Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Schrijf het nummer van de zin bij het plaatje.
dfs 
1.
Piet staat bij de zak.
2.
Een klomp met een peen.
3.
Piet draagt pakjes.
4.
Een zak vol speelgoed.
5.
Sint heeft een bril op.
6.
Het paard van de Sint.
7.
Een pak met een strik.
8.
De staf van de Sint.
9.
Piet doet ssst……...
10.
Daar komt de stoomboot.