voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
grondwerkenGroep: groep7,groep8Vakgebied: natuuronderwijs Thema: overige Omschrijving: Een les over gronderwerken volgens de methode natuurlijk Zoekwoorden: natuur grondwerken bovenbouw turf grondsoorten klei Bijlage 03 Aanzet tot een lesvoorbereiding / voorlopig lesbeschrijvingsformulier (1 e stageperiode) 1. Algemene gegevens: Naam student: Kim Geelen School / groep: Bs. Dr Henneberg, groep 7 (Les)activiteit: Natuuronderwijs les Datum / tijd: 12 september 2002, 13:15 uur 2. Wat heb je met de mentor afgesproken? - geef hier een korte beschrijving van de (les)opdracht Ik heb met de mentor afgesproken dat ik de leerlingen een natuuronderwijs les ga geven. Deze les gaat over Grondwerken. Deze les wordt volgens de methode Natuurlijk gegeven. 3. Welke bedoelingen heb je met deze les? - wat wil je met deze activiteit bereiken? /- wat wil je graag dat er geleerd wordt? Mijn bedoeling met deze les is, dat de leerlingen na afloop van de les meer weten over de behandelde onderwerpen, zoals o.a. mergel, zandsteen, turf etc. Ik wil met deze activiteit bereiken, dat de leerlingen meer stil staan bij sommige processen, zoals o.a. Hoe wordt cement gemaakt? Dit moeten ze na deze les weten te beschrijven! Ik neem redelijk veel aanschouwingsmateriaal mee, dit doe ik zodat de leerlingen het beter kunnen onthouden en ze kunnen meteen een link leggen naar het werkelijke! Ik hoop dat ze hier de grondstoffen bij leren te benoemen en dat ze deze zullen blijven onthouden! Als ze naderhand op vakantie zijn ergens en ze zien daar bijvoorbeeld de weerribben, dat ze dan weten en kunnen vertellen, dat men hier vroeger veen baggerde en daar weer turf van maakten. 4. Waarmee moet je rekening houden bij de kinderen? - beschrijf hier hoe je de beginsituatie van de kinderen bepaalt - hoe is hun voorkennis? wat weet je van hun vorderingen tot nu toe? zijn er bijzondere problemen? Mijn mentor vertelde, dat de leerlingen al redelijk veel van mergel afwisten. Ze waren nl. vorig jaar naar de Mergelgrotten geweest. Ik kan ze hier dus meer over vragen en eventueel een woordweb ofwel een discussie over beginnen. Ik moet de kinderen weten te interesseren, want dan luisteren en letten ze goed op! Dit los ik op door veel aanschouwingsmaterialen mee te nemen. Ook moet ik de leerlingen overal goed in betrekken! Wat zij ergens van vinden etc. Verder verwacht ik geen problemen. 5. Waarmee moet je rekening houden bij jezelf? - beschrijf hier je eigen beginsituatie met het oog op deze (les)activiteit - wat weet je zelf al over het thema? wat wil je zelf leren? - welke moeilijkheden denk je tegen te komen? hoe ga je daar mee om? Natuurlijk heb ik deze stof zelf ook op de basisschool gehad en weet ook wel wat de termen inhouden! Maar ik moet me toch iets meer verdiepen in de onderwerpen, zodat ik de leerlingen ook iets kan vertellen over deze stof, bijvoorbeeld een verhaal. Waar ik in mijn vorige les op gestuit was, was dat ik soms te snel spreek! Hier wil ik nu aandacht besteden! 6. Welke volgorde hanteer je in deze (les)activiteit, en hoe plan je dat in tijd? het lesontwerp - hoe begin je de (les)activiteit? op welke wijze kun je de kinderen geïnteresseerd en betrokken laten worden? - hoe ziet het vervolg van de (les)activiteit er uit? - hoe sluit je de (les)activiteit af? Als inleiding wil ik het over mergel hebben. Ik laat hierbij ook een stukje mergel zien, ik heb er ooit zelf een figuur uitgepakt. Ik zat toen zelf ook in groep 7! Ik ben van plan hierbij een woordweb te maken. Vervolgens gaan we verder met het leerlingenboek. We lezen klassikaal kleine stukjes tekst. Als we een grondstof behandeld hebben wil ik hierbij even stil staan, alles nog een keer herhalen. Alleen moeten de kinderen de antwoorden zeggen! Zij leggen de termen in hun woorden uit(Wat is het? Waar vind je het? Waarvoor gebruik je het?). Vervolgens maken we samen de vragen die bij dit stukje tekst horen! Dit blijven we doen totdat de tekst en de vragen helemaal behandeld zijn! Als dit allemaal af is haal ik mijn aanschouwingsmateriaal erbij. Hiervoor trekken we ongeveer 7 minuten uit! Ik neem fossielen mee(o.a. een slakkenhuis), een aantal boekjes over fossielen(Hoe deze ontstaan, met plaatjes erbij) en een boek over de Maashagedis. Als de leerlingen hier meer over willen weten, mogen ze na de les in de boeken komen bladeren en/of de fossielen komen bekijken. 