voor nog meer lessen: Lesidee.nl |
muziekstemmenGroep: groep3,groep4Vakgebied: muziek Thema: overige Omschrijving: Les over harder enzachter. Zoekwoorden: muziek noten geluid harder zachter Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Lesvoorbereidings formulier groep 3 Datum lesuitvoering: 12 november 2001 Onderdeel: muziek Onderwerp: muziekles 2 over harder en zachter. Tijdsduur: 45 minuten Beginsituatie: De kinderen hebben al vaker muziek gehad. De kinderen hebben al eerder een muziekles gehad (vorige week) over harder en zachter aan de hand van symbolen. Lesdoelen: De kinderen kennen meerdere manieren om het verschil tussen hard en zacht aan te geven. De kinderen kunnen kikkergeluiden en bromvlieggeluiden imiteren aan de hand van grafische notatie. Persoonlijke leerdoelen: Ik ga de verschillende domeinen uit het kvb-model in mijn les gebruiken. Ik ga de 3 werkvormen uit het kvb-model gebruiken in deze les. Ik maak duidelijke afspraken met de kinderen. Oriënterende handelingen: Ik gebruik muziek luisteren, doordat de kinderen een fragment te horen krijgen met kikkergeluiden. Ik gebruik muziek vastleggen, doordat ik werk met de grafische notatie. Ik gebruik over muziek praten, doordat we steeds samen evalueren wat we gehoord en gedaan hebben. Ik gebruik muziek maken doordat de kinderen geluiden van vogels, kikkers en bromvliegen maken. Ik gebruik de voorbereidende werkvorm, door te beginnen met het laten horen van geluiden van kikkers. En het voorlezen van een gedichtje waar de les verder over zal gaan. Tenminste de dieren die in het gedichtje naar voren komen. En wanneer we het gedichtje bespreken, door de kinderen de geluiden uit het gedichtje voor te laten doen. De uitvoerende werkvorm komt naar voren, wanneer we bezig zijn aan de hand van de bordplaat van de kikker en de bromvlieg. Dus wanneer we als het ware bezig zijn met Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl de grafische notatie. De evaluerende werkvorm komt steeds naar voren, nadat we een geluid hebben gehoord of gemaakt. En aan de hand van de tekeningen op het bord. Beschrijving van de onderwijsactiviteiten Leeractiviteiten: Ik laat de kinderen een geluid horen. Ik vraag de kinderen om hun ogen dicht te doen, omdat ze dan beter kunnen luisteren. Ik vraag ze ook om hun mond te houden tijdens het geluidsfragment. Als het geluidsfragment is afgelopen vraag ik hen, wat ze denken dat ze gehoord hebben. Het is een geluid van kwakende kikkers. Daarna geef ik de opdracht om te luisteren van wie de stemmen zijn in het gedicht. Daarna lees ik een gedichtje voor. Namelijk: ver weg van de mensen, door niemand gestoord. Daar wonen de stemmen, die niemand ooit hoort. Daar praten de vogels hun snaveltjestaal Vertellen de kikkers hun drabbelverhaal. Het tinkelt en tatert, het piept en het slist Blub, blub zegt het water, maar dat doet de vis Zoem, zegt de bromvlieg en vliegt in het rond Hoog in de lucht en dan op de grond. Daarna vertellen de kinderen van wie de stemmen zijn. (vogels, kikkers, vissen en bromvlieg.) Daarna lees ik het gedicht nogmaals voor, zodat de kinderen die de eerste keer niet gehoord hadden welke dieren het waren. Het nou wel horen. Dan lees ik de zin daar praten de vogels hun snaveltjestaal. Ik vraag aan de kinderen of iemand voor zou kunnen doen, waar hij aan denkt bij de snaveltjestaal. Daarna geef ik nog een ander kind de beurt die een ander geluid kan maken, wat ook snaveltjestaal zou kunnen zijn. Dan lees ik de zin vertellen de kikkers hun drabbelverhaal.Ik geef wederom kinderen de