Mensje onder een deken

Groep: groep6,groep7,groep8
Vakgebied: beeldendevorming
Thema: overige
Omschrijving: Onder een klei deken een mens maken.
Zoekwoorden: klei textuur vorm vormen bed slapen mensen mens

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl

Mensje onder een deken

Lesopdracht:

Maak met klei een mensje onder een deken. De deken en ondergrond worden gemaakt van
kleiplaten.

Formaat: maximaal 15 cm in hoogte lengte of breedte.

Kleiplaat voor de ondergrond: ongeveer 0,5 – 0,75 cm dik.

Kleiplaat voor de deken: 0,2 – 0,25 cm dik.

Kleisoort: fijne chamotte

Doelstelling:

Beeldend doel:

De leerlingen kunnen een (verborgen) vorm onder een deken maken.

Eventueel: de leerlingen kunnen een textuur op een deken maken.

Eventueel: de leerlingen kunnen ornamenten toevoegen.

De leerlingen leren over beweging. Hoe maak je een dynamisch beeld?

Technisch doel:

De leerlingen kunnen kleiplaten in verschillende diktes te rollen.

De leerlingen kunnen een mensfiguurtje maken.

De leerlingen kunnen een dunne kleiplaat bewerken en plooien.

De leerlingen maken gebruik van een kleipap hechting.

Benodigdheden:

Chamotteklei

2 kleilatten van ongeveer 0,2 –0,25 cm dik

2 kleilatten van ongeveer 0,5 – 0,75 cm dik

Kleiplank

Kleirol

Kleimes

Water voor kleipap

Bakje voor het water

Blanco “krantenpapier” om op de kleiplank te leggen.

Lesverloop:

Beeldende inleiding:

Je kunt een laken of deken meenemen. Je laat de leerlingen het laken / de deken zien en vraagt
hen in welke situatie ze deze zouden gebruiken. Ze kunnen er bijvoorbeeld onder slapen, hem
gebruiken om spook te spelen, hem omhangen als mantel, eronder zitten als je verdrietig bent
enz. Daarna ga je het visueel maken. Geef een laken aan een leerling en laat hem de situatie
uitbeelden. Hij mag natuurlijk niet bewegen. De andere leerlingen kijken naar de vorm van het
Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl

laken / de deken en welke lichaamsdelen nog zichtbaar zijn. Je kunt het beste een aantal
situaties visueel maken door telkens een andere leerling zodat iedere leerling de kans krijgt om
het goed te zien.
Ook kun je een aantal (kleine stukjes) dekens / lakens met verschillende texturen meenemen en
deze door de leerlingen laten bekijken en voelen.

Technische inleiding:

Je geeft middels een demonstratie suggesties over het hanteren van materialen en
gereedschappen.

Je laat zien hoe de leerlingen een kleiplaat moeten maken met een kleiplaat, kleiplanken, een
kleimes en een kleirol. Laat ook zien dat je door middel van een dakpan-systeem de kleiplaat
groter maakt.

Je laat zien hoe je plooien krijgt in de dunne kleiplaat die voor de deken gebruikt wordt.

Je laat de leerlingen zien hoe ze een kleipapje maken en waar ze dit voor kunnen gebruiken.

Vertel de leerlingen dat je het werkstuk kunt afwerken door het glad te strijken, te
schrapen, puntjes erop kunt zetten, de klei af kunt drukken op gaas / textiel enz.

Begeleidingsadviezen:

Als je ziet dat een leerling te dunne kleine details aan zijn werkstuk toevoegt, wijs hem er
dan op dat deze in de oven kunnen afbreken.

Let erop dat de leerlingen goede plooien in de deken / het laken maken. Als je ziet dat ze
het niet goed doen kun je bijvoorbeeld even een andere leerling in die houding onder het
laken laten zitten /staan / liggen. Zo kan de leerling goed het verschil zien met zijn
werkstuk en de werkelijkheid.

Als je ziet dat er papier aan de klei blijft plakken vertel dan aan de leerling dat ze dit niet
weg hoeven te halen omdat het papier in de oven verbrandt.

Nabespreking:

Kun je zien in welke houding het mensje onder de deken / het laken staat, zit of ligt?

Is het werkstuk zo opgebouwd dat het oog van de beschouwer in een bepaalde richting wordt
geleid of een bepaalde beweging maakt?

Eventueel: op welke manier heeft de leerling textuur aangebracht?

Eventueel: welke ornamenten heeft de leerling toegevoegd?

Kun je zien dat er een mensfiguurtje onder de deken / het laken zit of zou het ook iets
anders kunnen zijn?

Zijn de plooien in de deken / het laken goed gevormd?

Zitten alle aanhechtingen goed vast?

Andere opdrachten:

Maak van klei een dier onder een laken / deken.

Maak van klei een voorwerp onder een laken / deken.

Maak een klei een mensje in een slaapzak.

Maak van klei een voorwerp in cadeaupapier.