voor nog meer lessen: Lesidee.nl
help bij deze pagina

aarde water en lucht

Groep: groep6,groep7,groep8
Vakgebied: natuuronderwijs
Thema: water
Omschrijving: Mooi uitgewerkte werkbladen over de aarde, water en de lucht.
Zoekwoorden: aarde water lucht proefjes werkblad zelfstandig

Werkblad
Onderwerp: Aarde

Bekijk of je de volgende materialen op je tafel hebt staan.

Pot met zand (2 keer)

Pot met klei (2 keer)

Pot met potaarde (2 keer)

Pot met modder (2 keer)

Tuinkerszaadjes

4 etiketten

Schema

Opdracht 1.
In deze vier potten zitten verschillende grondsoorten. 
In ieder potje evenveel.





Zand

Klei

Potaarde
Modder
Druk de grond zachtjes aan. Schep met een lepel water in de potten. Doe dat net zo lang
tot de grond onder water staat..
Tel hoeveel lepels water je in ieder potje giet schrijf het schema over in je schrift en vul
dan de antwoorden in.

Grondsoort
Aantal lepels
Zand

Klei

Potaarde

Schoolgrond


Opdracht 2
In welke grond zakt het meeste water weg?
Schrijf op in je schrift.

Opdracht 3
Je hebt gezien dat in de ene grondsoort meer water wegzakt dan in de andere grondsoort.
Dat heeft te maken met de korreligheid van de grondsoorten. Schrijf de zinnen over in je
schrift met het goede woord.

Zand heeft grote/kleine korrels

Klei heeft grote/kleine korrels

De ruimte tussen de zandkorrels is groter/kleiner dan de ruimte tussen de
kleikorrels.

Er is in zand/klei dus meer ruimte voor water

Opdracht 4
Op welke grondsoorten zal iets goed groeien en op welke grondsoort juist minder?

Opdracht 5
Pak nu de andere vier potten, het tuinkerszaad en de etiketten.

Schrijf op elk etiket een grondsoort en plak deze op het goede potje.

Strooi in elk potje tuinkerszaadjes (probeer het goed te verdelen).

Gooi er een beetje water bij. 

Zet de potten nu weg in de vensterbank.

Opdracht 6
Na een aantal dagen zul je zien op welke grondsoort iets wel goed groeit en op welke
grondsoort minder.
Maar natuurlijk willen jullie nu al wel weten wat er gaat gebeuren daarom heeft juf dit
vorige week al gedaan. Vraag aan juf of jullie de potten mogen hebben.
Bekijk daarna wat er is gebeurt en schrijf dit in een schema die op je tafel ligt.

Opdrachten 7
Als jij nu kijkt naar het schema , welke grondsoort zou jij dan gebruiken als jij ergens
zaadjes wil strooien?

Opdracht 8
Waarom is het voor boeren zo belangrijk denk je dat ze goed grond hebben om voedsel
op te verbouwen?

Opdracht 9
Maak eens een lijstje van eten wat wij van de “aarde”krijgen.
Bijvoorbeeld: aardappels
Probeer zoveel mogelijk op te schrijven.





  Schema Grondsoorten

Zet een kruisje bij groeit goed of groeit slecht.
Grondsoort

Groeit goed
Groeit slecht
Zand



Klei



Potaarde



Modder 



     
Omcirkel goed of slecht.
Op de grondsoort zand groeit het tuinkers goed/slecht.
Waarom zal dat zo zijn denk je? Schrijf het hier op:
................................................................................................................................................

................................................................................................................................................

................................................................................................................................................
Op de grondsoort klei groeit het tuinkers goed/slecht.
Waa.rom zal dat zo zijn denk je?
................................................................................................................................................

................................................................................................................................................

................................................................................................................................................
Op de grondsoort potaarde groeit het tuinkers goed/slecht.
Waarom zal dat zo zijn denk je?
………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………
Op de grondsoort modder groeit het tuinkers goed/slecht.
Waarom zal dat zo zijn denk je?
………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………
Maak nu de andere opdrachten op het werkblad.
Werkblad 
Onderwerp: Lucht

Bekijk of je de volgende materialen op je tafel hebt staan.

Zakje tuinkerszaadjes

Soepbord

4 velletjes van een keukenrol

Plantensproeier

Half kopje azijn

Stukje schoolbordkrijt

Leeg jampotje

Een heel klein bakje, het aliminiumbakje van een waxinelichtje bijvoorbeeld.

