voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
europaGroep: groep7,groep8Vakgebied: aardrijkskunde Thema: europa Omschrijving: Heel mooi werkblad over verschillende landen in europa. Zoekwoorden: landen land europa kaart kaarten atlas We maken kennis met Europa: 1. België België telt ongeveer ............................... inwoners. Het ligt centraal in Europa en dat verklaart meteen waarom er in de hoofdstad Brussel veel Europese instellingen te vinden zijn. Ons land is een federaal koninkrijk. - federaal: ................................................................................................... - koninkrijk: ................................................................................................ België is opgedeeld in ........provincies met elk een provinciehoofdplaats. Die weet je natuurlijk liggen op een blinde kaart......... Info: zie atlas pagina 4 Provincie Hoofdplaats In het federale België is er plaats voor drie gewesten: het................... gewest (groen), het .................... gewest (oranje + paars) en het ....................................................... gewest (geel) Het ...................... gewest bevat twee gemeenschappen: de ......................... en de .................. gemeenschap. Vul in Samber - Maas - Schelde - Leie - : Antwerpen: .................................. Gent: .................................. en .................................. Luik: .................................. Namen: .................................. en .................................. Doornik: .................................. Kortrijk:................................... Welke zijn de 4 dichtstbevolkte gebieden in België: .................................................................................................. .................................. Kan je dit verklaren? Schrijf de vier grootste industrietakken op aan de hand van kaart pagina 7. 1)........................... 2)........................... 3)........................... 4)........................... Welke atlaskaart vertelt je meer over het Belgisch reliëf? .................................. Waar valt in België het minste en het meeste neerslag? Atlas pagina ........ Minst .......................................................... Meest ............................................................ Onze buurlanden zijn Nederland (.................), Duitsland (.................), Luxemburg (..............), Frankrijk (................). Je kan deze landen uiteraard op een blinde kaart aanduiden........ 2. Europa Geografisch gezien telt Europa 37 landen. De Europese Unie telt op ..../..../..... .....volwaardige leden. De kaart van Europa. De leden van de Europese Unie kan je op een blinde kaart aanduiden en je kent de naam van de hoofdstad. Info: Atlas pagina 18-19 Land Europese Unie Hoofdstad. Al gehoord van Liechtenstein, Andorra, Monaco, San Marino, Vaticaanstad? Zoek er wat informatie over op. Op deze kaart kan je alvast beginnen oefenen...... 3. Frankrijk Info: Atlas pagina 18-21. Frankrijk telt ............................ inwoners. 70 % ervan woont in de steden. Het is een bonte mengeling van rassen: Spanjaarden, Portugezen, en Afrikanen (waaronder veel Algerijnen) De taal is het Frans. Wist je dat er ook Nederlands wordt gesproken?? Er is zelfs een Nederlandstalige radiozender - radio Uilenspiegel- en bepaalde scholen onderwijzen Nederlands.... Enkele belangrijke rivieren in Frankrijk zijn de ............................ die Parijs doorstroomt, dan is er ook nog de Loire die de steden .............................. en .................................. aandoet. Nabij Bordeaux vloeien de ......................... en de .............................. in de Atlantische Oceaan. Frankrijk is heel gekend voor zijn vele toeristische mogelijkheden: zon, water, bossen en bergen, het is er allemaal mogelijk. Water: ..................................................................................................................................... Bossen: .................................................................................................................................... Bergen: .................................................................................................................................... Zon: ......................................................................................................................................... Frankrijk heeft 6 buurlanden. Waar vormen er zich natuurlijke grenzen? ..................................................................................................................................... ..................................................................................................................................... ..................................................................................................................................... ..................................................................................................................................... Eén van de hoogste Europese bergtoppen bevindt zich in Frankrijk: ...................... , .............m In het noorden en het westen wordt het klimaat beïnvloed door de Atlantische oceaan. In het zuiden is dat door ....................................... . Het oosten heeft een landklimaat. De Mistral is in Frankrijk er erg gekend, dit is een koude en droge wind vanuit het noorden. De Fransen zijn echte levensgenieters, du pain et du vin zeggen ze..... Er wordt ook wel eens gezegd leven als God in Frankrijk Hun woningen behoren gemiddeld tot de minst verzorgde van de E.U. . Kaartje van Frankrijk. Duid de buurlanden aan en kleur rivieren en zeeën blauw. Geef de kanaaltunnel aan met een rode streep. Bemerk tot slot Corsica.......... 