klimaat

Groep: groep7,groep8
Vakgebied: aardrijkskunde
Thema: overige
Omschrijving: Uitgebreidde les over het klimaat.
Zoekwoorden: weer klimaat temperatuur regen zon europa

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
Fase 1: klimaattypes in europa
-
doel:
kunnen klimaat omschrijven als: gemiddelde weerstoestand in een land of
een streek over een langere periode, bv. 30 jaar. Kunnen het klimaattype van
België benoemen ( gematigd zeeklimaat). Kunnen steden op de kaart zoeken.
kunnen uit een klimatogram afleiden welke temperatuur en welke neerslag er
heerst op een bepaalde plek. Kunnen poolklimaat, gematigd land – en
zeeklimaat en middellands zeeklimaat uitleggen a.d.h.v. de kenmerken.
-
inhoud:
Weten jullie nog wat het klimaat van een land of een gebied is? ( gemiddelde
weerstoestand in een land of een streek over een langere periode, bv. 30
jaar) Kennen jullie nog het klimaattype van ons land?( gematigd zeeklimaat)
Waardoor wordt het klimaat bepaald?(temperatuur, wind, neerslag) Kan je
Brussel op de kaart komen aanduiden? Hammerfest? Athene? Warschau?
Weten jullie wat een klimatogram is? Wat kan je erop aflezen? (temperatuur
en neerslag) Hoe ? Waar breng je ’t liefst je vakantie door als je houdt van de
zon en weinig regen?(Athene)Men spreekt hier van een Middelands
zeeklimaat. Hoe heette het klimaat bij ons ook al weer?(gematigd zeeklimaat)
Kijk op de klimatogrammen. Waar zou men kunnen spreken van een
gematigd landklimaat? (warschau) Wat zou gematigd willen zeggen? Hoe
zou men het klimaattype bij Hammerfest noemen?( poolklimaat) Welke
kenmerken hebben de verschillende klimaattypen?
Middellands zeeklimaat: warm gematigd zeeklimaat met vochtige, zachte
winter en droge hete zomer.
Gematigd zeeklimaat: het hele jaar door neerslag, frisse zomers en zachte
winters. Winter en zomer verschillen niet héél veel van temperatuur.
Gematigd landklimaat: zeer koude winter, droge warme zomer, toch meeste
neerslag in de zomer.
Poolklimaat: zeer strenge winters (8m.), dagtemperatuur bijna nooit boven
0°C.
-
methode:
lkr hangt een grote kaart van europa aan het bord. Van 4 steden, verspreid
over europa (Brussel, Athene, Warschau, Hammerfest) wordt gevraagd ze te
zoeken op de kaart. Lkr duidt lln aan om dit te doen. Wanneer de lln de stad
aangeduid heeft, hangt de lkr de klimatogram van de stad er naast. Lkr stelt
vragen om tot de verschillende klimaattypes te komen. Lkr schrijft de namen
van de verschillende klimaattypes en de kenmerken ervan aan bord.
-
media:
Kaart van europa. Klimatogrammen van Athene, Brussel, Hammerfest,
Warschau. Bord, krijt, magneten.
-
duur: 15 min

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
Fase 2: visuele voorstelling klimaattypes
-
doel:
kunnen een foto van een klimaattype bij de juiste naam plaatsen. Kunnen
zich de klimaattypes inbeelden.
-
inhoud:
Is er al eens iemand op vakantie geweest in een land dat in het middellands
zeeklimaat ligt? In een gematigd landklimaat? In een poolgebied? Hoe zien
deze gebieden / landen eruit? Wat valt er op? Kan je de foto’s bij het juiste
klimaattype plaatsen?
-
methode:
lkr stelt vragen. Lln mogen eigen ervaringen vertellen. Lkr geeft 4 foto’s (1
poolklimaat, 1 middellands zeeklimaat,1 gematigd landklimaat, 1 gematigd
zeeklimaat) aan 4 lln, de lln mogen ze bij het juiste klimaattype hangen.
-
media:
kaart europa (blijft aan bord hangen), prenten (zie bijlage), magneten, bord,
bordschema fase 1.
-
duur: 10 min

