voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
prinsjesdagGroep: groep7,groep8Vakgebied: algemeen Thema: overige Omschrijving: een klassengesprek over prinsjesdag. Zoekwoorden: begroting derde dinsdag zalm overheid koffertje prinsjesdag Bijlage 03 Aanzet tot een lesvoorbereiding / voorlopig lesbeschrijvingsformulier (1 e stageperiode) 1. Algemene gegevens: Naam student: Kim Geelen School / groep: Bs. Dr Henneberg (Les)activiteit: Klassenbespreking Datum / tijd: 19 september 2002, 13:00 uur 2. Wat heb je met de mentor afgesproken? - geef hier een korte beschrijving van de (les)opdracht Ik heb met mijn mentor afgesproken, dat ik een klassenbespreking ga houden over Prinsjesdag. Ik mocht zelf weten wat ik wilde vertellen, als ik er maar op lette dat ik het niet te moeilijk maakte! 3. Welke bedoelingen heb je met deze les? - wat wil je met deze activiteit bereiken? /- wat wil je graag dat er geleerd wordt? Ik wil met deze activiteit bereiken, dat de leerlingen weten wat prinsjesdag is! Ik wil ze graag leren wat prinsjesdag inhoud(met een terugblik op de troonrede -> koningin, miljoenennota ->2 e kamerleden). Op deze manier draag ik ook een beetje bij aan hun algemene kennis 4. Waarmee moet je rekening houden bij de kinderen? - beschrijf hier hoe je de beginsituatie van de kinderen bepaalt - hoe is hun voorkennis? wat weet je van hun vorderingen tot nu toe? zijn er bijzondere problemen? Ik denk dat ze hier bijna niks tot helemaal niks vanaf weten! Het is een interessant onderwerp, dus het zal de leerlingen wel interesseren! Veel zakelijke details moet ik niet vertellen, want dan krijg je het probleem dat de kinderen het niet begrijpen en gaan ze zich bezighouden met andere dingen! 5. Waarmee moet je rekening houden bij jezelf? - beschrijf hier je eigen beginsituatie met het oog op deze (les)activiteit - wat weet je zelf al over het thema? wat wil je zelf leren? - welke moeilijkheden denk je tegen te komen? hoe ga je daar mee om? Ik moest veel informatie zoeken over dit onderwerp, want ik wist niet precies wat alles inhield! Dit heb ik o.a. gedaan door alle artikels in krant over Prinsjesdag te lezen! Op internet zoeken naar kinderlijke verklaringen voor bepaalde termen. Ook heb ik de Prinsjesdag op een videoband opgenomen. Verder heb ik nog informatie ingewonnen bij onze tutor! Ik zat met een maar termen, waarvan ik niet wist hoe ik dit op een kinderlijke manier moest uitleggen. Of moest ik ze juist niet vermelden? Mijn tutor gaf mij toen de tip om het een beetje anders te doen! Ik moest het voor de kinderen in hun omgeving uitleggen! Zodat zij op deze veranderingen konden letten en hij gaf me ook een hele leuke hint om als verwerkingsopdracht te maken! Ik vond het moeilijk om hierover te vertellen, omdat ik er zelf ook niet zo heel veel over wist! Maar dit heb ik opgelost om er zoveel mogelijk informatie over te zoeken, zoals ik al eerder vermeldde! 6. Welke volgorde hanteer je in deze (les)activiteit, en hoe plan je dat in tijd? het lesontwerp - hoe begin je de (les)activiteit? op welke wijze kun je de kinderen geïnteresseerd en betrokken laten worden? - hoe ziet het vervolg van de (les)activiteit er uit? - hoe sluit je de (les)activiteit af? Ik schrijf op het bord het woord Prinsjesdag. Ik wil hier een woordweb van laten maken! Ik geef een krijtje aan een leerling met de opdracht om een woord op te schrijven dat bij prinsjesdag hoort of waarvan hij denkt dat het bij prinsjesdag hoort! Als hij het woord opgeschreven heeft, moet hij het krijtje doorgeven aan degene die naast hem zit! Als iemand geen woord weet om erbij te schrijven, moesten ze dit gewoon zeggen en het krijtje doorgeven. Vervolgens gaan we naar een fragmentje van de troonrede kijken van de koningin(de binnenkomst met de Gouden Koets op het binnenhof, ik liet de videoband spelen totdat de koningin een stukje heeft voorgelezen van haar Troonrede, op de troon in de Ridderzaal!). Hierna zet ik de videoband af en zeg dan dat dit een deel van Prinsjesdag is. Vervolgens ga ik naar het woordweb kijken en