voor nog meer lessen: Lesidee.nl
help bij deze pagina

boekenweek

Groep: groep7,groep8
Vakgebied: Taal: taal
Thema: overige
Omschrijving: kringgesprek over de boekenweek (ay ay kapitein).
Zoekwoorden: zeerover zee boeken lezen kring


Bijlage 03 Aanzet tot een lesvoorbereiding / voorlopig lesbeschrijvingsformulier (1
e
stageperiode)


1. Algemene gegevens:

Naam student: Kim Geelen

School / groep: Bs. D’r Henneberg

(Les)activiteit: Kringgesprek

Datum / tijd: 30 september 2002, 9:30 uur

2. Wat heb je met de mentor afgesproken? 
- geef hier een korte beschrijving van de (les)opdracht
Ik heb met mijn mentor afgesproken dat ik een kringgesprek ga houden over:‘kinderboekenweek’(Ay,
ay, kapitein), want deze gaat deze week van start! De opdracht moest ook van school uitgevoerd
worden!
3. Welke bedoelingen heb je met deze les? 
- wat wil je met deze activiteit bereiken? /- wat wil je graag dat er geleerd wordt!
Met deze activiteit wil ik bereiken, dat iedereen naar elkaar luisteren leert en ze moeten hun mening
kunnen vertellen en uitten. Ook wil ik weten wat ze van lezen en van de kinderboekenweek
vinden(lezen ze misschien een boek dat dit jaar gekroond is).
4. Waarmee moet je rekening houden bij de kinderen? 
- beschrijf hier hoe je de beginsituatie van de kinderen bepaalt
- hoe is hun voorkennis? – wat weet je van hun vorderingen tot nu toe? – zijn er bijzondere problemen?
De leerlingen weten veel over kinderboekenweek, want ieder jaar werkt de school het thema van de
kinderboekenweek uit. En op de laatste schooldag(voor de herfstvakantie), wijden de leerkrachten en
ook de leerlingen zich helemaal aan dit thema! Ook dit jaar wordt dit weer gedaan! Ik weet dat de
meeste leerlingen in deze klas niet van lezen houden; Ze zien het als een soort verplichting hoorde ik
een keer in de les! Ik wil de leerlingen in een andere ruimte laten zitten, want het zou erg veel werk
zijn om 36 leerlingenbankjes te gaan verschuiven! Schuiven bovendien zou het ook erg veel tijd in
beslag nemen! Ik heb dus nu voor een andere ruimte gekozen om met de leerlingen heen te gaan. In
deze ruimte heb ik alle krukken al in een kring gezet! Ze kunnen dus gewoon ergens gaan zitten. Het
probleem dat nu zou kunnen ontstaan is dat ze het erg gezellig gaan vinden en met de buren gaan
kletsen en dit is natuurlijk niet de bedoeling van een kringgesprek! Daarom kijk ik voordat ik begin of
ik iedereen wel op deze plaatsen wil laten blijven zitten! Want ik laat natuurlijk niet 4 ‘drukkere’
leerlingen bij elkaar zitten, want dan weet ik al bij voorbaat dat het mis gaat! 
5. Waarmee moet je rekening houden bij jezelf?
- beschrijf hier je eigen beginsituatie met het oog op deze (les)activiteit 
- wat weet je zelf al over het thema? – wat wil je zelf leren?
- welke moeilijkheden denk je tegen te komen? – hoe ga je daar mee om?
Mijn eigen beginsituatie: Ik heb vaker deelgenomen aan een kringgesprek, maar heb deze eigenlijk
nooit als leiderzijnde bekeken! Mijn belangrijkste functies zijn nu: orde houden en stiltes zien te
voorkomen! Ook moet ik ervoor zorgen dat ik genoeg onderwerpen heb, want als het gesprek eens op
een doodeinde aanloopt, heb ik in ieder geval wel nog steeds onderwerpen, waarmee ik kan invallen.
Het moeilijkste wat ik moet doen is de orde houden! Rumoerig zal het altijd zijn, want de leerlingen
zitten in een andere omgeving en zitten kort op elkaar…. Maar toch moet ik ervoor zorgen dat
iedereen goed naar elkaar luistert. Hiervoor kan ik eventueel al een aantal voorschriften vertellen,
bijvoorbeeld ‘we praten niet door elkaar’, ‘als iemand iets wil zeggen, steekt deze de vinger op’. 

