voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
taaldrukkenGroep: groep5,groep6Vakgebied: Taal: taal Thema: overige Omschrijving: Beschrijven en tekenen van voorwerpen. Zoekwoorden: gedicht rijm beschrijf teken schilder taal Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Verloop onderwijsactiviteit Inleiding: Ik lees eerst een gedicht over een stoel voor en daarna gaan we een namenrondje doen, maar iedereen moet als hij zijn naam zegt ook een plaats of voorwerp waar hij op heeft gezeten vandaag.. B.v. Mijn naam is Lotte en ik heb op een zadel van een fiets gezeten. Ik stel wat vragen over het voorwerp waar ze op hebben gezeten. B.v. Wat voor kleur is het, is het hard of zacht. Is het van leer of van stof. Zo maken we een namenrondje. Na dit namen rondje krijgen alle kinderen vijf stukjes verschillend gekleurd papier en een pen. Kern: De kinderen pakken 1 van die blaadjes, ik geef aan welke kleur, en op dat blaadje gaan ze voorwerpen schrijven waar ze die dag allemaal op hebben gezeten. Ze zijn dus een verzameling aan het maken. Uit die verzameling kiezen ze 1 voorwerp. Als ze die keuze hebben gemaakt gaan ze in tweetallen zitten. Ze pakken weer een blaadje, ik geef weer aan welke kleur. Nu gaan ze aan de ander vertellen hoe dat voorwerp eruit ziet. En de ander gaat dat tekenen. De kinderen die vertellen mogen niet kijken wat de ander tekent. Ze krijgen hier vijf minuten voor en dan wisselt het. Nadat de kinderen hier over hebben getekend pakken ze weer een ander papiertje, dat geef ik weer aan. Ik ga ze nu een aantal vragen stellen en dat moeten zij terug koppelen naar hun zitplaats. Wanneer zit je er op? Wat doe je als je er op zit? Met wie zit je er op? Waar staat het? Hoe zit je er op? Wat zie je als je er op zit? Wat hoor je? Hoe ruikt het? Hoe voelt het aan? Wat proef je er? Als de kinderen dit hebben opgeschreven pakken ze weer een kleur papier dat ik weer aangeef. Op dit papier gaan ze een verhaal schrijven over hun zitplaats. Wat maken ze er allemaal mee, hoe ziet het eruit, wat kun je er mee, wat ze maar willen, als het maar over hun zitplaats gaat. Als laatst gaan de kinderen een ode of een haatdicht over dat voorwerp schrijven. Ik geef hier een voorbeeld van, dit schrijf ik op het bord. Tijd 5 min. 5 min. 2 x 3 min. 10 min. 8 min. 10 min. Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Afsluiting: Als iedereen zijn ode of haatdicht af heeft gaan we naar elkaars verhalen luisteren. De kinderen zitten in een kring en mogen kiezen of ze hun verhaal, ode of haatdicht voorlezen. Vooraf vertel ik dat het belangrijk is dat er naar elkaar geluisterd wordt en dat we elkaar niet uitlachen. Ik begin en geef de beurt aan iemand door. Als iemand heeft gelezen mag hij de beurt aan iemand anders doorgeven. Organisatie Voor elk kind moeten er 5 verschillend gekleurde blaadjes zijn. Ook moet er voor iedereen een pen of potlood zijn. Voor de les schrijf ik op de achter kant van het bord mijn ode of haatdicht. Ode en haatdicht. He jij, lelijk hard zadel. Jij hebt zon onhandige zit. Je doet pijn aan mijn billen. Je vorm is zo onhandig. Ik ben altijd blij als de rit kort is. Jij maakt mij echt niet vrolijk. Jij lelijk en hard kreng. O jij, heerlijke zachte mooie bank. Jij geeft zoveel ruimte Jij laat mij zo heerlijk zitten. Vanuit jou kan ik alles overzien. Jij laat mij nooit zitten. O jij, heerlijke zachte mooie bank. Tijd 10 min.
|