Fase 3:
-
doel:
kunnen plaatsen van verschillende klimaattypes opzoeken in de atlas.
Kunnen algemene kenmerken van het type uit een tekst halen.
-
inhoud:
jullie krijgen per 2 een tekstje met een aantal vragen. Lees elk in stilte de
tekst en los samen de vragen op. De prent(en) die je erbij krijgt en je atlas
kunnen je helpen bij het oplossen van de vragen. Je kan de plaatsen die je
moet zoeken, vinden in je atlas, je zal 2 kaarten nodig hebben, de wereldkaart
en de klimaatkaart. In de legende vind je welk klimaat er op welke plaats
voorkomt. Wanneer iedereen klaar is, komen jullie vooraan in de klas
vertellen wat jullie gelezen hebben. Je kan de inhoud vertellen a.d.h.v. de
vragen. Let er wel op : de andere lln weten er nog niks over, dus vertel je
antwoorden op de vragen in een volledige zin! Als er vragen zijn kan je die
altijd stellen. De andere lln krijgen de vragen van de andere groepjes en
vullen deze in tijdens de voorstelling.
-
methode:
lln krijgen worden in groepjes verdeeld: 1x 3 lln, 2 x 6 lln. Lkr deelt tekstjes
uit en geeft instructies.
-
media:
tekstjes, prenten, kaarten: zie bijlage, atlas
-
duur: 20 min

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
Fase 4: voorstelling klimaat in de rest van de wereld
-
doel:
kennen de klimaattypes: pool -, gematigd zee – & landklimaat, middellands
zeeklimaat, steppe -, toendra -, savanne -, woestijn -, sneeuw – en ijsklimaat,
regenwoudklimaat, loofwoud – en naaldwoudklimaat. Kunnen de kenmerken
opnoemen. Kunnen plaatsen op de kaart situeren waar deze klimaattypes
voorkomen.
-
inhoud:
jullie mogen nu jullie tekst komen voorstellen, praat in volledige zinnen.
Toon ook je prenten aan de andere leerlingen. Duidt ook de plaatsen die je
opgezocht hebt aan op de kaart.inhoud van de teksten (zie bijlage).
-
methode:
lln brengen de inhoud van de teksten (zie bijlage) naar voor. Lkr kan ev
vragen stellen. Lln tonen bij hun voorstelling ook de prenten. Lkr schrijft bij
de voorstelling van een klimaattype de naam aan bord, de prenten worden er
na de voorstelling bij gehangen.
-
media:
prenten, wereldkaart, bord, magneten.
-
duur: 15 min

Fase 5 : verwerking
-
doel: kunnen plaatsen met en pool -, gematigd zee – & landklimaat,
middellands zeeklimaat, steppe -, toendra -, savanne -, woestijn -, sneeuw
– en ijsklimaat, regenwoudklimaat, loofwoud – en naaldwoudklimaat
aanduiden op de kaart van Europa en de wereldkaart. Kunnen a.d.h.v. de
beschrijving van een klimaattype, de juiste naam geven. Kunnen op een
prent een klimaattype herkennen en benoemen.
-
inhoud:
iedereen krijgt van mij een werkblad. Je atlas mag je gebruiken bij vraag 3,
niet bij de andere vragen. Vragen : zie werkblad
-
methode:
lkr geeft instructie. Lln maken individueel het werkblad. Lkr loopt rond in de
klas
-
media:
verwerkingblaadje
-
duur: 15 min

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
Bijlage : tekstjes fase 3

-
groep 1:
Het savanneklimaat
Foto 1 werd gemaakt in de tropen er is daar een regenseizoen en een droog
seizoen. In het droge seizoen regent het enkele maanden zeer weinig of niets. In
de savanne groeit vooral lang gras en hier en daar staan struiken en bomen. Er
leven vooral grote zoogdieren zoals leeuwen, giraffen, antilopen, zebra’s… Er
worden voor de toeristen safari’s georganiseerd. In het droge seizoen moeten de
bewoners zeer spaarzaam zijn met water. Als het regenseizoen te lang uitblijft,
mislukt de oogst en komt er hongersnood. Dat is vooral in Afrika zo.

