voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
sterren en planetenGroep: groep3,groep4,groep5,groep6Vakgebied: beeldendevorming Thema: ruimte Omschrijving: gezamelijke inleiding over het thema ruimte om vervolgens beeldend met dit thema aan de slag te gaan! Zoekwoorden: ster planeet planeten sterren ruimte aarde tekenen praten kring buitenaards Thema: heelal sterren en planeten Voorbereiding Doel: De kinderen leren dat planeten verschillende groottes en kleuren hebben. In hun tekening komt deze diversiteit duidelijk naar voren. Daarnaast laten de kinderen in hun tekening het verschil tussen sterren en planeten zien. Begrippen: Sterren Planeten Heelal Benodigdheden: Voor de leerkracht: poederverf, aangemaakt met water en afwasmiddel rietje plastic of aardewerk beker velletje papier (groter dan de beker) Per leerling: Eén vel zwart A4 (120 grams) Verschillende kleine stukjes wit of lichtgekleurd papier (iets groter dan de beker) Rietje Verf (in ieder geval wit) Penseel Krant Potlood, schaar, lijm Per groepje leerlingen (max. 4 leerlingen) Plastic of aardewerk bekers met daarin poederverf (in verschillende kleuren) aangemaakt met water en afwasmiddel Ronde deksels en doppen in verschillende maten Keukenrol Ruimte: Groepslokaal Tijd: Klaarzetten materialen: 15 minuten Lestijd: 60 minuten Opruimen: 10 minuten Voorbereiding: Zorg van tevoren dat de poederverf aangemaakt is met water en afwasmiddel. Voor het aanmaken: volg de aanwijzingen op de verpakking. Zorg dat de beker voor 1/3 deel gevuld is. Voeg daarna een flinke scheut afwasmiddel toe en roer het door. Als u geen poederverf kunt vinden kunt u ook gebruik maken van andere verf. Dit gaat echter minder goed. Gebruik dan vooral donkere kleuren (blauw, paars, groen) Bedek de tafels met kranten en zet per tafel een keukenrol neer waarmee de kinderen hun handen en rietjes af kunnen vegen Lesopzet Inleiding (15 minuten): Klassengesprek We beginnen de les met een klassengesprek. Het gesprek gaat over sterren en planeten. Laat de kinderen eerst iets vertellen over hun ervaringen. Kijken ze wel eens naar de sterrenhemel? Wat zie je dan allemaal? Hebben ze thuis misschien een sterrenkijker? Andere ervaringen met sterren kijken? Etc. Vervolgens gaat u de vragen specifieker stellen: Wat is het verschil tussen een ster en een planeet? Hoe zien planeten er uit? Welke planeten ken je? Kun je ook iets vertellen over die planeet? (kleur, afstand tot de aarde, grootte etc.) Verschil tussen sterren, planeten, kometen en meteoren Bekijk gezamenlijk een aantal afbeeldingen van sterren en planeten, en zo mogelijk van kometen en meteoren. Leg de kinderen, zo mogelijk aan de hand van voorbeelden, het verschil tussen de bovenstaande begrippen uit: Planeet: een planeet cirkelt net als de aarde rond de zon. Alle planeten verplaatsen zich voortdurend langs hun ellipsvormige baan rond de zon. Komeet: bevroren restjes die 5 miljard jaar geleden zijn gevormd (toen ook de zon en de planeten ontstonden). De zwaartekracht van een voorbijtrekkende ster kan kometen loswrikken uit hun vaste plaats in het heelal. Ster: een licht uitstralend hemellichaam. Sterren zijn ontstaan in uitgestrekte gaswolken die men nevels noemt. Meteoor: wordt ook wel een vallende ster genoemd. Een meteoor is een brokje kosmisch materiaal dat opbrandt wanneer het in de atmosfeer van de aarde valt. De brokjes worden afgeschud door oude kometen. Uitleg van de techniek: bellenblaasplaneten De kinderen krijgen straks voor zich verschillende bekers met daarin een mengsel van verf, water en afwasmiddel. Iedere beker bevat een andere kleur. Het is de bedoeling dat de kinderen zodirect met een rietje in de bekers bellen gaan blazen. Om mooie planeten te maken moeten de volgende stappen gezet worden: Zet een rietje in de beker en blaas erdoor tot de zeepbellen boven de rand uitkomen. Leg een stuk papier op de bellen en druk er zachtjes op. Til het papier vervolgens recht omhoog van de beker af. Laat het drogen. Probeer het met verschillende kleuren verf en verschillende kleuren papier. Je krijgt een bijzonder resultaat als je de verschillende kleuren over elkaar afdrukt. Laat alles goed drogen. Maak tussendoor de sterrenhemel (zie hieronder). Knip de zeepbelafdrukken uit. Dit zijn de planeten. Je kunt deksels en doppen gebruiken om planeten van verschillende grootte te maken. Plak de planeten op je sterrenhemel. Terwijl de zeepbelafdrukken aan het drogen zijn kunnen de kinderen werken aan de sterrenhemel. Hiervoor