voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
Knutselen met de kinderboekenweekGroep: groep7,groep8Vakgebied: beeldendevorming Thema: overige Omschrijving: Een schatkaart maken over de kinderboekenweek. Zoekwoorden: zeerover zee knutselen schatten schat kaart kaarten Bijlage 03 Aanzet tot een lesvoorbereiding / voorlopig lesbeschrijvingsformulier (1 e stageperiode) 1. Algemene gegevens: Naam student: Kim Geelen School / groep: Bs. Dr Henneberg (Les)activiteit: Handvaardigheid les (samen lesgeven met Marianne) Datum / tijd: 30 september 2002, 13:00 uur 2. Wat heb je met de mentor afgesproken? - geef hier een korte beschrijving van de (les)opdracht Wij hebben met onze mentor afgesproken dat we een les handvaardigheid geven. Het volgende werkstuk moeten ze maken: Een schatkaart (een onderdeel van de Kinderboekenweek). 3. Welke bedoelingen heb je met deze les? - wat wil je met deze activiteit bereiken? /- wat wil je graag dat er geleerd wordt? De leerlingen moeten goed naar onze instructie vooraf luisteren. Normaal zijn ze gewend om in groepjes te werken die zij zelf samenstellen, maar nu hebben Marianne en ik deze beslissing al genomen. Ze moeten dus met andere leerlingen leren samen te werken. Ook moeten ze allemaal hun fantasieën kunnen beschrijven en dan vervolgens beslissen ze met het groepje of ze dit een goed idee vinden en voeren het vervolgens uit! 4. Waarmee moet je rekening houden bij de kinderen? - beschrijf hier hoe je de beginsituatie van de kinderen bepaalt - hoe is hun voorkennis? wat weet je van hun vorderingen tot nu toe? zijn er bijzondere problemen? De meeste leerlingen zijn wel fantasierijk en andere leerlingen spoor je bij deze activiteit aan om hun fantasie beter te gebruiken. De leerlingen weten allemaal wel hoe een schatkaart eruit ziet. In dit geval hebben Marianne en ik criteria gemaakt, waar ieder groepje aan moet voldoen. Deze criteria zijn te vinden in de bijlage! Het zou een probleem kunnen worden, dat sommige leerlingen bepaalde materialen/ voorwerpen niet mogen en dit niet leuk vinden. Een ander probleem dat zich kan voordoen is dat ze niet goed functioneren in een bepaald groepje. In beiden gevallen kan je de leerlingen opweg helpen door ze een aantal ideeën te geven en ze voor de rest goed in de gaten te houden. Ook kan je vaker eens erbij gaan staan en vragen of het allemaal lukt. 5. Waarmee moet je rekening houden bij jezelf? - beschrijf hier je eigen beginsituatie met het oog op deze (les)activiteit - wat weet je zelf al over het thema? wat wil je zelf leren? - welke moeilijkheden denk je tegen te komen? hoe ga je daar mee om? Mijn beginsituatie: Ik ben zelf niet zo creatief aangelegd! Ik heb een hele levendige fantasie, maar als ik dingen met mijn handen moet gaan doen, kan dit weleens gigantisch mislukken! Marianne is daarentegen heel creatief. Ik denk dat ik degene ben die eerst doet denken en zij degene die meteen begint met deze opdracht! Maarja, eigenlijk kan een fantasie werkstuk nooit mislukken, want het is jouw eigen fantasie. Ik wil leren de kinderen hier goed in te begeleiden. Ik wil ze kunnen helpen en veel ideeën kunnen geven als ze vastzitten. Ook moet ik leren onderlinge groepsconflicten op te lossen, want dit kunnen allemaal zaken zijn die je tegenkomt! 6. Welke volgorde hanteer je in deze (les)activiteit, en hoe plan je dat in tijd? het lesontwerp - hoe begin je de (les)activiteit? op welke wijze kun je de kinderen geïnteresseerd en betrokken laten worden? - hoe ziet het vervolg van de (les)activiteit er uit? - hoe sluit je de (les)activiteit af? We beginnen de lesactiviteit met een vertelling over een piraat. Dit is de introductie van de les(deze rol zal ik gaan spelen). De piraat vertelt de leerlingen over een schat, waar hele mooie voorwerpen liggen. Het mooiste en het duurste goud dat ooit iemand gezien heeft. En het meeste geld etc ligt daar ook! Maar ik vertel jullie niet waar het begraven is! Ooh nee de schatkaart draag ik altijd bij me, ALTIJD! Kijk maar hij zit hier in mijn zak! He? Waar is ie nu? (De piraat wordt heel zenuwachtig, hij zoek overal in zijn kleren naar de