voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
les over kapitalisme vs communismeGroep: groep7,groep8Vakgebied: KGO Thema: overige Omschrijving: Geheel in de beleving van kinderen dit lastige onderwerp behandelen. Zoekwoorden: geld meer minder verschil armoede rijkdom westen Inleiding: Voorbeeld, het is pauze en jij en je vriendje willen ongelofelijk graag knikkeren. Helaas ben je al je knikkers kwijt geraakt. Dan krijg je de keuze, of je koopt van je eigen geld nieuwe knikkers of je geeft allebei al je geld aan de leerkracht en hij koopt evenveel knikkers voor jou en je vriendje. 1> Zou je dan graag allemaal evenveel knikkers willen hebben 2> of zou je zelf graag zoveel knikkers kopen als je kan? Verklaar ook waarom je dat zou willen, en hoe dat dan voor de anderen moet zijn. Kern Communistische kijk op het inkomensgebied. Communisten vinden dat iedereen gelijk is, dus ook dat iedereen evenveel moet verdienen, ongeacht zijn of haar baan. Communisten vinden dat je het beste al je geld aan de overheid kunt geven, omdat zij wel weet hoe dat het beste verdeeld kan worden. Communisten zijn dus voor een heel actieve rol van de overheid in het dagelijks leven van burgers. Dus eigenlijk komt het erop neer dat je niet voor jzelf werkt maar voor de hele gemeenschap. Je krijgt alles bijv. kleren, je hoeft niets te betalen, je hebt eigenlijk ook niets maar dat is dan ook niet nodig, zo redeneert een communist. De communist mag ook weinig commentaar hebben op wat hij vind wat de overheid doet, hij heeft dus geen vrijheid van meningsuiting. Kapitalistische kijk op het inkomensgebied. De kapitalist is iemand die vind dat iemand die hard werkt ook veel mag verdienen. Dus ook op het moment, zo vind de kapitalist, dat iemand minder hard werkt om wat voor reden dan ook hij maar minder moet verdienen. Kapitalisten zijn ook heel huiverig voor veel invloed van de overheid, zij willen een vrije markt. Ze willen dus zo min mogelijk regels, zodat er nergens geen beperkingen zijn. De kapitalist zal ook veel investeringen willen doen in machines om zo veel mogelijk, en zo snel mogelijk veel te produceren. Want hoe sneller en hoe meer je produceert, hoe meer geld je verdient. Een kapitalist kan zijn mond niet houden, het is nooit goed genoeg, dat hij dat mag wil zeggen dat in de landen waar een kapitalist leeft vrijheid van meningsuiting is. Het bordschema: De communistische visie De kapitalistische visie Veel overheids invloed Weinig overheids invloed Geen inkomen Verschillend inkomen Kleren krijgen Kleren moeten kopen Geen vrije meningsuiting Vrijheid van meningsuiting Veel van h etzelfde, producten Veel variatie in producten Veel arbeidskrachten Veel machienes Terugblik op het voorbeeld We gaan nu weer terug kijken naar het voorbeeld, we hebben gezien wat de kenmerken zijn van de verschillende maatschappij vormen. Wat was nu de communistische oplossing voor het probleem? Leg eens uit waarom? Opdracht schrijf een verhaal over jou thuissituatie in een kapitalistische samenleving. Hoe merk je dat het kapitalistisch is en wat is dat het verschil met de communistische samenleving. Ze verklaren dus eigenlijk hun eigen situatie en vergelijken die met die bijv. in Rusland. West-Berlijn en de komst van de muur Het is 1961. Monika ligt in haar bed maar kan niet slapen. Ze heeft het gevoel dat er iets gaat gebeuren, maar wat precies weet ze niet. Monika woont in West-Berlijn. Plotseling hoort ze schreeuwende mannen en hoort ze overal rare geluiden. Monika springt uit bed en kijkt uit het raam. Buiten ziet ze allemaal Oost-Duitse soldaten en Russische tanks. Huizen die precies op de grens van oost- en west-berlijn staan worden ontruimd. Met de