nemen ze een vel zwart papier, waarop ze met witte plakkaatverf punten zetten. Dit zijn de sterren. Ook kunnen de kinderen duimafdrukken op het blad zetten, dit zijn de meteoren. Door de witte verf uit te vegen ontstaan kometen. Laat de kinderen zo nodig gebruik maken van een instructiekaart. Kern (40 minuten): Opdracht: De kinderen maken een tekening van het heelal met daarin in ieder geval sterren en planeten verwerkt. De sterren worden aangebracht met behulp van witte plakkaatverf, de planeten worden gemaakt met de bellenblaastechniek. Opdracht in deelstappen: Nadat u uitgelegd heeft hoe de opdracht uitgevoerd moet worden kunnen de kinderen zelfstandig met behulp van de instructiekaart aan de slag. Belangrijk is te benadrukken dat de sterrenhemel gemaakt moet worden nadat de kinderen klaar zijn met bellenblazen. De planeten moeten dan even drogen voordat ze in de juiste maat worden uitgeknipt. Wanneer de kinderen klaar zijn met het maken van de sterrenhemel kunnen zij de planeten op de juiste maat uitknippen. De sterrenhemel kan dan in de tussentijd drogen. Begeleiding: Stimuleer de kinderen om ook andere hemellichamen (meteoren, kometen) te maken. Stimuleer de kinderen door afdrukken met verschillende kleuren te maken, zo mogelijk ook een afdruk met verschillende kleuren daarin verwerkt (meerdere keren op een beker leggen). Stimuleer de kinderen om meerdere maten planeten uit te knippen. Afsluiting (5 minuten): Bekijk met elkaar de verschillende tekeningen van het heelal. Welke is mooi? Waarom? Wat vonden de kinderen van de opdracht? Ruim daarna klassikaal de spullen op. Hang de tekeningen in de klas op. Extra: Je kunt de sterrenhemel ook maken door te spatten met witte verf. Kinderen die snel klaar zijn kunnen op een apart vel een ruimtemannetje of een ruimteschip schilderen. Als deze droog is uitknippen en op de planetentekening plakken. Door de uitgeknipte zeepbelafdrukken een beetje overlappend naast elkaar te plakken maak je een rups. Plak hem op een vel papier en schilder er pootjes en voelsprieten bij. Thema: heelal leven in de ruimte Voorbereiding Doel: De kinderen leren werken met kleurcontrasten en de krastechniek. Met deze techniek maken zij een tekening over het leven in de ruimte. Dit kan een ruimteschip zijn, een marsmannetje of iets anders naar de eigen fantasie van het kind. Begrippen: Krastechniek Contrast Benodigdheden: Voor de leerkracht: Vel A3-papier (120 grams) Plakband Wit of gekleurd waskrijt Zwarte plakkaatverf Kwast Voorbewerkt blad Per leerling: Eén vel wit A4 (120 grams) Wit waskrijt Zwarte plakkaatverf kwast iets om mee te krassen: prikpen, oude kroontjespen of i.d. Per groepje leerlingen (max. 4 leerlingen) Bakje met gekleurde waskrijtjes Ruimte: Groepslokaal Tijd: Klaarzetten materialen: 10 minuten Lestijd les 1: 45 minuten Lestijd les 2: 35 minuten Opruimen: 10 minuten Voorbereiding: Hang het vel A3-papier op het bord voor de techniekdemonstratie. Omdat de verf moet drogen kan de tekening niet in één keer afgemaakt worden. Toon toch aan het begin van de les het eindproduct, zodat de kinderen weten waar ze naartoe werken. Het eigenlijke krassen kunt u aan het begin van de tweede les uitleggen. Als u niet genoeg bakjes heeft voor de plakkaatverf kunt u dit ook in een groter bakje per groepje aanbieden. Zorg voor beeld-/plaatmateriaal van leven in het heelal: ruimteschepen, eerste man op de maan, vliegende schotels etc. Zorg voor voldoende plek om de tekeningen te laten drogen. Lesopzet les 1 Inleiding (10 minuten): Klassengesprek Sluit zo mogelijk met het klassengesprek aan op de actualiteit. Misschien is er weer een deel van het ruimteschip Hubble gelanceerd, of heeft Amerika weer de Space Shuttle de ruimte in gestuurd. Maar het kan ook zijn dat de NASA net ontdekt heeft dat er mogelijk toch water is geweest op Mars. En water betekent de mogelijkheid voor leven op Mars. Is dat alles niet het geval, verzin dan een andere passende opening. U kunt bijvoorbeeld een krantenartikel laten zien over de eerste man op de maan. Het gesprek gaat over leven in de ruimte. Dit kan zijn op andere planeten, maar ook in ruimteschepen of iets dergelijks. Wat voor leven in het heelal kunnen de kinderen verzinnen? Zou het mogelijk zijn om in de ruimte te leven? Hoe zou dit leven eruit zien? Zullen wij over 100 jaar ook op andere planeten leven? Hoe stel je je dat voor? Dit onderwerp zal tot de fantasie van veel leerlingen spreken. Zij zullen de meest fantastische ideeën hierover