voorlezen uit de heksen 2

Groep: groep7,groep8
Vakgebied: Taal: taal
Thema: heksen
Omschrijving: Een lesje voorlezen met vragen over de inhoud
Zoekwoorden: Voorlezen heksen taal roald dahl bovenbouw

Bijlage 03 Aanzet tot een lesvoorbereiding / voorlopig lesbeschrijvingsformulier (1
e
stageperiode)

1. Algemene gegevens:

Naam student: Kim Geelen

School / groep: Bs. D’r Henneberg

(Les)activiteit: Voorlezen (afsluiting)

Datum / tijd: 19 september 2002, 11:00 uur

2. Wat heb je met de mentor afgesproken?
- geef hier een korte beschrijving van de (les)opdracht
Ik heb met mijn mentor afgesproken, dat ik het huiswerk van de kinderen inneem en naar hun mening
vraag(wat zij van de opdracht vonden), vervolgens ga ik nog een klein stukje voorlezen uit wederom
het boek ‘De heksen’, met de bedoeling om de leerlingen aan te sporen zelf het boek te gaan lezen!
3. Welke bedoelingen heb je met deze les?
- wat wil je met deze activiteit bereiken? /- wat wil je graag dat er geleerd wordt?
Mijn bedoeling van deze les is:
1.
Om te controleren of de leerlingen zich aan hun huiswerkopdracht hebben gehouden;
2.
Ik wil graag weten wat ze van deze opdracht vonden;
3.
Ik ga een stuk je voorlezen en ga hier veel mimiek en pantomime gebruiken! Op deze manier wil
ik de leerlingen aanzetten hun fantasie te gebruiken.
4.
En vervolgens wil ik de leerlingen aansporen om dit boek te gaan lezen! Ik heb nu een spannend
deel uit het boek voorgelezen en nu willen ze graag weten hoe het afloopt! Dus dit is de kans om
leerlingen aan het lezen te krijgen! Want over het algemeen doen ze dit niet graag in deze klas!
4. Waarmee moet je rekening houden bij de kinderen?
- beschrijf hier hoe je de beginsituatie van de kinderen bepaalt
- hoe is hun voorkennis? – wat weet je van hun vorderingen tot nu toe? – zijn er bijzondere problemen?
Deze les is een afsluiting van mijn vorige voorlees les. Hun voorkennis is nu nog steeds hetzelfde! Ze
hebben wel geleerd om hun fantasie meer te gebruiken. Dit komt door mijn huiswerk opdrachten! Ze
moesten het verhaal afschrijven(hoe zij dachten dat het zou eindigen). Nu is het spannend voor hen,
want iedereen wil natuurlijk weten of ze het verhaal juist hebben afgeschreven! Het probleem waar ik
nu mee te maken zal krijgen, is dat de leerlingen hun huiswerk niet af of niet gemaakt hebben!
Hiervoor moet ik nog een maatregel bedenken(geef ik ze nog een andere tijdstip om het in te leveren?
Of moet ik ze strafwerk geven?)! Dit moet ik nog met Cynthia bespreken!
5. Waarmee moet je rekening houden bij jezelf?
- beschrijf hier je eigen beginsituatie met het oog op deze (les)activiteit
- wat weet je zelf al over het thema? – wat wil je zelf leren?
- welke moeilijkheden denk je tegen te komen? – hoe ga je daar mee om?
In mijn vorige les had ik vaker de neiging om te snel te gaan lezen! Ik neem me nu meer tijd hiervoor,
want mijn taak is om het boek aan te prijzen in de klas! En als ik te snel lees, zonder kleine
tussenpauzes, krijgen de kinderen niet veel tijd om hun fantasie te gebruiken! Hier wil ik verandering
in brengen! Dus moet ik langzamer lezen! Ook moet ik leren, wat voor een maatregels ik moet nemen,
als leerlingen zich niet aan hun afspraken houden! Verder was de vorige keer nog een punt aan de orde
gekomen, nl. dat ik niet te lang moest voorlezen! De leerlingen kunnen hun aandacht er dan niet meer
bij bijhouden! Dit ga ik dus ook niet doen!

6. Welke volgorde hanteer je in deze (les)activiteit, en hoe plan je dat in tijd? – het lesontwerp
-
hoe begin je de (les)activiteit? – op welke wijze kun je de kinderen geïnteresseerd en betrokken laten worden?
- hoe ziet het vervolg van de (les)activiteit er uit?
- hoe sluit je de (les)activiteit af?
Ik ga de ‘algemene’ opdrachten met de leerlingen bespreken. Vervolgens laat ik de ophalers de
blaadjes ophalen! En ik vraag wat ze van de opdracht vinden! Hierna ga ik nog een klein stukje van
ongeveer 20 minuten voorlezen. Hiervoor heb ik een spannend deel van het boek gekozen!
7. Welke leeractiviteiten moeten de kinderen uitvoeren?
- hoe kunnen ze het beste leren?
Ze moeten naar mijn verhaal luisteren en hierbij hun fantasie gebruiken!
8. Wat doe jij zelf in deze (les)activiteit?
-welke werkvorm kies je? –wat is jouw rol daarin?
Dit is een leerkracht gebonden les, want ik ben de verteller!

