Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 4 
Next page End  

Lesfase
Tijd
Leerinhoud
Didactische aanpak, organisatie en middelen
Opmerkingen mentor / PSL
Inleiding
Uitleg
Begeleide
inoefening
Zelfstandige
verwerking
Evaluatie
5 a 10 minuten
5  minuten
5 minuten
30 minuten
10 minuten
* Griezelen
* Sfeer 
griezelgeluiden
gevoel bij geluid
geluiden op cd
gevoel
Werkblad invullen
Verhaal
Welk fragment heb je
gekozen?
Verhaal voorlezen
Ik begin met de vraag: als jullie aan griezelen denken, waar
denk je dan precies aan?
Hoe zouden we het hier in de klas eens heel eng kunnen
maken? ( lampen uit, zonnewering naar beneden, etc. )
Ik steek ) als dat mag ) waxinelichtjes aan met de kinderen, en
samen maken we de klas zo in een “griezelsfeer”. ( vraag de ll.
evt. wat is sfeer precies??? )
Dan stel ik de vraag: wie heeft er wel eens een griezelfilm
gezien die je echt eng vond? Wat gebeurde er in deze film?
Welke geluiden hoorde je? ( waarschijnlijk komt het onderwerp
“geluiden” vanzelf naar voren ) Hoe voelde je je tijdens die
film? En bij die geluiden?
Ik leg nu de les verder uit. Ik vertel dat ik een cd met geluiden
heb meegenomen en dat iedereen straks een werkblad krijgt.
De geluiden zijn allemaal verschillend ( ik laat er vier a vijf
horen ) Dan laat ik het werkblad uitdelen en leg het uit. ( hoe
gaan de opdracht in z’n werk )
Ik vraag of er nog onduidelijkheden zijn wat betreft het
werkblad. Dan vertel ik dat we na het werkblad nog allemaal
een kort verhaal gaan schrijven bij een van de geluiden.
Ik laat de geluiden op cd horen. Per geluid ga ik na: wat voel je
hierbij? Hoe klinkt het geluid/ de muziek? Waar denk je aan
als je dit hoort? Dit doe ik dus klassikaal.
Hierna laat ik de geluiden nog eens horen en laat de ll.
aansluitend het werkblad individueel invullen ( met nadruk op
individueel ) Na het werkblad gaan de ll. een kort verhaal ( half
A- viertje ) schrijven bij een van de fragmenten. 
Ik laat de fragmenten nog een keer horen en nummer ze van
een tot vier/ vijf. De ll. zetten bovenaan hun blaadje het
nummer van het fragment en schrijven dan een verhaal.
Ik laat de ll. stoppen met schrijven, en vraag een aantal ll. ( of
ze bieden het zelf aan ) te vertellen waarom ze hun fragment
hebben gekozen en wat ze geschreven hebben. Ik laat hen
ook het verhaal voorlezen. Ik vraag de andere ll. hierop te
reageren. Voel jij hetzelfde bij dat fragment als…? Wat heb jij
geschreven? Ik laat hierbij zoveel mogelijk ll. aan bod komen.