hebben! Uitleg van de techniek: krassen Vertel de kinderen dat zij het leven in het heelal gaan tekenen m.b.v. de krastechniek. U kunt dan ter illustratie een mogelijk eindresultaat laten zien, zodat de kinderen een voorstelling hebben van hoe het gaat worden. Leg uit dat de tekening niet in één keer af komt, omdat de plakkaatverf eerst moet drogen. De techniek tijdens deze les gaat als volgt: Neem een wit blad en kras dit helemaal vol met waskrijt. Er mag geen plekje meer te zien zijn van het gewone papier. U kunt ervoor kiezen om de kinderen het vel met allerlei kleurtjes in te laten kleuren, maar u kunt er ook voor kiezen om alleen wit te gebruiken. Dit levert een extra moeilijkheidsgraad op omdat het vel zelf ook al wit is. Laat zien hoe je het waskrijt zo dik mogelijk op het papier krijgt: door draaiende bewegingen te maken. Als er geen plekje wit papier meer over is schilder je het hele vel met plakkaatverf zwart. Er mag geen waskrijt meer te zien zijn. De tekening moet nu drogen. Tijdens de volgende les gaan we krassen. Kern (30 minuten): Opdracht: De kinderen maken een tekening van het leven in de ruimte. Deze tekening wordt gemaakt met behulp van de krastechniek: met een scherp voorwerp wordt de zwarte plakkaatverf weggekrast, waarna de in een eerder aangebracht stadium waskrijt weer te zien is. Opdracht in deelstappen: De kinderen starten met het papier vol te kleuren met waskrijt. Zorg ervoor dat er geen stukken meer van het oorspronkelijke papier te zien zijn. Daarna gaan de kinderen het vel overschilderen met zwarte plakkaatverf. Het vel moet egaal zwart zijn. Het waskrijt mag er niet doorheen te zien zijn. Omdat de verf moet drogen gebeurt het krassen in de tweede les. Begeleiding: Zorg ervoor dat het vel papier helemaal dichtgekleurd wordt met het waskrijt. Als er kinderen eerder klaar zijn kunnen zij alvast denken over een ontwerp voor het krassen. Zij kunnen dit idee vast op een ander stuk papier uittekenen, zodat ze tijdens de tweede les het voorbeeld kunnen volgen. Afsluiting (5 minuten): Hang of leg de tekeningen op een geschikte plek te drogen. Zorg dat niemand ertegen aan loopt. Ruim daarna klassikaal de spullen op. Lesopzet les 2 Inleiding (5 minuten): Introductie Zorg dat de kinderen hun met waskrijt en zwarte plakkaatverf bewerkte tekening voor zich hebben, evenals iets scherps (kroontjespen, prikpen) om mee te krassen. U praat met de kinderen na over de vorige les. Wat hebben zij daar gedaan? Hoe hebben ze het aangepakt? Vertel dat ze vandaag gaan krassen. Vermeld ook zo nodig nog het onderwerp: leven in het heelal. Als u merkt dat ideeën hierover wat zijn weggezakt kunt u kort het gesprek van de vorige les herhalen. Uitleg van de techniek: krassen Hang op het bord het voorbeeldvel op, waarop u eerst met waskrijt, en daarna met zwarte plakkaatverf overheen gegaan bent. Laat zien hoe het krassen in zijn werk gaat: Ga met een kroontjespen, een prikpen of iets anders scherps over de zwarte plakkaatverf heen. Daaronder zal het waskrijt te voorschijn komen. Let op: een eenmaal gezette kras is niet meer te herstellen! Laat de kinderen eventueel eerst een snelle schets op een ander vel papier maken. Als de ondergrond met alleen wit waskrijt is ingekleurd zal er een zwart-wit contrast ontstaan, is het met verschillende kleuren waskrijt ingekleurd, dan zullen deze nu te voorschijn komen. Kern (25 minuten): Opdracht: De kinderen maken een tekening van het leven in de ruimte. Deze tekening wordt gemaakt met behulp van de krastechniek: met een scherp voorwerp wordt de zwarte plakkaatverf weggekrast, waarna de in een eerder aangebracht stadium waskrijt weer te zien is. Opdracht in deelstappen: Tijdens deze les gaan de kinderen krassen. De zwarte plakkaatverf wordt met een scherp voorwerp weggekrast, het waskrijt zal tevoorschijn komen. Let op: een eenmaal gezette kras is niet meer te herstellen! Begeleiding: Zorg ervoor dat de kinderen voorzichtig met het scherpe voorwerp omgaan en zichzelf en anderen niet bezeren. Laat onzekere kinderen eventueel eerst een korte schets maken op een apart vel papier, dat zij daarna met behulp van de krastechniek na kunnen tekenen. Laat tussentijds de vorderingen van de kinderen klassikaal zien, en geef daarbij aanwijzingen waar iedereen zijn voordeel mee kan doen. Afsluiting (5 minuten): Bekijk met de kinderen de resultaten. Welke soorten leven hebben de kinderen getekend? Waar is de krastechniek goed toegepast? Ruim daarna klassikaal de spullen op.
|