 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
Beginsituatie
Kinderen hebben wel eens een conflict meegemaakt. Ze hebben zelf wel een keer een
meningsverschil gehad.
Doel
Kinderen moeten leren om zich in een ander te plaatsen, te weten wat die ander voelt.
Inleiding (± 8 min)
Praten met de kinderen over conflicten. Vragen of ze weten wat het betekent en ze het
woord laten uitleggen. Ze mogen vertellen als ze dit zelf een keer me hebben gemaakt.
(Eventueel een stukje film laten zien waarin een conflict voorkomt.)
Kern (± 13 min)
Kinderen krijgen een papiertje waarop een conflict staat. Zij spelen dit met twee- of met
drietallen. De bedoeling ervan is dat ze niet 'ja' en 'nee' gaan roepen maar redeneren
waarom wel/niet. Ze moeten redenen geven en aan het einde van het stukje moet er door
een of door beide personen worden toegegeven. (COMPROMIS)
Evaluatie (± 15 min)
De kinderen laten het stukje zien voor de klas.
Deze les is gemaakt door Jolanda Louwers.