Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Copyright © 2004 Geoffrey Reemer – www.meestergeoffrey.nl
Copyright © 2004 Geoffrey Reemer – www.meestergeoffrey.nl 
Het woordenboekspel
Groep 5-6 - Taal
Benodigdheden:
Per groepje een woordenboek. 
Losse blaadjes. 
Dit grappige spel dat in groepjes gespeeld wordt heeft als doel om kinderen vertrouwd te maken met het vinden van
betekenissen bij woorden. Ook het begrip "woordenboekentaal" komt aan bod, want het is de bedoeling dat
kinderen zelf betekenissen gaan verzinnen voor woorden, waarbij ze zoveel mogelijk woordenboekentaal
gebruiken. Het is handig als kinderen bij dit spel al eerder met het woordenboek gewerkt hebben.
Spelregels:
Je hebt in je groepje een woordenboek. Als je aan de beurt bent, zoek je een gek woord op, dat de anderen
waarschijnlijk niet kennen. Daarna moeten alle deelnemers op hun blaadje schrijven wat ze denken dat het
betekent. Zelf schrijf je de juiste betekenis op je eigen blaadje. Als iedereen klaar is, haal je de blaadjes op. Je
schudt ze door elkaar en leest ze door. Daarna lees je alle betekenissen voor, ook je eigen. Laat niet merken op
welk blaadje de goede betekenis staat.
Jij weet natuurlijk welke betekenis de goede is, maar de anderen moeten het raden. Wie het goed heeft geraden
krijgt één punt. Als de anderen denken dat een bedachte betekenis goed is, krijgt degene die het bedacht heeft ook
een punt, zelfs als het de verkeerde betekenis is (want dan heeft hij het knap geschreven, in woordenboekentaal).
De punten worden genoteerd en dan geef je het woordenboek aan de volgende. Die is dan de spelleider. Een
spelleider kan dus geen punten verdienen. Als iedereen een keer spelleider is geweest, tel je de punten bij elkaar
op. Wie de meeste punten heeft is winnaar.