voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
verbeeldingGroep: groep5,groep6Vakgebied: drama Thema: overige Omschrijving: Verbeelding stimuleren en een toneel stukjebedenken. Zoekwoorden: bedenken verbeelden fantasie inbeelden toneel spelen Doelstelling De kinderen zijn zelf vrij met drama bezig. Ze bepalen zelf wie ze zijn, wat, wanneer en welke wending het spel kan gaan nemen. De creativiteit en de fantasie wordt bij het spel gestimuleerd. De les Ik ga samen met het groepje beginnen met de voorbereidingen, zo gaan we een huisje (of iets naar eigen idee) maken. Hierna kunnen de kinderen zich verkleden. Ze mogen zelf weten welke attributen ze hierbij gebruiken. Alles kan en alles mag. Ik zorg ervoor dat er genoeg spullen zijn. - dokter of verpleegster: verpleegsterskleding, dokterspullen, pleisters, gaasjes, watten, witte blouse om als dokters jas te gebruiken, matras etc. - ijscoman: lege ijsbakjes, een ijslepel, pet en schort, kassa en speelgeld, ijshoorntjes van etalagekarton, gekeurde schuim ballen om als ijs in het hoorntje te doen etc. - supermarktbediende: speelgoedkassa en speelgeld, plastic tassen, lege verpakkingen van voedsel, lege flessen, een doos etc. - verkleden: oude kleren, schoenen, hoeden, tassen etc Dit alles doe ik in het klaslokaal van de kinderen Presentatie: De kinderen mogen zich eerst verkleden met de spullen die ze leuk vinden en een huis o.i.d. maken met de spullen die er zijn. Hierna mogen ze hun eigen spel gaan spelen, in en om het huis, ze mogen zelf weten wat er gaat gebeuren. Rollenspel is een van de meest effectieve vormen van communicatie voor kinderen. Uitleg: Ik vertel de kinderen dat ze zelf mogen weten wat ze gaan spelen. Samen met de kinderen help ik hun met het huisje en de kleren. Ik laat de kinderen zelf kiezen welke rol dat ze spelen en welke attributen ze erbij willen gebruiken. Met de kleren en het huis gaan de kinderen hun eigen rol spelen. Als het tijd is ga ik met de kinderen weer het zang/dansspel "ik stond laatst voor een poppenkraam" spelen. Begeleiding: Het is verstandig om de lessen in kleine groepjes uit te voeren omdat het belangrijk is dat iedereen veel aandacht kan krijgen. Het is belangrijk om de kinderen te stimuleren. Als de kinderen moeilijk op gang komen ga ik het spel meespelen en stel vragen om de verbeelding op gang te brengen. Ik probeer het enthousiasme van de kinderen zo weinig mogelijk te remmen. Ik help waar dat nodig is. Evaluatie Ik ga bij mezelf na of de kinderen lekker gespeeld hebben, en hun verhaal kwijt konden in het spel. Wat dat vond ik een belangrijk doel voor deze keer. Opruimen: De kinderen moeten zelf de spullen die ze gebruikt hebben op hun plek terug leggen. Samen ruimen we alles weer op. Doelstelling De kinderen zijn bezig met de ontwikkeling van hun verbeeldend vermogen. De kinderen leren te spelen met werkelijk en fantasie. De les Voorbereiding: Ik heb voor deze activiteiten gekozen, omdat je er leuk het doen alsof mee kunt spelen, uitproberen. Ik begin met iets kleins en ga dit steeds verder uitbouwen, totdat de groep het "doen alsof" in de gaten heeft en een toneelstukje kan spelen. Ik gebruik hierbij een gewoon lokaal en schuif de tafels aan de kant zodat er in het midden ruimte vrij komt. Ik zorg er voor dat er genoeg spel materiaal aanwezig is zoals een theeserviesje etc. Presentatie: Ik zet de stoelen in een kring, met in het midden de spulletjes die ik ga gebruiken voor