6. Welke volgorde hanteer je in deze (les)activiteit, en hoe plan je dat in tijd? – het lesontwerp
-
hoe begin je de (les)activiteit? – op welke wijze kun je de kinderen geïnteresseerd en betrokken laten worden?
- hoe ziet het vervolg van de (les)activiteit er uit? 
- hoe sluit je de (les)activiteit af?
Het meeste heb ik nu al beschreven. Maar zo komt de les eruit te zien: In de klas vertel ik de kinderen
wat de bedoeling is. Ook vertel ik duidelijk dat de leerlingen niet door elkaar mogen praten, want de
bedoeling van zo’n gesprek is, dat iedereen naar elkaar luistert! En als je iets te zeggen hebt steek je je
vinger op. Vervolgens gaan we naar de ruimte naast ons klaslokaal. Dit heb ik al helemaal startklaar
gezet samen met Marianne! Als we allemaal zitten, vertel ik dat we een kringgesprek gaan houden
over de kinderboekenweek! Ik zal dan als eerste de spits afbijten en vertel dat ik lezen leuk vind en
van welke boeken ik hou! Vervolgens geef ik de beurt aan de persoon naast me en die vertelt hetzelfde
als ik, maar dan met zijn interesses, deze leerling geeft dan weer de beurt aan de leerling naast hem en
die doet ook weer precies hetzelfde…etc… zo blijft het doorgaan, totdat iedereen geweest is! De
volgende onderwerpen heb ik op mijn lijstje staan die aan bod kunnen komen:

Wie kan vertellen wat kinderboekenweek is?

Wat vinden jullie van kinderboekenweek?

Wat een is een Gouden Griffel en een Gouden Penseel?

Ik vertel iets over de gekroonde boeken van de kinderboeken week van dit jaar en laat daarbij
ook de kaft van dit boek zien. Vervolgens vraag ik wie dit boek misschien wel wil gaan lezen!

Als afsluiting vraag ik de leerlingen of ze weleens iets speciaals hebben gedaan met
kinderboekenweek(hierbij doel ik op de schoolactiviteiten).

