Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 4 
Next page End  

Student: Hilke van Keulen
Jaargroep: 2
Stageschool:
Groep: 1/2
Mentor:
Vak/onderwerp: LIM, voorlezen/levensbeschouwelijk gesprek pesten
Datum:
Voor de student:
Aandachtspunten deze week                               Actiepunten deze les
Duidelijk voorlezen.
Niet te veel aan het woord zijn.
= op een rustig tempo voorlezen, moeilijke
woorden uit leggen of uit laten leggen.
Voldoende rustpauzes nemen.
= de kinderen ook veel laten vertellen. Met
name tijdens het inleidend en het
levensbeschouwelijk gesprek. 
Voor de kinderen:
Lesdoel: wat moeten zij na de les kunnen/kennen?
Aan het einde van de les kunnen de kinderen zich inleven in het verhaal en kunnen zij hun
eigen gevoel en ervaringen onder woorden brengen. Tevens leren zij zich realiseren wat de
waarden en normen zijn.
Beginsituatie: welke betekenis heeft deze les voor de kinderen? Wat tref ik aan op het
gebied van organisatie? Wat moeten de kinderen kennen/kunnen om mijn les te kunnen
volgen?
Ik verwacht dat deze les veel betekenis heeft voor de kinderen omdat pesten een onderwerp
is dat in alle scholen wel ter sprake komt en het merendeel van de kinderen er wel ooit mee te
maken krijgt of heeft gehad.
Op het gebied van organisatie moet ik ervoor zorgen dat de kinderen in een goede
kringopstelling zitten. Ik zorg ervoor dat er geen kinderen naast mij zitten, anders kijken ze
steeds mee in de plaatjes. Ik zorg ervoor dat ik de plaatjes aan alle kinderen tegelijk laat zien. 
Om mijn les te kunnen volgen moeten de kinderen goed luisteren naar het verhaal.