4. Nederland Nederland met als hoofdstad ................................ is samen met België het land waar men Nederlands praat. Er zijn .............................. inwoners. Waar spreekt men nog Nederlands? .......................................................................................... ................................................................................................................................................. Aan het hoofd van Nederland staat momenteel Koningin Beatrix, het is dus een ....................... Info:zie atlas pagina 26 Veel natuurlijke waterlopen vind je niet in Nederland. Toch monden er twee grote Europese rivieren uit in de Noordzee in Nederland: de ............................ en de .................................. Beiden doen dit in ...................................., één van de grootste Europese havens. Het reliëf in Nederland is heel ................ . Alleen in het zuiden en het oosten tref je er wat heuvels aan die niet hoger liggen dan ........m boven de zeespiegel. Het hoogste punt van Nederland bevindt zich op de grens met België en Duitsland, in het zogenaamde drielandenpunt, het is de ............................ in .............. (.......m hoog). Je vindt dit in het uiterste zuiden van de provincie Limburg. Ook in Nederland zijn er provincies. Ze staan aangeduid op kaart 26. Het zijn er 2 meer dan in ons land. Som ze op: ................................................................................................................ ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. Ongetwijfeld is er je nog iets opgevallen als je naar de reliëfkaart van Nederland gekeken hebt. Eén derde ligt lager gelegen dan de zeespiegel. Je kan je wel indenken dat dit overstromingen in de hand zal werken. Sinds 1932 voert de Nederlandse overheid een strijd hiertegen door het aanleggen van dijken, waar natuurlijke bescherming in de vorm van ..................... niet voldoende is. De grootste dijk in Nederland is de afsluitdijk. Een kunstmatige afsluitdam tussen de ............................en het Ijselmeer. Hij doet nu tevens dienst als autosnelweg tussen de provincies ................................. en ................................... . Bij het aflsuiten werden er verschillende stukken land drooggelegd: ze zijn ingepolderd. De provincie ..................... is daar een voorbeeld van. Door het terugwinnen van grond op zee is Nederland in oppervlakte toegenomen. Deze gewonnen grond is zeer vruchtbaar door de afzetting van slib en goed om tarwe te teelten. In 1953 overstroomden opnieuw grote delen van het Nederlandse binnenland en verdronken honderden mensen. Deze keer meer in het zuiden. (Zuid-Holland en Noord-Brabant) Men ging grote riviermondingen en zeearmen afsluiten: de Delta-werken. Een deltamonding is een trechtervormige monding van een rivier zoals de Schelde in Antwerpen. Wat betreft temperatuur en neerslag (kaart pagina 22) merken we geen/veel verschillen met ons land. De drie dichtstbevolkte gebieden in Nederland zijn: ................................................ ................................................ ................................................ Voor kleine lande is internationale handel (dit is zaken doen met andere landen) zeer belangrijk. In Nederland is zowel de invoer (import) als de uitvoer (export) van produkten zeer belangrijk. IMPORT EXPORT ruwe olie autos aardgas elektrische toestellen (Philips) land- en tuinbouwprodukten. Nederland heeft maar twee buurlanden; ............................ in het zuiden en .......................... in het oosten. In Nederland vind je ook heel wat eilandjes (o.a. de Waddeneilanden). 5. Duitsland Duitsland telt ...................... inwoners, men spreekt er Duits. Aan het hoofd staat een president; Duitsland is dus een republiek, net als Frankrijk bijvoorbeeld. Sinds 1990 is Duitsland weer één geheel, want na WO II werd Duitsland in twee gedeeld: Oost- Duitsland (Russische invloed) en West-Duitsland (Westerse invloed). Zo is .......................... terug de hoofdstad geworden van het ééngemaakte Duitsland. Info:zie atlas pagina 27 Het reliëf in Duitsland is heel gevarieerd: in het noorden vind je er een .............................. (0-200 m) , het zuiden daarentegen is een ................................... (tot 1500 m), dit ligt op de grens van het Alpengebergte. In het zuidwesten vind je een toeristische trekpleister; het Zwarte Woud. Ongeveer 1/3 van Duitsland is bebost. Het klimaat in het ..................toont niet zo veel verschillen als bij ons. Het is er vooral zacht en vochtig. In het oosten is het droog en eerder koud. In het zuiden vinden we een bergklimaat : in de winter koud met veel sneeuw en in de zomer droog en warm. De plantengroei in het noorden is zoals bij ons. In het zuiden vind je plantengroei zoals in de Alpen. Het grootste deel van de bevolking woont in het noorden; het is er laag gelegen en dicht bij de zee. Het Ruhrgebied en de streek rond Frankfurt is dichtbevolkt om dat er veel industrie veel werk verschaft aan de bevolking. Belangrijke steden zijn Munchen, Hamburg en Berlijn. Dichter bij ons vind je Keulen, bekend om zijn Eau de cologne en zijn kerstmarkt. De economie bestaat voor 10 % uit landbouw: aardappelen en granen, veeteelt en druiventeelt voor het maken van wijn: de streek rond de rivieren .......................... en ....................... . Dit is omwille van de zuidelijke hellingen die ervoor zorgen dat de druiven goed kunnen