schrik in de benen ziet Monika hoe mensen in hun pyjama uit de ramen van hun huis aan de West-Berlijnse kant springen om zich in veiligheid te stellen. Die stomme rot communisten uit de DDR en Rusland deinzen echt voor niets terug, denkt Monika. De onrust in de stad blijft, maar Monika is moe en gaat slapen. De volgende ochtend aan het ontbijt zijn de ouders van Monika erg onrustig. Moeder zegt niet veel en vader kan maar niet blijven zitten en loopt telkens heen en weer. Ze hebben het even over de gebeurtenissen van die nacht. Monika herinnerd zich in eens dat haar neef Karl bij haar opa en oma logeren in Oost-Berlijn. Ze krijgt erg veel zin om er heen te gaan. Ze zal eens aan moeder vragen of het mag: "Mam, mag ik vandaag bij opa en oma op bezoek?" Moeder begint plotseling te huilen. Monika begrijpt er even helemaal niets van. Wat heeft ze nou verkeerd gedaan? "Je kunt niet naar opa en oma want vannacht hebben de communisten prikkeldraad gelegd op de grens tussen Oost- en West- Berlijn. En van de buurvrouw hoorde ik dat ze haar kinderen niet naar school kon brengen, want die staat in Oost-Berlijn." snikte moeder overstuur. Monika dacht even na en zei: "Nou ja, dan ga ik volgende week wel. Ik ga even een kijkje buiten nemen." Daar ziet ze dat een begrafenisdienst in een West-Berlijnse kerk geen doorgang kan vinden, omdat het kerkhof bij deze kerk net in Oost-Berlijn ligt. Ook ziet ze twee mensen naar elkaar zwaaien. De één aan de westkant van het prikkeldraad en één aan de oostkant. Monika meen zich ter herinneren dat het buren van elkaar waren. Ze zijn wreed van elkaar gescheiden. Een jaar later moet Monika op school een opstel schrijven over de komst van het ijzeren gordijn. Monika denkt heel lang na en schrijft het volgende op: Berlijn 1961 Het is 13 augustus. Terwijl het nog donker is, spoeden duizenden Oostduitse soldaten met steun van Russische tanks zich naar de grens rondom West-Berlijn. Ze sluiten alle straten af die West-Berlijn verbinden met Oost-Berlijn. Huizen die precies op de grens staan worden met geweld ontruimd. Tientallen raken zwaar gewond of vallen te pletter. De verwarring onder de Berlijners is groot. Veel kinderen kunnen niet meer op hun school komen omdat die aan de ander kant van de grens ligt. Buren kunnen aleen nog maar naar elkaar zwaaien omdat prikkeldraad hen scheidt. Vele families wroden uit elkaar gerukt. De duizenden vluchtelingen, die daglijks vanuit Oost-Berlijn naar het vrije westen trokken, zitten nu voorgoed gevangen achter het ijzeren gordijn. Veel Berlijners denken dat dit ongemak maar tijdelijk is. Maar in de maanden na augustus 1961 wordt de situatie alleen maar erger. Honderden wanhopige Oostberlijners proberen op allerlei manieren door de grensversperringen heen te breken. Ze graven tunnels, ze verstoppen zich in vrachtwagens en auto's of ze proberen vol gas met een gepantserde auto door de versperringen te breken. Velen worden doodgeschoten. Het prikkeldraad wordt geleidelijk aan vervangen door een hoge betonnen muur. Berlijn is voorgoed verscheurd in twee delen. 's Avonds in bed denkt Monika na over haar opstel. Ze is nog steeds erg boos op de communisten. Waarom moesten de Russen Oost-Europa nu communistisch maken? Daardoor moesten miljoenen mensen vluchten naar het vrije westen. Maar de Russen wilden hier een stokje voorsteken. Ze hebben het ijzeren gordijn gebouwd, zodat nu iedereen, inclusief opa en oma, gevangen zit in het oostblok. 