 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
Ik-vorm
Stap1 Haal –en van het werkwoord af.
Stap 2 Bekijk nu de laatste letter.
Staat hier een V, dan maak je hier een F van,
Staat er een Z , dan maak je hier een S van
Stap 3 Lees het woord dat er nu staat.
Staat er een letter te veel ( bijvoorbeeld,zett) dan haal je die weg
Staat er een letter te weinig ( bijvoorbeeld gef) dan zet je die erbij.
Stap 4 Lees voor de laatste keer je woord, klopt het echt?
Dan kun je nu de goede vorm zoeken.
Ik-vorm
Stap1 Haal –en van het werkwoord af.
Stap 2 Bekijk nu de laatste letter.
Staat hier een V, dan maak je hier een F van,
Staat er een Z , dan maak je hier een S van
Stap 3 Lees het woord dat er nu staat.
Staat er een letter te veel ( bijvoorbeeld,zett) dan haal je die weg
Staat er een letter te weinig ( bijvoorbeeld gef) dan zet je die erbij.
Stap 4 Lees voor de laatste keer je woord, klopt het echt?
Dan kun je nu de goede vorm zoeken.