rijpen in de zomer. Rond Muchen wordt er vooral hoppe gekweekt; een ingrediënt voor het maken van .............. . De rest van de economie wordt bepaald door industrie (30 %), diensten (30 %) en toerisme (30 %). In Duitsland wordt aardolie en aardgas ontgonnen dat via de rivieren de Ruhr en de Rijn wordt vervoerd. Deze twee rivieren gebruikt men ook voor de in- en uitvoer van andere produkten. Duitsland grenst aan 8 andere Europese landen: 1 2 3 4 5 6 7 8 5. Groothertogdom Luxemburg Het Groothertogdom Luxemburg is het kleinste land van de Europese Unie. Het telt amper ...........................inwoners en heeft een oppervlakte van ................. km². Deze kleine buurstaat is een monarchie: de groothertog Jean leidde er tot 2000 het land. Hij is getrouwd met prinses Josephine-Charlotte, een zus van onze koning Albert. Sinds eind 2000 werd hij opgevolgd door zijn zoon Henri. Luxemburg is een rijk land met een heel kleine werkloosheid. Veel internationale banken hebben een filiaal in de hoofdstad .............................. omdat de belastingen er (voorlopig nog) lager zijn dan in de rest van de E.U. ....... Info: zie atlas pagina 20 - 24 - 25 Het reliëf is eigenlijk hetzelfde als in onze Ardennen: hoogtes van ........ m tot .......... m. De meeste mensen (2/3) wonen in het zuiden van het Groothertogdom waar trouwens ook ijzererts wordt ontgonnen. In het noorden zijn er diep ingesneden rivierdalen (Klein Zwitserland ...) De vlag toont veel gelijkenissen met deze van Nederland. Alleen het blauw in de onderste balk is lichter gekleurd. Je kan er voorlopig nog betalen met de Luxemburgse frank, die dezelfde waarde heeft als onze Belgische frank, de biljetten en munten zijn heel gelijkend, alleen de afbeeldingen zijn anders. Je kan er ook bij ons gewoon mee betalen. De officiële taal is het Frans maar het Letzeburgs (soort Frans-Duits dialect) wordt er heel frequent gesproken en heeft ook een officieel karakter.... 6. Opdracht Teken en kleur de juiste vlagstructuren van de landen die lid zijn van de E.U. en noteer de afkortingen die op de autos moeten voorkomen.... 7. De rest van Europa Info: zie atlas pagina 18 - 19 - 20 - 21 Naast de landen van de E.U. telt het werelddeel Europa nog heel wat andere landen. In totaal zijn er ....... landen in Europa. Het zijn .................................................................................................................................... ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. Het continent Europa is duidelijk nog opgedeeld in twee delen: een oostelijk en een westelijk (E.U.) deel. Heb je daar een verklaring voor? ................................................................................................................................................. Misschien kan je dan ook verklaren waarom er zoveel vluchtelingen uit Oost-Europa naar onze landen komen? ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. Wat vind je hiervan? Europa grenst aan de werelddelen A.................. (door water gescheiden) en A............(over land). Je ziet duidelijk de natuurlijke grenzen op kaart 20 en 21. In het oosten vormt ......................... ..........................een eerste grens. In het zuidoosten is dat ............................ en ...................... .................. Ten zuiden is de ................................. een natuurlijke grens met A.......................... Het reliëf in Europa kunnen we als volgt beschrijven: 1) Laagvlaktes: (0 tot 300 m) ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. 2) Plateaus: (300 tot 1800 m) ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. 3) Gebergtes: meer dan 1800 m) ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. Zoek de namen van de bekendste Europese gebergtes en noteer een land(en) erbij: In In In In In In In In In In Vele landen zijn ook vele culturen. Het is niet zo dat Europa één gezamenlijke cultuur uitstraalt zoals bv. Amerika. cultuur [algemeen], een begrip waarmee men sinds de oudheid een aantal aspecten van de samenleving uiteenlopend van bewerking van het land tot het geheel van menselijke activiteiten, vooral op kunstzinnig en intellectueel gebied aanduidt en dat in de loop der tijden in ruimere en engere zin is gehanteerd. In ruimere zin omvat cultuur iedere omvorming van de natuur door de mens, inclusief diens eigen lichamelijk gedrag, in engere zin het geheel van waarden, kunsten, wetenschappen en religie.¹ In Europa worden heel wat verschillende talen gesproken die ruw geschat kunnen onderverdeeld worden in 4 grote groepen: De Slavische talen (............................................................................) De Romaanse talen (............................................................................) De Scandinavische talen (............................................................................) De Germaanse talen (............................................................................) Er zijn in het grote Europa bijvoorbeeld ook 3 grote godsdienstgroepen Het Christendom (RKK, Protestanten, Orthodoxen) Anglicanisme Islam 1 "cultuur [algemeen]", ® Encarta® 98 Encyclopedie Winkler Prins Editie. © 1993-1997 Microsoft Corporation/ Elsevier. Alle rechten voorbehouden. En ...... natuurlijk zijn er mensen die nóg een andere -geloofsovertuiging hebben. Elk land, elk mens heeft zijn eigen waarden en normen zodat de verschillen binnen Europa heel groot zijn en soms aanleiding geven tot hoog oplopende discussies...... We moeten echter proberen om als beschaafde mensen respectvol om te gaan met deze verschillen.... Dit wordt voor ons dé grote uitdaging van de 21 ste eeuw....
|