schatkaart, maar hij vindt m niet!). Willen jullie mij helpen een nieuwe schatkaart te maken, leerlingen van groep 7? Vervolgens vertelt Marianne wat de opdracht is en verdeelt de rollen. De ene helft van de klas gaat Marianne mee, naar het lokaal naast het onze en de andere helft blijft bij mij. Vervolgens leg ik voor mijn groepjes nog een keer de opdracht uit en vertel nog een keer met welke materialen ze mogen werken! Verder vertel ik ook nog dat ze niks op de grond mogen gooien, want dan gaan de vlekken niet meer uit de vloerbedekking. Daarna mogen ze zelfstandig aan de slag! Ik blijf hierbij door de klas heen lopen. Ik kijk en vraag of alles in de groepjes lukt en indien het nodig is, help ik ze een beetje op weg! Ik ben van plan om 10 minuten voordat de school afgelopen is, alles te laten opruimen, zodat iedereen om 15:00 uur naar huis kan gaan 7. Welke leeractiviteiten moeten de kinderen uitvoeren? - hoe kunnen ze het beste leren? De leerlingen moeten goed naar de opdracht luisteren. Vervolgens mogen ze naar eigen fantasie, met de door hun gebruikte materialen, een schatkaart maken. 8. Wat doe jij zelf in deze (les)activiteit? - welke werkvorm kies je? wat is jouw rol daarin? Het 1 e deel van de les is leerkracht gebonden, want de vertelling vindt plaats en de opdracht wordt uitgelegd. Het 2 e deel van de les is een vrije- vorm van lesgeven. De leerlingen mogen met hun groepje zelfstandig hun ideeën uitvoeren. Ik blijf hierbij door de klas lopen en help indien er zich problemen voordoen, verder geef ik de leerlingen ook ideeën en hou ik de orde! 9. Welke onderwijs- en leermiddelen denk je nodig te hebben? De volgende materialen heb ik nodig: Onderleggers; Flessendoppen; Kurken; Pen & potlood; Plaksel; Plakband; Vouwblaadjes; Knipsels; Kranten & tijdschriften; Grote A1 vellen; Verf & kwasten; Crêpe papier; Scharen; Gekleurde vellen papier 10. Hoe evalueer je deze (les)activiteit? - denk daarbij aan leerproces en leerresultaat van de kinderen, maar ook aan het lesgeven zelf (je eigen leerproces) De inleidende vertelling was erg kort. Voordat ik het wist was ik de kaart al overal aan het zoeken in mijn kleren. Ik had dit beter moeten uitwerken, maar dit idee hadden we eigenlijk 10 minuten voordat de les begon pas gekregen, dus zo heel veel had ik er niet aan kunnen voorbereiden! De inleiding was kort, maar krachtig! Toch kregen we nog heel veel vragen van de leerlingen over de opdracht, ze snapten het niet allemaal. We hebben maar een paar vragen beantwoord, toen zijn we verder gegaan, want anders was de tijd zo om! We hadden de leerlingen tot 5 afgeteld. De nummers 1 gingen bij elkaar staan, de nummers 2 bij nummers 2 etc De ene helft bleef dus bij mij, de andere helft ging met Marianne mee. Ik had al verwacht dat er problemen zouden komen, betrekking hebbend op het materiaal dat ze mogen gebruiken! Marianne had de verfgroepen, dus dat probleem had zij niet! Ik had de 2 groepen die alleen maar met kranten mochten werken en de 2 groepen die met kosteloos materiaal mochten werken. De groepen die alleen maar met de kranten mochten werken vonden dit oneerlijk! Want nu konden zij niks met kleur maken, alles gebeurde in het zwart/ wit! De groepsleden konden het onderling ook niet zo goed vinden, dus heb ik ter plaatse maar de opdracht veranderd! Ze mochten wel met vouwblaadjes en crêpe papier werken. Hierna verliep het allemaal al stukken beter! Alleen hadden we ons niet zo aan de tijd gehouden met opruimen, dat kwam doordat sommige groepen weinig ideeën hadden en nu waren ze eindelijk op dreef en zouden ze al moeten opruimen. Dit zou ik de volgende keer anders aanpakken, want toen het 15:00 uur was waren alle leerlingen naar huis verdwenen en moesten de 2 helpers, Marianne en ik de boel opruimen! En daar ben je HEEL lang mee bezig! Ook zou ik de materialen, die de leerlingen mochten gebruiken, de volgende keer anders verdelen. Op deze manier heeft iedereen het naar zijn zin en zullen er waarschijnlijk ook minder meningsverschillen plaatsvinden in de groepjes -> die tot ruzie leiden! Naam van de mentor: Handtekening voor gezien (géén beoordeling):
|