ga de woorden, in chronologische wijze, opbouwen met de leerlingen. Als dit gebeurd is, gaan we nog naar een videofragment kijken, nl. dat de leerlingen de Minister van Financiën met een gouden koffertje naar binnen zien komen, waar Prinsjesdag opgeschreven staat. Als dit voorbij is, stop ik wederom de videoband en ga alles nog een keer samenvatten. Als verwerkingsopdracht heb ik voor het volgende gekozen: De leerlingen worden voor één dag schoolministers! Zij mogen schrijven wat ze goed en slecht vinden aan de school. Wat er eventueel moet veranderen en datgene dat echt zo moet blijven zoals het nu is! Vervolgens gaat één iemand van ieder groepje voor het bord staan en presenteren, wat zijn groepje besloten heeft! 7. Welke leeractiviteiten moeten de kinderen uitvoeren? - hoe kunnen ze het beste leren? Door goed te luisteren en te kijken naar de gebeurtenissen van Prinsjesdag. Ook leren ze veel van de verwerkingsopdracht(ze leren te functioneren, op een kindermanier, als een minister)! 8. Wat doe jij zelf in deze (les)activiteit? - welke werkvorm kies je? wat is jouw rol daarin? De les is gedeeltelijk leerkracht gebonden. Ik spoor de kinderen aan hun kennis te gebruiken en deze te verwoorden. Ook laat ik veel ruimte voor hun eigen opvattingen over! Na de videofragmentjes kies ik voor een vrije vorm. Ik loop door de klas rond, help waar het eventueel nodig is en laat de leerlingen zelfstandig in hun groepjes werken! 9. Welke onderwijs- en leermiddelen denk je nodig te hebben? Videoband van Prinsjesdag, een groot vel papier en een zwarte stift! Verder heb ik ook nog het schoolbord nodig om het woordweb te maken! 10. Hoe evalueer je deze (les)activiteit? - denk daarbij aan leerproces en leerresultaat van de kinderen, maar ook aan het lesgeven zelf (je eigen leerproces) Mijn verwachtingen waren uitgekomen over wat betreft de voorkennis, bijna niemand wist er iets vanaf. Er waren een paar leerlingen die iets wisten en schreven dit op het bord, maar de meesten wisten niks. Om het de leerlingen zelf op het bord te laten schrijven nam veel tijd in beslag, op een gegeven moment heb ik het overgenomen. Ik liet wel de klassenronde doorgaan, maar ik schreef! Ik heb alle woorden die de leerlingen zeiden opgeschreven, ook de foute antwoorden(hier zette ik een vraagteken bij). Hierna gingen we zoals ik al voorgenomen had een videofragment bekijken. Ik merkte dat de leerlingen dit niet interessant vonden! In het begin wel, maar het duurde te lang, voordat de koningin in haar troon zat in de Ridderzaal! Het werd op dit moment erg rumoerig in de klas! Toen heb ik de video gestopt en ben naar het woordweb gaan kijken. Alle leerlingen riepen door elkaar heen, het werd ineens redelijk chaotisch! Dit loste ik op door hier maar mee te stoppen, want de link leggen naar de gebeurtenissen was moeilijk voor ze(ook omdat de meesten al met andere dingen bezig waren onder het videofragment!). Ook heb ik het andere videofragment maar gelaten! Ze hadden er geen aandacht meer voor! Ik ben toen maar meteen begonnen met de opdracht uit te leggen! Ik liet de uitdelers de grote vellen papier uitdelen en de dikke stiften. Eerst moest iedereen hun naam op dit blad schrijven en dan vervolgens moesten ze aan een kant goed schrijven en aan de andere kant fout! Dit was moeilijk voor sommige leerlingen. Heel veel groepjes gingen serieus met deze opdracht aan de slag, andere groepjes helemaal niet en schreven rare dingen op! Uiteindelijk moest van ieder groepje één persoon naar voren komen en vertellen wat ze goed en fout aan deze school vonden. Dit werd beloond met een applaus voor ieder groepje na hun presentatie! In de nabespreking zei Cynthia dat ik voor leuke dingen gekozen had, maar het was toch te moeilijk of te lang! Ook vond ze de verwerkingsopdracht leuk, maar omdat veel leerlingen het moeilijk vonden met goed en fout op dingen te schrijven, had ik beter een veerbeeld op het bord kunnen schrijven! Verder vond ze het een hele leuke les. Naam van de mentor: Handtekening voor gezien (géén beoordeling):
|