 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
ben je thuis?" Uil kwam heel slaperig naar buiten. "Ja, wat is er Klein Konijn?
Is alles goed met je nieuwe huis?"
"Ja met mijn huis is alles goed, Uil, maar ik voel me niet zo lekker. Ik dacht
dat jij misschien wel zou weten hoe dat komt. Gisteren was alles nog goed en
nu heb ik nergens zin in.
Lied 1
"Oh," zei de Uil, die nu pas naar beneden keek. Eerst begon hij te lachen.
"Ja, Klein Konijn," zei hij toen, "ik denk dat ik wel weet waarom je nergens zin
in hebt. Heb je vanmorgen al in de spiegel gekeken?" Nee, dat had Klein
Konijn nog niet gedaan.
"Je hebt de mazelen, Klein Konijn," zei Uil.
" Je bent ziek, dus ga maar terug naar huis en in bed liggen. Dan kom ik
straks even kijken hoe het met je gaat."
Klokkenspel
(K1)
'Mazelen', dacht Klein Konijn en 'ziek'.
Klokkenspel
(K1)
Waarom moest Uil dan zo lachen? Klein Konijn vond het zelf helemaal niet
leuk. Thuis keek hij in de spiegel en schrok wel een beetje. Hij zat helemaal
onder de rode vlekjes.
Dat zullen de mazelen zijn, dacht Klein Konijn.
Hij ging weer in bed liggen, zoals Uil had gezegd. En omdat hij niks te doen
had ging hij mazelen tellen. Bij het vijfentwintigste vlekje kwam Uil binnen.
"Zo, Klein Konijn, lig je lekker?" Maar natuurlijk lag Klein Konijn niet lekker
want hij was ziek.
Lied 2+
cinelli
"Je moet veel drinken, Klein Konijn, dan word je snel beter. Ik zal een glas
water voor je halen."
Een beetje verveeld lag Klein Konijn in bed en Uil zat ernaast. "Ik kan niet
slapen Uil," zei Klein Konijn. "Ga dan maar schaapjes tellen, Klein Konijn." "Ik
zie helemaal geen schaapjes, maar wel mazelen." En hij begon te tellen.
Lied 2 +
cinelli
Bij tien begon Uil mee te tellen en hij viel al snel in slaap. Klein Konijn was
alweer bij vijfentwintig en wist niet wat daarna kwam. Slaap had hij nog
steeds niet, maar hij moest nu wel stil zijn, want Uil sliep.
Na een tijdje werd Uil wakker. "Ik voel me niet zo lekker, Klein Konijn," zei hij.
En ja hoor, ook Uil had de mazelen. "Nou, kom er dan maar bij liggen, Uil,
dan zijn we wel samen ziek."
Lied 1
Xylofoon en klokkenspel
X1
Met de noten mi, fa, si en do wordt de spanning opgevoerd. Je kan ze tegelijk(mi+fa,
si+do) bespelen of door elkaar.
X2a
Idem als X1 maar bij het woord “gelukkig” klinken tegelijk fa+si en daarna mi+do.
X2b
Idem als X1 maar vanaf “maar zag nu dat het gewoon…” klinken tegelijk fa+si en
daarna mi+do.
X3
Idem als X1 maar het tempo vertraagt als Klein Konijn in slaap valt.
K1
Vrij spel op het klokkenspel op de pentatoniek van do (do, re, mi, sol en la)