1.
zoek op de kaart in je atlas (kaart van klimaten) plaatsen met een
savanneklimaat.
2.
welke seizoenen kent men in het savanneklimaat?
………………………… & …………………………..
3.
wat zijn de kenmerken? (planten en dieren)
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
4.
waarop moeten de bewoners letten? Waarom?
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………

-
groep 2:
Het regenwoudklimaat
Op foto 2 zie je een regenwoud. We vinden uitgestrekte regenwouden in Zaïre,
Indonesië, Brazilië. De wouden vormen een groene gordel rond de evenaar. De
plantengroei is er weelderig. Het regenwoud ontstaat doordat de vochtige lucht
stijgt door de hitte. De lucht koelt af in de hoogte en stort als een regenbui naar
beneden. Alleen als de elementen hitte en neerslag samengaan kan er regenwoud
Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
ontstaan. Het is heel moeilijk om in zo’n woud te leven, en toch wonen er
mensen.

1.
zoek op de kaart in je atlas (kaart van klimaten) plaatsen met een
regenwoudklimaat.
2.
hoe ontstaat een regenwoud?
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
3.
hoe is de begroeiing?
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
4.
Is het gemakkelijk om in te leven?
…………………………………………………………………………………

-
groep 3:
Het woestijnklimaat:
OP foto 3 zie je dat het laatste stukje gras verdwenen is. Dit is de woestijn. De
belangrijkste woestijnen vind je in de buurt van de keerkringen. Het zijn de
Sahara in Noord - Afrika, de woestijnen in Saudi – Arabië, in Azië, In Zuid –
Afrika en in Australië. In de woestijn valt er weinig regen. De lucht is er warm
en zeer droog waardoor er geen wolken gevormd worden. De bewoners hebben
geen vaste woonplaats. Het zijn zwervers of nomaden. Ze trekken met hun
geiten, ezels en dromedarissen tot aan een oase. Een oase is een plaats met water
en planten waar ze hun tenten kunnen opslaan.

1.
zoek op de kaart in je atlas (kaart van klimaten) plaatsen met een
woestijnklimaat.
2.
welke zijn de kenmerken van de woestijn?
-
………………………………………..
-
……………………………………….
-
………………………………………..
Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
-
………………………………………..
3.
wat weet je over de bewoners?
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………

-
groep 4:
Steppe en toendra
In de steppe groeien geen bomen, enkel kort, dor gras. (foto 4) het regenseizoen
is kort en de temperaturen zijn er hoog. Steppen vind je in Azië: ter hoogte van
Mali, Niger, Tsjaad,… in Amerika: Peru, sommige delen van Mexico, in Afrika:
delen van Pakistan.
Toendra: op foto 5 zie je een landschap in Alaska. Er groeien alleen wat grassen
en mossen. Tijdens de lange winter is de bodem bedekt met sneeuw. Het
toendraklimaat komt voor in het hoge noorden van Europa, Azië, Canada en
Alaska. Ondanks de strenge koude wonen er toch mensen.

