 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
Voeten:
Maar eigenlijk is het wel redelijk koud. En het heeft daarstraks ook
geregend, kijk maar hoeveel plassen er zijn!
Laarzen:
Gelukkig dat ik mijn dikke warme laarzen heb aangetrokken, hier kan
ik mee in de plassen stappen zoveel ik wil, zonder dat mijn voeten
nat worden.
3.
Voetje wil ook warme schoenen
Voeten:
Ja, dat is waar. Ik wou dat ik ook zo’n warme laarzen had, (droevig)
maar ik heb geen laarzen.
En nu ik hier zo op mijn kousen door al die plassen en modder stap,
krijg ik het wel vreselijk koud. Dat vind ik helemaal niet leuk?
Laarzen:
Ik zou je mijn laarzen wel willen geven, maar dan heb ik koude
voeten en dan word ik misschien ziek. En ziek zijn vind ik niet leuk.
Voeten:
Maar wat moeten we dan doen? Ik wil ook niet ziek worden! Ik heb
zo’n vreselijke koude!
Laarzen:
Ik weet het, we gaan laarzen zoeken voor jou, dan kunnen we verder
wandelen zonder jouw gezeur!
Voeten:
Oh ja, dat vind ik een geweldig goed idee.
Laarzen:
Zeg maar, waar kunnen we hier ergens laarzen vinden?
Voeten:
Tja, dat weet ik ook niet, mmmm eens even denken.
Laarzen:
Normaal kopen wij schoenen in de schoenenwinkel maar ik heb geen
geld bij dus dat gaat niet.
Voeten:
Maar kijk daar eens, daarboven op die kast!
KLS KIJKEN IN HET ROND
Laarzen:
Op welke kast?
Voeten:
Daar, op die bruine kast, daar staan sandalen op.
Laarzen:
Oh ja, kijk eens wat een mooie sandalen. Maar nu hebben we nog
altijd een probleem.
Voeten:
En wat zou dat probleem dan wel zijn?
Laarzen:
Ah, die schoenen staan daar wel, maar we kunnen er niet aan!
Voeten:
Maar dat is toch niet erg! We vragen gewoon aan deze kinderen of
ze ons die schoenen willen geven.
Laarzen:
Ja, dat is een goed idee. Zeg X, wil jij die schoenen eens aan mij
geven?
KLEUTER GEEFT DE SANDAAL
Voeten:
Zeg maar, eigenlijk hé, kan ik zo nog geen schoenen aantrekken.
Laarzen:
Misschien willen die lieve kinderen daar ook mee helpen?
Voeten:
X zou jij mij eens willen helpen?
KL HELPT VOETJE