9.
Welke onderwijs- en leermiddelen denk je nodig te hebben?
Ik heb mijn leesboek nodig van ‘De Heksen’.
10.
Hoe evalueer je deze (les)activiteit?
-denk daarbij aan leerproces en leerresultaat van de kinderen, maar ook aan het lesgeven zelf (je eigen
leerproces)
De les verliep goed! Voordat ik begon met lesgeven, had ik met mijn mentor besproken, wat ik moest
doen, met de leerlingen die hun huiswerk niet gemaakt hadden! Zij gaf mij als advies: ‘Zeg tegen de
leerlingen dat dit voor punt is en dat ze het vanmiddag nog kunnen inleveren of anders morgenvroeg!
Als ze het dan niet hebben ingeleverd, krijgen ze een punt van hun werk af!’. Dit sloeg heel goed aan!
De algemene opdrachten hadden ze, bijna allemaal, goed gemaakt! Sommige leerlingen hadden de
opdracht niet serieus genomen en hadden rare dingen geschreven en/of rare dingen getekend! Op mijn
vraag wat ze van de opdracht vonden, kreeg ik als antwoord: ‘Juf Kim, wij vonden de opdracht heel
leuk, maar we vonden het niet leuk om dit als huiswerk te krijgen! Dit hadden we beter in de les
kunnen maken!'.’Ik vond dit op zich een heel lollig antwoord! Ik had al verwacht dat ze niet van
huiswerk maken hielden! Omdat ik de eerste keer met voorlezen de eerste 4 hoofdstukken had
gekozen en ik nu ergens midden in het boek verder ging met lezen, heb ik met behulp van een
vertelling verteld, wat er allemaal in de tussentijd gebeurd was. Dit sloeg goed aan! Ik merkte dat de
kinderen het leuk vonden als ik veel met mimiek en pantomime ging werken! Vervolgens ben ik
begonnen met voorlezen. Ik had voor iedere personage een andere stem bedacht en werkte veel met
pantomime! Als de heks iets heel hard zei, zei ik dit ook heel hard! Ineens merkte ik dat de kinderen
mij aan ’t nadoen waren. Dit werkte heel onrustig voor de andere leerlingen. Ik ben toen gestopt met
voorlezen en had om stilte gevraagd, dit hoorden ze niet, want ze waren druk aan ’t kletsen! Een aantal
leerlingen begonnen te mopperen tegen hun klasgenootjes, want ik had gezegd, dat ik zou stoppen met
voorlezen, als ze niet stopten met praten! En dit wilde ze niet! Toen ben ik weer een stukje verder gaan
lezen, maar dezelfde mensen als eerst begonnen nu weer te praten! Toen heb ik gezegd dat als ze niet
stil waren, ik de tijd na school maar moest inhalen! Meteen was het heel stil! Ik wilde langzaam een
einde aan mijn voorlezen maken, maar iedereen was heel stil en ze waren heel goed aan ’t opletten.
Cynthia maakte een gebaar van ‘ga maar door, ze hangen aan je lippen’! Dit had ik zelf ook in de
gaten! Na een tijdje ging de bel, de leerlingen hadden pauze! Ik zou ze vanmiddag weer terug zien!
Vragen ze ineens of ik nog een stukje wil blijven voorlezen, want een deel van de leerlingen moesten
overblijven en die vonden het wel leuk als ik verder zou gaan met het verhaal! Ze konden er niet
genoeg van krijgen! Dit was echt een super gevoel! Natuurlijk, ben ik niet doorgegaan met voorlezen
en heb ze aangespoord het boek te gaan lenen in de bibliotheek en het zelf te gaan lezen! Volgens mij
gaan een aantal dit inderdaad doen! Na afloop heb ik mijn les met Cynthia besproken. Ze vond dat het
heel goed was gegaan, de leerlingen hingen echt aan mijn lippen, vertelde ze! Het enige waar zij mij
wel opwees, was: ik moest reële dingen zeggen en dan doelde ze op mijn commentaar van ‘Toen ben
ik weer een stukje verder gaan lezen, maar dezelfde mensen als eerst begonnen nu weer te
praten! Toen heb ik gezegd dat als ze niet stil waren, ik de tijd na school maar moest inhalen!
Meteen was het heel stil!’ Dit was inderdaad ook onreële informatie, want zoiets kon ik toch nooit
doen! Verder vertelde ze me nogmaals dat ik heel leuk voorgelezen had en goed op de volgende zaken
had ingespeeld: goed stemgebruik, goede mimiek, hoog/laag verschil heel duidelijk, het verhaal sloeg
heel goed aan! Ze vond het ook goed dat ik op de stiltes had gewezen, maar ik had het anders moeten
aanpakken! De leerlingen die lastig waren, ander werk geven! Echt stoppen met voorlezen, dan
reageren de klasgenootjes hier wel op! En dan houden ze vanzelf wel op!

Naam van de mentor:

Handtekening voor gezien (géén beoordeling):