Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Beginsituatie:
De kinderen weten dat in deze week het thema heksen centraal staat. Ze weten hoe een heks
eruit ziet en wat een heks is. Deze week gaan we met dit onderwerp aan de slag.
Doel:
Het doel van de les is algemene ontwikkeling en ontwikkelen van de woordenschat door
middel van het aanleren van een liedje. Ze leren hun stem te gebruiken op een andere manier
dan spreken.
Opzet:
Ik wil met de kinderen in de kring gaan zitten en vertel dat we een heksen lied gaan leren
zingen. Ik zing het lied eerst voor. Ik zing het dan nog een aantal maal totdat ik denk dat de
kinderen de tekst een beetje begrijpen en kennen. Hierna doe ik elke keer 1 zin voor en dan
mogen de kinderen het nazingen. Na 4 regels herhaal ik de 4 regels in zijn geheel een aantal
keer zodat ze zich het lied goed eigen maken. 
Heel langzaam leer ik ze op de manier een liedje aan. Je kunt dit iedere dag een paar keer
doen.
Het ligt eraan hoe het gaat en aan de hand daarvan bekijk ik hoe vaak ik het moet oefenen en
hoe ik het ze het beste aan kan leren.
Bij het oefenen van het lied kunnen we ook gaan staan en heksen gebaren doen, wat het
leuker, maar ook spannender maakt voor de kinderen.
Tijdsduur:
Ik denk dat als ik het aanleer, dus de eerste keer er wel een half uur mee bezig ben.
Het ligt er ook aan hoe goed het gaat. 
Gaat het nu erg goed dan heb ik nog een liedje, ik heb er namelijk 2 maar dat ligt helemaal
aan de kinderen.