Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 9 
Next page End  

Bord: Ba-bóng
lange tong; op spoel; naast stoel
Ba-bánd
grote hand; handschoen van tafellaken
Ba-boet
dikke voet; niet door de deur
Ba-boon
gewoon
Opdracht 1: luister nog een keer goed naar het gedichtje. Schrijf op wat er
over iedere koning verteld wordt.
Kern
Bord: ORREKIEDOR
Opdracht 2: Hoe ziet een Orrekiedor er uit?
Gedichtje van Annie M.G. Schmidt voorlezen
De Orrekiedor
In het land van de Orrekiedorren,
daar zijn ze allemaal gek.
Daar hebben ze groene snorren
en vlaggetjes in hun nek.
Daar hebben ze koperen tenen 
en veren op hun hoofd.
Ze eten er kiezelstenen,
met boter en suiker gestoofd.
Als je iemand ziet flaneren
met een grote groene snor,
en een hoofd vol wuivende veren,
dan is het een Orrekiedor.
Vragen voor de kinderen:
-
hoe zou je een Orrekiedor tekenen?
-
Welke kleuren zou je gebruiken?
Opdracht 3:teken jouw Orrekiedor.
Afsluiting: drie lln naar voren laten komen om hun tekening te laten zien.
De tekening van Fiep Westendorp laten zien. Die bij het gedicht hoort.