Schrift plus een pen/potlood

     Niemand houdt ervan dat hij vies ruikt of dat het bij hem thuis stinkt. Gelukkig is er 
Tegen vieze luchtjes wat te doen. Denk maar aan okselspray, w.c-spray en
parfumsDie zitten vaak in spuitbussen omdat dat handig is: een druk op de knop en
meteen komt er een lekker luchtje uit de bus. Maar tegelijkertijd komen er gassen in
de lucht terecht. Die zweven omhoog en komen hoog in de lucht. Daar raken ze een
beschermende laag. Dat is een soort zonnescherm, die gevaarlijke stralen van de zon
tegenhoudt. Als dat zonnescherm kapot gaat, worden mensen, planten en dieren ziek.
Daarom mogen spuitbusgassen die ozonlaag niet stukmaken. Sommige landen hebben
daarom spuitbussen verboden.

Opdracht 1
Wat voor spulletjes zitten er zoal in een spuitbus.
Er staan al twee, verzin er zelf nog een aantal bij.
Schrijf de twee ook in je schrift en vul het dan zelf aan.
Autolak
Scheerzeep
.........................................................................

Opdracht 2
Bedenk voor elk een betere verpakking
Schrijf op wat + nieuwe verpakking

Niet alleen spuitbussen zijn slecht voor de lucht om ons heen. Ook de uitlaatgassen
van auto’s en de rook van fabrieken bedreigen ons milieu. Ze zitten ook in de lucht
die je inademt. Dat ruik je niet altijd, maar toch kun je het wel merken. Kijk maar
eens naar de bomen. Die zien er vaak niet goed uit. En dat heeft alles met vieze lucht
te maken. Want uit vieze lucht valt vieze regen: zure regen.



Opdracht 3
Noem eens drie oorzaken van zure regen.
Schrijf deze in je schrift.

Weet je nog dat je longen zuurstof uit de lucht halen? Dat gebeurt als je lucht
inademt. Als je dan weer uitademt, blaas je geen zuurstof, maar koolzuurgas naar
buiten. Zuurstof adem je dus in en koolzuurgas adem je uit. Bomen halen dat
koolzuurgas uit de lucht. En weet je wat ze daar van maken? Zuurstof. Daarom
hebben we bomen hard nodig.

Opdracht 4
Welke zinnen zijn goed?
Schrijf deze over in je schrift.
1.Veel bomen zijn al aangetast door de zure regen.
2.Je ademt koolzuurgas in en zuurstof uit.
3.Bomen heb je nodig om adem te kunnen halen.

Bomen heb je nodig om frisse lucht te krijgen. Ze zorgen voor genoeg zuurstof. Om
die zuurstof te maken hebben ze ook lucht nodig. En het liefst schone lucht natuurlijk.
Dus lucht zonder as en roet. Maar die vuiligheid zit wel in de lucht en dat komt door
elektriciteitsventrales bijvoorbeeld. Die as en roet zweven in de lucht en komen zo op
de blaadjes van de bomen. 

Opdracht 5
In de proef hieronder kun je zien wat er gebeurt met pas gezaaide tuinkers door
vervuilde lucht.
      Leg de vier velletjes keukenpapier op elkaar en maak ze nat onder de kraan. 

Leg ze uitgespreidt op het soepbord.

Zaai nu ongeveer 20 zaadjes tuinkers goed verspreid op het natte papier. Houd
in het midden ruimte vrij voor het waxinebakje.

Leg het krijtje in het waxinebakje en giet er azijn bij. Het krijtje moet dan
helemaal ondergedompeld zijn.

Schrijf in je schrift op wat je ruikt en ziet.

Zet nu het kleine bakje met de azijn en het krijtje in het midden op het bord.
Dan zitten er ook tuinkerszaadjes onder de jampot en dat moet ook!
Druk de jampot een beetje aan. Zo kan de lucht uit het kleine bakje nergens heen.

Sproei iedere dag de tuinkers met de plantensproeier. Natuurlijk niet onder de
jampot. Die laat je staan. Anders verdwijnt de vieze lucht.

Na drie dagen zie je zeker iets gebeuren.
Natuurlijk wil jij niet drie dagen wachten om te zien wat er gebeuren gaat, daarom
heeft juf/meester het al gedaan. Haal het bordje bij juf maar op.

