Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Het gaat hoe langer hoe sneller
Het begon allemaal met de uitvinding van het wiel. In de natuur komt het wiel niet voor. Deze
ronde vorm die kan draaien, is door de mens gemaakt. Het wiel en direct daarmee te maken ,
de as, heeft ons leven helemaal veranderd. Het was een heel bijzondere uitvinding.
Vanaf + 2500 v Chr. werd het transport per wiel toegepast. Veelal vond dit vervoer plaats met
voertuigen die maar twee wielen bezaten. Denk maar eens aan de Romeinen met hun lichte
wagens. Deze wagens werden nog voortgetrokken door paarden. Er ontstond een nieuw
beroep: de wagenmaker. Hij maakte nieuwe wielen en repareert oude wielen van rijtuigen en
karren.
Uit olmenhout kerft hij meestal de naaf, het middenstuk van het wiel. De spaken maakt hij
van eikenhout en de velg van stukjes essenhout. Ten slotte slaat hij er een ijzeren band
omheen, die het wiel nog steviger maakt. In de loop van de tijd zijn er voertuigen ontwikkeld
met drie of
vier wielen.  Na verloop van tijd heeft iedereen zijn 
eigen rijtuig of kar: brandweermannen, postbodes, 
handwerkslieden en handelaars.
Een nieuwe ontwikkeling vindt plaats: de fiets.
De fiets wordt steeds geavanceerder en sneller en door de uitvinding van tandraderen en
zwengels worden motoren ontwikkeld. In de 18
e
eeuw wordt de stoommachine uitgevonden:
een nieuwe kracht zet de wielen in beweging. Eerst drie, dan vier wielen op de grond en één
tussen je handen: de auto verovert ons dagelijks leven. Vernieuwende uitvindingen zorgen
ervoor dat alles soepeler gaat lopen. Aan de wielen worden steeds hogere eisen gesteld.
Kogellagers, remmen, veringen, spaken en veel meer toepassingen zijn voorbeelden van
steeds betere technieken toegepast in de basisuitvinding: het wiel.
In de komende lessen zul je iets meer te weten komen over een aantal toegepaste technieken
die met dit wiel te maken hebben.