 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
Titel:
Als ik van school ga, dan…
Groep: 8
Beginsituatie met het oog op het voorgenomen activiteitenaanbod:
De leerlingen hebben net de CITO- toets gemaakt dus hun ideeën over de toekomst zitten
hevig in hun hoofd. Wat en hoe wil ik verder?
Bedoeling/ Wat kinderen kunnen leren:
Kennis:
Wat wil ik in de toekomst en waarom? Wat zijn mijn mogelijkheden bij mijn interesses?
Vaardigheden:
Beargumenteren eigen mening, nadenken over eigen toekomst, stellen en spellen.
Tijd
Inhoud van de les
Did.
werkvormen
en middelen
Organisatie
5
min
30
min.
5
min.
- Inleiding: We hebben net de CITO gehad en dit heeft
jullie vast aan het nadenken gezet over wat jullie later
zouden willen gaan doen. Wat vinden jullie leuk? Ben je
bijvoorbeeld gek op dieren of baby’s? Of vind je
computers helemaal te gek?
- Kern: Nu wil ik graag van jullie weten wát er gaat
gebeuren, of wat je wilt dat er gaat gebeuren als je van
school gaat, straks. Dit ga je opschrijven. Je begint je
opstel met de zin: ‘als ik van school ga dan…’ en je
maakt gebruik van een inleiding (de zin afmaken, dit mag
meerdere mogelijkheden bevatten) een kern (wáárom zou
je dit willen, of het zal gaan lukken, hoe graag je iets wil,
dit moet uitgebreid!) en een slot (conclusie, dus als ik van
school af ga dan…) Je maakt eerst een klad en hierna een
net exemplaar.
- Slot: de opstellen worden ingeleverd en misschien is er
nog tijd om een aantal voor te laten lezen?
De inleiding
doen we
klassikaal.
Iedereen
luistert.
De kern van de
les is
individueel en
persoonlijk. De
leerlingen
hebben dus
elkaars hulp
weinig nodig.
De leerlingen
kunnen op
hun eigen
plek blijven
zitten en
denken
ondertussen
misschien na
over hun
eigen
toekomst. In
de kern
mogen de
leerlingen
aan de slag
met het
opstel. En bij
het slot
worden alles
ingeleverd en
luistert
iedereen naar
wat er
voorgelezen
wordt.