Opdracht 6
Schrijf dan op wat er gebeurt met de zaadjes buiten het potje en onder het potje.
Bedenk er ook een verklaring voor.
Werkblad
Onderwerp: Water

Bekijk of je de volgende materialen op je tafel hebt staan.

Vier jampotjes 

Emmer met touw

Acht etiketten

Vier schoteltjes

Vier plukken watten

Zakje tuinkers

Als je een douche neemt komt het gebruikte water in de riolering terecht. Vaak gaat
het dan naar een zuiveringsinstallatie en daar worden de zeepresten er dan uitgehaald.
Maar als er geen zuiveringsinstallatie is, komen bleekwater, afwasmiddellen,
wasbenzine, verfresten en waspoeder direct in de rivier terecht. En al die vreemde
stoffen verontreinigen het water.

Opdracht 1
Vul de jampotjes met verschillende soorten water.
1 met leidingwater
1 met slootwater
1 met afwaswater
1 met regenwater (dit heeft juf)

Opdracht 2
Welk water is schoon en welk water is vies, denk je?
Schrijf het antwoord in je schrift.

Om precies te weten te komen hoe schoon het water in de jampotjes is, ga je een echt
onderzoek uitvoeren. Je gaat onderzoeken met welk water de tuinkerszaadjes het
beste groeien. Lees eerst goed wat je moet doen en voer pas daarna de opdrachten uit.

Opdracht 3
Pak de vier schoteltjes en zet ze op een rij.

Leg op ieder schoteltje een flinke pluk wattern. Zorg ervoor dat op ieder
schoteltje ongeveer evenveel watten liggen.

Druk de watten een beetje plat

Opdracht 4
Pak de tuinkerszaadjes

Leg op iedere pluk watten tien tuinkerszaadjes.

Opdracht 5
Pak de acht etiketten

Schrijf voor iedere ‘soort water’ twee etiketten

Plak dan een etiket op het juiste jampotje en het andere op de rand van een
schoteltje.

Houd het potje en het schoteltje met hetzelfde etiket bijelkaar

Opdracht 6
Nu ga je de tuinkerszaadjes water geven. Op het schoteltje met het etiket
‘regenwater’giet je wat water uit het ‘regenwaterpotje’.

Zorg ervoor dat de watten goed nat worden, maar zet ze niet onder water.

Doe precies hetzelfde met de andere schoteltjes. Giet op ieder schoteltje een
beetje water. Maar let er wel op, dat je steeds het juiste water op het juiste
schoteltje giet.

Opdracht 7
Geef de zaadjes zeven dagen lang, elke dag water uit het juiste potje. Zorg ervoor dat
de watten goed vochtig blijven. Kom je een paar dagen niet op school, bijvoorbeeld in 
het weekend, giet dan maar iets meer water op de schoteltjes.

Opdracht 8
Met welk water zullen de zaadjes het hardst groeien?
En met welke het slechtst, denk je.
Schrijf dat maar op.

Nu ben je vast benieuwd wat je nou gaat zien na 7 dagen, nou heb jij geluk dat
juf/meester dit ook heeft gedaan. Ga maar naar juf en haal bij haar de schoteltjes
op, en ga dan verder met de volgende opdracht.

Opdracht 8

Haal de plantjes voorzichtig van de watten en meet je met je lineaal hoeveel
millimeter lang ieder plantje is. Rek de plantjes een beetje uit. Reken de
worteltjes niet mee.

Tel alle lengtes bij elkaar op en deel het dan door 10. Zo krijg de gemiddelde
lengte van de plantjes op een schoteltje.

Reken nu voor ieder schoteltje de gemiddelde lengte uit. Schrijf de
antwoorden in het schema wat je op tafel hebt liggen.

Welke conclusies kun je nu uit je onderzoeklje trekken? Schrijf die op in je
schrift.
Schema 



Soort water

Tijd

Aantal zaden

Gemiddelde lengte
in millimeter

Leidingwater

7

10


Sloot water


7

10


Afwaswater


7

10


Regenwater


7

10





Werkblad
Onderwerp: Vuur

Bekijk of je de volgende materialen op je tafel hebt liggen.

Lucifers

Oude aantsteker

Nieuwe aansteker

Loep

Hooi

Vuurstenen

Schrijf alle antwoorden in je schrift.