1.
zoek op de kaart in je atlas (kaart van klimaten) plaatsen met een
steppeklimaat.
2.
geef de kenmerken van steppe:
-
………………………………….
-
………………………………….
-
………………………………….
3.
zoek op de kaart in je atlas (kaart van klimaten) plaatsen met een
toendraklimaat.
4.
geef de kenmerken van toendra:
-
…………………………………
-
…………………………………
-
…………………………………

-
groep 5:
Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
Het loofwoudklimaat
Door de grote regenval groeiden er in grote delen van Noord – Europa en Noord
– Amerika vroeger loofbomen. Die verliezen hun bladeren in de winter. De
meeste van die loofbomen zijn nu verdwenen. Het Zoniënwoud bij Brusssel is
nog een restant. De invloed van de zee op het klimaat is duidelijk merkbaar. Het
hele jaar door valt er neerslag en er zijn geen grote temperatuursverschillen. De
zee zorgt ervoor dat het in de zomer niet te warm wordt en in de winter niet te
koud. Daarom noemen we het ook een gematigd zeeklimaat. (foto 6)
1.
zoek op de kaart in je atlas (kaart van klimaten) plaatsen met een
loofwoudklimaat.
2.
hoe wordt dit klimaattype nog genoemd?
…………………………………………………………………………………
3.
zijn de loofbomen er nu nog? Restanten?
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
4.
welke invloed heeft de zee op dit klimaattype?
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………

-
groep 6:
Het naalwoudklimaat
Op foto 7 zie je een reusachtig naalwoud. Die vind je o.a. in Canada, in
Scandinavië en in Rusland. Sparren en Dennen zijn naaldbomen. In die streken
regent het het hele jaar door, vooral in de zomer. De verschillen in temperatuur
zijn groot. De invloed van de zee is hier veel minder merkbaar daarom spreken
we ook van landklimaat. De winters zijn er zeer streng, met veel sneeuwval die
maandenlang blijft liggen.

1.
zoek op de kaart in je atlas (kaart van klimaten) plaatsen met een
naaldwoudklimaat.
2.
geef de kenmerken:
-
……………………………………
-
……………………………………
Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
-
……………………………………
-
……………………………………
3.
hoe word dit klimaattype ook nog genoemd? Waarom?
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………

-
groep 7:
Sneeuw – en ijsklimaat
Op foto 8 zie je alleen maar sneeuw en ijs. Het is een foto van Antartica. Ook in
sommige delen van Canada, Groenland en Siberië is er alleen maar sneeuw en
ijs, zelf in de zomer. De temperatuur blijft er het hele jaar onder 0°C. Er groeit
niets omdat het te koud is. Er wonen ook geen mensen.

1.
zoek op de kaart in je atlas (kaart van klimaten) plaatsen met een sneeuw-
en ijsklimaat.
2.
geef de kenmerken:
-
…………………………………
-
…………………………………
-
…………………………………
-
…………………………………

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl

middelandszeeklimaat

pool

steppe

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl

toendra

tropisch

woestijn

woud

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
Verwerkingsblad klimaat in Europa en de rest van de wereld

Naam: ………………………………………………….

1.
Duidt een plaats aan op de kaart waarvan je weet dat het klimaat er
voorkomt:
-
poolklimaat (a)
-
gematigd zeeklimaat (b)
-
gematigd landklimaat (c)
-
middellands zeeklimaat (d)



2.
Vul het juiste klimaattype in:
-
kleine temperatuurschommelingen tussen winter en zomer en neerslag het
hele jaar door vinden we in een
………………………………………………
-
kleine temperatuurschommelingen en de meeste neerslag in de winter
vinden we in een……………………………………………
-
grote temperatuurschommelingen en de meeste neerslag in de zomer is
typisch voor een………………………………………..
Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
-
grote temperatuurschommelingen en weinig neerslag over het hele jaar is
typisch voor een…………………………………………….

3.
Neem je atlas. Zoek op en duidt ze aan op de kaart:
-
een plaats met een savanneklimaat (a)
-
een plaats met een steppeklimaat (b)
-
een plaats met een woestijnklimaat (c)
-
een plaats met een naaldwoudklimaat (d)
-
een plaats met een toendraklimaat (e)

4.
Welke klimaattypes zijn dit? Geeft min. 1 kenmerk.

klimaattype: …………………………………………….
Kenmerk: ……………………………………………….

Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden.
Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl

klimaattype: …………………………………………….
Kenmerk: ……………………………………………….

klimaattype: …………………………………………….
Kenmerk: ……………………………………………….