'Oh, ik haat die Russen." fluisterd Monika. Ze probeert te slapen maar ze denkt steeds aan haar familie in Oost-Berlijn. Hoe zou het met hun zijn? Vurig hoopt ze dat ze ze ooit weer terug zal zien. Oost-Berlijn en de komst van de muur Het is 1961. Karl heeft Zomervakantie en logeert een weekje bij zijn opa en oma in Oost-Berlijn. Hij heeft een eigen kamertje gekregen. Karl zijn ouders wonen ook in Oost-Berlijn. Hij heeft een oom en tante en nichtje in West-Berlijn wonen. Hij heeft ze al een hele tijd niet gezien. Karl is al drie dagen bij zijn opa en oma. Hij ligt in het oude logeerbed en probeert te slapen. Hij is nog niet echt gewend aan het bed dus het slapen wil niet lukken. Plotseling hoort hij allemaal mannen schreeuwen en ook hoort hij een raar rollend geluid. Karl rent naar het raam en kijkt naar buiten. Hij ziet hoe Oostduitse soldaten geholpen worden door Russische tanks. Ze trekken naar de grens met West-Berlijn. Er heerste al een hele tijd een grote spanning tussen de communisten in het oosten en de kapitalisten in het westen, wist Karl. Amerika stuurt spionnen en misdadigers naar de DDR. Die zorgen overal voor onrust en vertellen leugens aan de arbeiders en boeren. Karl begon zich af te vragen of daar nu iets tegen aan het doen waren. De volgende ochtend hoort Karl van zijn opa dat de grens dicht is gegooit door de communisten. Karl is ontzettend blij met dit nieuws. "Mooi", zei hij, "dan kunnen die vervelende Amerikanen ons niet meer lastig vallen". Karl is erg tegen de Amerikanen met hun kapitalistische ideeën. Ze willen Duitsland weer sterk maken om Rusland te kunnen vernietigen. De amerikanen geven veel geld aan de Westduitse fabrieken om weer tanks en wapens te maken. De Russen zijn hier natuurlijk erg kwaad over. En gelijk hebben ze vindt Karl. Duitsland mag niet nog eens de kans krijgen om oorlog te voeren. De sfeer in Oost-Berlijn was erg vijandig die dag. Daarom besloot Karl om zijn logeerpartij af te breken en naar huis te gaan. Op weg naar huis zag hij allemaal mensen die probeerden te vluchten naar het westen. Wat een domme mensen, dacht Karl. Het communisme is toch veel beter voor de arbeiders dan het Kapitalisme. Die buit de arbeiders juist uit. Een jaar later moet Karl op school een opstel schrijven over de komst van het ijzeren gordijn. Karl herrinnerd zich de logeerpartij bij zijn opa en oma. En begint te schrijven: Berlijn 1961 Zomer 1961. Tienduizenden soldaten van Amerika en andere NAVO-landen trekken naar de grenzen van de DDR. De president van Amerika heeft al vaak gezegt dat Amerika onze Duitse Democratische Republiek met geweld wil vernietigen. De NAVO wil een eind maken aan al het werk dat de arbeiders en boeren in ons land verricht hebben. Maar onze Russische vrienden zullen dit nooit toestaan. In Berlijn kan iedereen ingehinderd van West naar Oost gaan. Amerika en de BRD sturen spionnen en misdadigers naar ons land. Die stichten overal onrust en vertellen grove leugens aan de arbeiders en boeren. Ze plegen bomaanslagen op belangrijke gebouwen. Ze lokken met hoge salarissen artsen, ingenieurs, leraren en bouwvakkers weg uit de DDR. Daarom moet er wat gebeuren. In de nacht van 12 op 13 augustus 1961 is het zover. Duizenden soldaten en officireen van ons nationaal volksleger trekken naar de grenzen van West-Berlijn. Tegen 4.00 uur hebben ze samen met vele arbeiders de grens onder controle. Geen enkele spion of terrorist uit West-Berlijn kan nu ons land meer binnendringen. De bouw van de muur kan nu beginnen. Onze staatsgrens zal voorgoed beveiligd worden. Onze grenssoldaten staan op wacht voor de vrede! Karl is snel klaar met zijn opstel. Hij heeft even niets te doen omdat de anderen nog bezig zijn. Dan begint hij te dagdromen over wat er het afgelopen jaar allemaal is gebeurt. Hij is heel erg blij dat de communisten de muur gebouwd hebben. Maar toch hoopt hij dat hij ooit zijn familie in West-Berlijn zal terug zien.
|