Opdracht 1
Waar denk je aan als je denkt aan het woord vuur?

Opdracht  2
Waarom  denk je dat vuur zo belangrijk is voor de mens?
Schrijf het antwoord in je schrift

Opdracht 3
Wat kun je allemaal met vuur?
Als je dat op hebt geschreven lees je het onderstaande stukje tekst.

Heel lang geleden kom men zelf nog geen vuur maken. Hoewel ze er al wel achter waren
dat het handig was voor het verwarmen en het klaarmaken van eten. Ze wisten alleen niet
hoe ze vuur moesten maken.

Opdracht 4
Bedenk eens een aantal manieren om vuur te maken?

De eerste manier hoe mensen vuur maakten, was door twee dingen tegen elkaar aan te
wrijven zodat er warmte ontstond. Als ze dan lang genoeg doorgingen en de snelheid van
wrijven hoog genoeg was , kon je met brandbare materialen een vuurtje maken.
Bijvoorbeeld: hooi,houtsnippers etc....
Er waren twee favoriete methoden om vuur te maken. Namelijk
1.
Het tegen elkaar wrijven van droog hout
2.
Slaan met vuurstenen.

Opdracht 5
Wat zou het nadeel zijn van deze twee methoden?
De mens heeft  altijd gezocht naar eenvoudiger wijzen van het ontsteken van vuur. En
zoals altijd, als de mens gaat zoeken naar een oplossing voor een probleem vindt hij
mogelijkheden. In feite heeft de mensheid in de loop van de tijd vele manieren van
ontbranding gevonden.

Opdracht 6
Dat wat mensen hebben uitgevonden om vuur te maken ligt voor jullie op tafel. 
Kijk er maar eens goed naar en beantwoord de volgende vragen.

Lucifer
Oude aansteker
Nieuwe aansteker
1.
Pak eerst een lucifer en beantwoord de vragen hieronder, neem daarna de oude
aansteker en dan de nieuwe aansteker.
2.
Beschrijf hoe het eruit ziet en maak er een tekening van.
3.
Hoe zorg je ervoor dat hij gaat branden?
4.
Wat gebeurt er, zodat je een vlam krijgt? 

Ja ook een verwarming hoort bij het onderwerp vuur. Want mensen wilden hun huizen ook
graag verwarmen. Lees het stuk hieronder maar en dan snap je het.

Er zijn een aantal verwarmingssystemen om huizen te verwarmen. Je kunt het met olie,
met gas of met elektriciteit doen. Bij de eerste twee systemen moet de brandstof worden
aangestoken. In de oude centrale verwarmingen om huizen te verwarmen zat een
waakvlam. Dit is een kleine vlam die zorgde voor de ontsteking van de kachel als dat
nodig was. In de nieuwe systemen haalde men de waakvlam weg omdat hij te veel
brandstof verbruikte. 
Nu moest er dus een mechanisme komen om zelf te ontsteken. Dit wordt vaak gedaan met
een elektrische ontsteking. Als je een vonk wilt maken kun je dit doen door een
hoogvoltage met voldoende vermogen over twee elektroden te zetten. Als de elektroden
op enige afstand van elkaar zitten zal een vonk overslaan. Als het mengsel van brandstof
en lucht in contact komt met de vonk zal de kachel onsteken.

Opdracht 7
Wat voor verwarming hebben jullie in huis?

Opdracht 8
Er zijn nog meer dingen wat met vuur te maken heeft. Lees het blad dat op jullie tafel ligt
maar eens. Daar staat ook op hoe een lucifer en aanstekers werken. Kun je kijken of jullie
het goed hadden.