mijn activiteit. Als de kinderen binnen komen mogen ze rustig gaan zitten. Ik begin met de groep een gesprek over thee drinken en vraag of ze zich ook kunnen voorstellen hoe het is om b.v. hele vieze thee te drinken. Daarna stel ik voor om het uit te proberen, met alleen een bekertje, op deze manier ga ik steeds een stapje verder, daarbij ook luisterend naar wat de kinderen aangeven. Hierna gaan we een toneelstukje opvoeren. We eindigen de les met een rustig spelletje, zodat iedereen dan even kan stoom afblazen. Dit word een vast ritueel zodat iedereen weet dat het is afgelopen Uitleg: Inleidende opdracht: we gaan oefenen met het "doen alsof". We beginnen met het oefenen alsof we aan het thee drinken zijn. We beginnen met het inschenken en pakken een kopje. We stellen ons voor dat we hele hete thee in het kopje schenken. We moeten voorzichtig schenken en vooral niet knoeien. Als de thee is ingeschonken gaan we eerst blazen, om de thee af te koelen. Daarna drinken we de thee lekker op. Op deze manier spelen we ook dat de thee, of iets anders, heel vies of juist ongelooflijk lekker, heel koud of juist zo heet is dat je je tong er aan brand. Zo kunnen we nog veel meer situaties naspelen, zoals eten koken, het eten opeten, tandenpoetsen en naar bed gaan. Natuurlijk mogen de kinderen zelf ook ideeën bedenken en uitproberen. Hierna zetten we de spullen aan de kant. We gaan ons inbeelden dat we net uit bed komen en straks naar school moeten. We lopen naar de douche waar we de kraan opendraaien, een washandje pakken en ons wassen. Hierna doen we de pyjama uit en de kleren aan, dan via de trap naar beneden waar we brood smeren voor het ontbijt, we doen de schoenen aan en gaan daarna na school. Hoofdopdracht: We delen de groep in tweeën en mogen de groepjes zelf bepalen wat voor toneelstuk ze gaan spelen voor het andere groepje. De hoofdlijn waar de groep zich aan moet houden is dat er mensen op bezoek komen. Ze moeten er op letten dat het spel niet te lang gaat duren. We eindigen met het spel "ik stond laatst voor een poppenkraam". Met elkaar zingen we het liedje: Ik stond laatst voor een poppenkraam, o, o, o! Daar zag ik mooie poppen staan, zo, zo, zo! De poppenkoopman ging op reis, De poppen raakten van de wijs: Zij deden allemaal zo, Zij deden allemaal zo! Als we de laatste twee regels zingen gaan we naar elkaar zwaaien en dan mogen de kinderen weg. Begeleiding: Het is verstandig om de lessen in kleine groepjes uit te voeren omdat het belangrijk is dat iedereen veel aandacht kan krijgen. Als we het "doen alsof" spelen blijf ik praten en uitleggen wat ik allemaal doe. Als de groep zich moet voorstellen dat de thee heel heet is dan leg ik dat ook duidelijk uit. Ik probeer zoveel mogelijk te reageren op wat de kinderen aangeven, maar hou wel in de gaten dat we niet teveel afdwalen. Ik blijf zelf enthousiast, zodat de groep ook minder moeite heeft om de aandacht er bij te houden, ik probeer het enthousiasme van de kinderen zo weinig mogelijk te remmen. Ik help waar dat nodig is. Evaluatie Aan het eind van de les vraag ik de kinderen hoe ze het gevonden hebben, wat ze leuk vonden om te doen en wat juist helemaal niet. Zelf kijk ik of ik met deze les mijn doel behaald heb. Opruimen: De kinderen moeten zelf de spullen die ze gebruikt hebben op hun plek terug leggen. Ik zorg er voor dat de tafeltjes en stoelen weer aan de kant komen en de spullen die ik heb gepakt ruim ik zelf ook even op.
|