7. Welke leeractiviteiten moeten de kinderen uitvoeren? - hoe kunnen ze het beste leren? Ze moeten de teksten met mij meelezen en dan vervolgens de vragen beantwoorden. Dit doen we klassikaal en ik wil hierbij iedereen aansporen goed na te denken, ook de zwakkere leerlingen. Daarom ga ik na ieder stukje tekst gelezen te hebben, dit samenvatten met alle leerlingen en dan vervolgens aan de vragen te beginnen. Zo heb ik alle nog een keer herhaald en kunnen de leerlingen het beter verwoorden in de vragen! Dit is volgens mij de beste manier van leren! Ook het zien speelt hier een belangrijke rol in, want natuurkunde is een doe vak! Omdat hier aan deze les niks te doen, is kunnen ze het zien! Dit is natuurlijk veel leuker dan het te moeten bekijken van plaatjes in het boek! 8. Wat doe jij zelf in deze (les)activiteit? - welke werkvorm kies je? wat is jouw rol daarin? Ik heb gekozen voor een leerkracht gebonden les. Ik lees de tekst mee samen met de leerlingen. Vervolgens behandel ik de tekst en kunnen we samen aan de vragen beginnen. 9. Welke onderwijs- en leermiddelen denk je nodig te hebben? Ik heb de methode van Natuurlijk gebruikt. Hierbij zijn de volgende lesmaterialen inbegrepen: een leerlingenboek; een werkboek, een antwoordenboek; en de handleiding. Ik maak ook gebruik van aanschouwingsmaterialen, zoals ik al eerder vermeld had! De fossielen heb ik van een klasgenootje mogen lenen, nl. van Rachel Peters. Ook maak ik gebruik van een fossielenboek: Het boek der fossielen. En van de tijdschriften Dinosaurus, dit heb ik nodig om iets meer te vertellen over de Maashagedis. Ik maak ook gebruik van het bord, hierop wil ik een woordweb maken. Dit gebruik ik als inleiding van de les. 10. Hoe evalueer je deze (les)activiteit? - denk daarbij aan leerproces en leerresultaat van de kinderen, maar ook aan het lesgeven zelf (je eigen leerproces) De les was redelijk goed verlopen. De leerlingen wisten allemaal veel over mergel. Ik was begonnen met het schrijven van een woordweb, maar ik merkte dat dit te lang zou gaan duren! Ik ben daar toen meteen maar mee gestopt. Iedere leerling wist wel iets over mergel te vertellen en het kostte te veel tijd om dit allemaal op het bord te schrijven! Ik heb toen maar een kleine discussie gehouden hierover. Ook moest ik dit afkappen, want anders zou mijn inleiding te lang gaan duren. Dit vonden de leerlingen jammer, dit merkte ik aan hun reactie(Maar juf Kim, ik wil ook nog iets vertellen). Dit probleem loste ik op door te vragen, wie het volgende stukje uit het leerlingenboek wilde voorlezen. De leerlingen zijn allemaal dol op voorlezen, dus dit sloeg meteen aan! Het leek of ze het voorval van net meteen waren vergeten. Ik gaf de leerlingen te korte beurten met voorlezen. Dat zei een leerling onder het lezen. Ik keek naar Cynthia en die knikte, na afloop van de les, zei zij inderdaad dat zij de kinderen langere stukjes liet voorlezen! Ook werkte het samenvatten van de stukjes tekst goed. Alleen had ik mijn doel niet bereikt, want de leerlingen zeiden het voor tegen de zwakkere leerlingen. Dit heb ik na afloop ook met mijn mentor besproken, zei zij dat je hier niet veel aan kon doen! Je kon deze leerlingen alleen maar helpen, als ze zelfstandig aan het werk waren en er dan bij te gaan staan en te vragen of ze alles snapten. Dit ga ik de volgende keer proberen. Naam van de mentor: Handtekening voor gezien (géén beoordeling):
|