Lucifer
Het is een klein houten stokje met iets raars aan het uiteinde. Eigenlijk zijn er twee
soorten lucifers. De ene kun je op elke willekeurige ondergrond aansteken en voor
de andere heb je een speciaal oppervlak nodig dat rode fosfor bevat en heet
veiligheidslucifer. De zelfontbrandende lucifer was heel populair tot aan het einde
materiaal verwerkten. Deze lucifers worden vaak gebruikt in de westerns waarbij
de cowboys, de boeven enzovoort hun sigaretjes met deze lucifers aanstaken. Heel
populair is ze aan te strijken over de zool van je schoen of aan het zadel van het
paard. De veiligheid lucifer berust eigenlijk op hetzelfde principe met dit verschil
dat de witte fosfor is vervangen door rode fosfor en de rode fosfor zit op het doosje
in een speciale laag. Het patent van deze lucifers staat op naam van Johan Edvard
Lundstrom maar Gustav E. Pasch heeft het principe ontdekt. Ze waren beiden van
Zweedse afkomst.
De top van de lucifer bevat Kalium chloride, Antimonium sulfaat en Arabische gom.
De productie van de lucifer werd aan het begin van de 19de eeuw geheel met de
hand gedaan maar aan het einde van de eeuw ging alles geheel automatisch. 
Oude aansteker
Een aansteker is een klein apparaatje die uit drie functies is opgebouwd. 
1.
de opslag van de brandstof, 
2.
de ontsteking 
3.
de brandstof op een gecontroleerde manier vrij laten. 
Oude aanstekers hebben een klein vaatje gevuld met een soort benzine. Om te
voorkomen dat de vloeistof eruit druppelt is er een soort katoenen prop in het vaatje
gestopt. Aan de bovenkant van het vaatje zit een opening waar een lont uit komt.
De ontsteking werd gedaan met een metalen wieltje met groefjes dat over een
vuursteentje wordt gedraaid. Bij het draaien springen de vonken in de richting van
de lont waar de brandstof in zit. Zo ontvlamt de benzine. Om de aansteker weer uit
te krijgen draai je een kap over de lont. Op die manier wordt er geen zuurstof meer
aangezogen en gaat het vlammetje uit.
Nieuwe aansteker
Het principe van deze aansteker lijkt gelijk aan die van de oude aansteker maar er
zijn wel een aantal dingen anders. 
Hij heeft namelijk nog steeds een vat met brandstof. Vloeibaar gas in dit geval. De
ontsteking wordt vaak gedaan met een piezo-keramisch element. Door twee
onderdelen ten opzichte van elkaar te verschuiven ontstaat een vonkje. Deze vonk
ontstaat in het midden van het mengsel van gas en lucht en de vlam gaat dan aan. 
Op dezelfde manier worden tegenwoordig heel vaak de gasfornuizen aangestoken.
Vuurwerk.
De lont van een rotje moet worden aangestoken met een smeulend vuurtje. In de
koker zit kruit (chemische stoffen). Doordat dit warm word ontploft dit. De kracht
van vuurwerk kan heel hoog zijn. Vuurwerk heel gevaarlijk. Veel mensen raken elk
jaar weer gewond tijdens de oudejaarsfeesten waarbij enorme hoeveelheden
vuurwerk wordt afgestoken. In Nederland is dit het enige moment waarop iedereen
vuurwerk mag afsteken.









Help bij deze pagina

Dit is het overzicht van de door jou gekozen les. Je vindt hier achtereenvolgens:

leseigenschappen
een html-versie van de les om snel doorheen te kunnen bladeren
het is belangrijk om lessen ook te beoordelen
mogelijkheid om de Word-versie te downloaden
door anderen al gemaakte opmerkingen bij deze les
Les
Bestand:      Werkblad natuurkunde.doc
Datum:      26-08-2004
Sender:      Lesidee
Titel:      aarde water en lucht
Groep:      6,7,8    [ groep : vragen & opmerkingen ]
Vakgebied:      natuuronderwijs    [ vakgebied: vragen & opmerkingen ]
Thema:      water    [ thema: vragen & opmerkingen ]
Omschrijving:      Mooi uitgewerkte werkbladen over de aarde, water en de lucht.
Beoordeling:      Het gemiddelde cijfer is 7.1 (19 beoordelingen)
Preview
Deze les beoordelen
Downloaden (Word document)
Werkblad natuurkunde.doc
Al eerder gemaakte opmerkingen
gebruikersnaamcijferopmerking
hulstkim8leuke achtergrond en goed te doen met de kinderen denk ik. ik ga het zeker uitproberen.
lottemonteiro7veel bruikbare informatie. Wel een beetje eentonig
Jolijt6Ik mis een docenten handleiding
Marjan.deman8Wat een leuke manier om kinderen te laten ontdekken, goede les!
Poppengordijntje8Ik heb dit ook gedaan met de kinderen. Is erg leuk gegaan. Goede opdracht.
amidalaqueen857Het zijn leuke opdrachten en proefjes, Maar het kost wel wat tijd om alles te regelen en uit te voeren.