uitvindingen uit deze eeuw hebt om te laten zien. Het is hierbij makkelijk om op de middentafel allemaal boeken, die rijk zijn aan dit soort plaatjes, klaar te leggen. De kinderen kunnen daar inkijken om een idee te krijgen en inspiratie op te doen. Zorg ervoor dat je van tevoren al schoteltjes met verf klaar hebt gezet en lege potten hebt om te vullen met water voor het uitspoelen van de kwasten. Neem de regels met je klas voordat je met het verven begint goed door! Voorbeelden van regels: leg kranten op de tafels, schort voor, spoel je kwast voordat je met een andere kleur verder gaat, druk niet te hard op het papier om stippen te krijgen anders krijg je spetters, enzovoort. EVALUATIE Na het opruimen van alles, bespreek je een aantal schilderijen met de kinderen. Je kunt bijvoorbeeld vragen: wie heeft zich goed aan de opdracht gehouden? Welke vind je het mooist, waarom? Welke kleurencombinaties zijn er gebruikt? Als totale afsluiting van alles, kun je de klas meenemen op een schoolreisje naar een van de musea die op de museumlijst staat vermeld. Bij elk museum staat een adres, telefoonnummer, openingstijden en website vermeld. De juf of meester kan op de website nog extra informatie verkrijgen voor het voorbereiden hiervan. Sommige musea hebben zelf een werkblad om in te vullen voor de kinderen, andere niet. Sommige musea hebben een aparte tentoonstelling die aandacht besteed van het impressionisme, industriële revolutie enzovoort. Dus de leerkracht kan er ook voor kiezen om alleen naar die tentoonstelling te gaan, dit scheelt weer in de tijd. Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
|