beurt om het geluid van een kikker na te doen. Dan lees ik de zin blub, blub zegt het water, maar dat doet de vis. En dan laat ik alle kinderen, zacht het geluid maken van de vissen. Vissen maken tenslotte geen hard geluid. Dan hang ik op het bord een plaat, waarop een plaatje staat van een kikker en het woord kwak. Het woord kwak is verschillend van grootte. Ik vraag aan de kinderen of ze misschien weten wat dat betekent. Het harder klinkende geluid wordt uitgebeeld door het grote woord, en als het kleiner wordt, wordt het geluid ook zachter. Ik doe het vervolgens een keer voor. Daarna vraag ik of een kind, dat misschien ook zou kunnen. Eerst laat ik het een paar keer een kind doen, en vervolgens doen we het met de hele klas. Zo heb ik drie verschillende bordplaten, waarbij dus steeds een andere volgorde is van hard en zacht. Als we alle drie de bordplaten apart hebben uitgesproken. Doen we ze nou in een keer. Eerst Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl doen we het klassikaal, daarna verdeel ik de klas in 3 groepen. In het gedichtje stond ook het geluid van de bromvlieg. Ik vraag aan de kinderen of ze eigenlijk weten wat voor geluid een bromvlieg maakt. Een zoemend geluid. Daarna schrijf ik op het bord. ZZZZZZZZZZZZZ (grote z, klinkt dus hard) Daarna de kleine zzzzzzzzzz (klinkt dus zacht) Ik vraag weer een kind, om dit voor te doen. Daarna doen we het klassikaal. Daarna maak ik een tekening op het bord om het van hard naar zacht te laten klinken en andersom. Dit doen dus eerst weer een paar kinderen individueel voor en daarna gebeurt het dus weer klassikaal. Ook mag een kind een grafische notatie op het bord komen tekenen en moet de rest van de klas, deze nazeggen, dus met de zzzzz. Het kind, moet wel wisselen van hard en zacht, maar maakt niet uit in welke volgorde. Dit doen we een paar keer. Daarna vraag ik aan de kinderen of ze nog weten welke dieren ook al weer in het gedicht naar voren kwamen. De kinderen mogen van deze dieren er eentje uitkiezen. Ik maak met de kinderen de afspraak dat ze goed naar mijn handen moeten kijken. Ik maak de volgende afspraken. Zolang mijn handen tegen elkaar zijn, is het stil. Wanneer mijn handen een klein stukje uit elkaar zijn, mogen de kinderen zachte geluiden maken. Wanneer mijn handen verder uit elkaar gaan, worden de kinderen steeds harder. En wanneer de handen weer tegen elkaar zijn is het stil. We laten dit eerst een kind voordoen, om te kijken of het duidelijk is. Daarna mag heel de klas meedoen. Ik geef als het goed is ook kinderen de beurt om voor de klas te komen en dan aan te geven met hun handen. Wat heb ik nodig? Bandje met kikkergeluiden erop. Bandje met het liedje van de bromvlieg erop Bordplaten van de kikker. Bord, voor de bromvlieggeluiden op te zetten. Stereo Evaluatie: Ik kijk of de symbolen duidelijk zijn voor de kinderen, weten ze nou goed waarbij ze gebruik moeten maken van hard en waarbij van zacht geluid. Merk je na het spelen en bespreken van de opdrachten. Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Motivering van de leertaak De kinderen hebben een hele belangrijke taak binnen deze les, zijn namelijk erg actief met de stof bezig. Ze mogen namelijk aan de hand van hun stem hard en zacht laten horen en het sluit ook wel aan bij hun belevingswereld. Het gaat namelijk over dieren. Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl Reflecterende handeling deze na uitvoering van de activiteit Copyright © 2000 - 2001 Lesidee. Alle rechten voorbehouden. Voor meer lesideeën: ga naar www.lesidee.nl
|