Daarna zeg ik dat iedereen rustig terug naar klas mag gaan en daar rustig op zijn plaats mag gaan
zitten.
Dit is de manier waarop mijn kringgesprek gaat lopen.
7. Welke leeractiviteiten moeten de kinderen uitvoeren?
- hoe kunnen ze het beste leren?
Ze moeten goed naar mijn vraag luisteren en vervolgens als ze aan de beurt zijn, vertellen wat zij
hiervan vinden. Ze leren dus hun mening te uitten en goed naar elkaar te luisteren.
8. Wat doe jij zelf in deze (les)activiteit?
- welke werkvorm kies je? –wat is jouw rol daarin?
Ik heb hierbij een leidinggevende functie! Ik stuur het kringgesprek en hou hierbij ook de orde. Als er
plotselinge stiltes vallen, ben ik degene die een nieuw onderwerp aanspitst. 
9.
Welke onderwijs- en leermiddelen denk je nodig te hebben?
Ik heb hierbij gebruik gemaakt van het internet(hiervan heb ik de boekbeschrijvingen uitgeprint en de
kaften van de gekroonde boeken). Ook heb ik hiervan algemene informatie afgehaald, zoals o.a. de
Gouden Griffel…etc.. Verder heb ik nog gebruik gemaakt van mijn moduulboek van Nederlands.
Hierin stond precies vermeld, hoe je het beste een kringgesprek kan geven.
10.
Hoe evalueer je deze (les)activiteit?
-
denk daarbij aan leerproces en leerresultaat van de kinderen, maar ook aan het lesgeven zelf  (je eigen
leerproces) 
Ik heb niet de mogelijkheid gehad om in de klas te vertellen wat de regels waren van het kringgesprek.
De vervanglerares had al verteld, dat we allemaal naar de ruimte hiernaast moesten gaan en alvast op
een kruk gaan zitten. Dit was een heel rumoerig moment. Ik heb een aantal keer om stilte moeten
vragen, maar ik kwam er niet bovenuit. Als ik het de kinderen in de klas al allemaal had kunnen
vertellen, was het misschien allemaal iets anders gelopen. Uiteindelijk hadden ze in de gaten dat ik
wilde gaan beginnen. Ik zat heel stil op mijn stoel en had een ernstige blik getrokken, daarom waren ze
ineens stil! Ik vertelde daar dus wat de bedoeling was en wat ik van hen verwachtte. Het eerste rondje
rond de klas ging heel goed, het duurde wel heel lang en je kreeg af en toe van die rare antwoorden
(over Sex boeken etc…). Ook merkte ik dat bijna niemand van lezen hield. De meeste leerlingen
lazen, omdat je het moest dan van school, maar thuis namen ze nooit een boek in handen! Dit vond ik
wel jammer! Vervolgens stelde ik mijn 2
e
vraag en gaf hiervoor een aantal kinderen de beurt. Ook ben
ik nog in kunnen gaan op wat een Gouden Griffel en Gouden Penseel is. Dit was toevallig gister op het
‘Jeugdjournaal’ geweest, dus een aantal kinderen wisten het antwoord! Ik vroeg of ze misschien ook
wisten welke boeken gewonnen hadden en/of welke genomineerd waren. Hier wist niemand een
antwoord op. Toen heb ik het besluit genomen om iets over die boeken te gaan vertellen en om de kaft
hiervan te laten. Vervolgens vroeg ik nog ‘wie’ welk boek wel graag zou willen lezen. Hiervoor
hoefden ze alleen hun vinger in de lucht te steken! Helaas was de tijd voor mijn kringgesprek om,
want de bel was gegaan. Het speelkwartier was begonnen! Als ik het achteraf reflecteer ging al met al
wel redelijk. Als ik het nog een keer over zou doen, zou ik het volgende veranderen: Ik zou de
kinderen niet meer zelf de plaatsen laten kiezen. De orde was zo nu en dan iets minder, want als
iemand iets lolligs zei, sprongen hier meteen 5 leerlingen op in! En dan werd het heel chaotisch! Door
dit gesprek weet ik wel wat de kinderen van lezen vinden, maar het echte onderwerp
‘Kinderboekenweek’ is niet zo heel goed aan de orde gekomen! De leerlingen weten wel welke
boeken ze kunnen huren, dus ik hoop dat ze hier iets mee doen!


Naam van de mentor:

Handtekening voor gezien (géén beoordeling):
Help bij deze pagina

Dit is het overzicht van de door jou gekozen les. Je vindt hier achtereenvolgens:

leseigenschappen
een html-versie van de les om snel doorheen te kunnen bladeren
het is belangrijk om lessen ook te beoordelen
mogelijkheid om de Word-versie te downloaden
door anderen al gemaakte opmerkingen bij deze les
Les
Bestand:      Bijlage_03_Aanzet_tot_een_lesvoorbereiding5.doc
Datum:      20-07-2000
Sender:      Lesidee
Titel:      boekenweek
Groep:      7,8    [ groep : vragen & opmerkingen ]
Vakgebied:      Taal: taal    [ vakgebied: vragen & opmerkingen ]
Thema:      overige   
Omschrijving:      kringgesprek over de boekenweek (ay ay kapitein).
Beoordeling:      Het gemiddelde cijfer is 7 (1 beoordeling)
Preview
Deze les beoordelen
Downloaden (Word document)
Bijlage_03_Aanzet_tot_een_lesvoorbereiding5.doc
Al eerder gemaakte opmerkingen
gebruikersnaamcijferopmerking
anje7idee van de opbouw is goed. om doorelkaar spreken te vermijden kun je eventueel met een spreekstok werken. wie het woord wil steekt zijn vinger op en krijgt de stok. alleen degene die de stok vastheeft mag praten. probeer inderdaad afspraken op het bord te noteren, zo heb je als leerkracht een houvast om naar te verwijzen.