Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 7 
Next page End  

Lesopzet
Inleiding (15 minuten):
Klassengesprek
We beginnen de les met een klassengesprek. Het gesprek gaat over sterren en planeten. Laat
de kinderen eerst iets vertellen over hun ervaringen.
Kijken ze wel eens naar de sterrenhemel? 
Wat zie je dan allemaal?
Hebben ze thuis misschien een sterrenkijker?
Andere ervaringen met sterren kijken?
Etc.
Vervolgens gaat u de vragen specifieker stellen:
Wat is het verschil tussen een ster en een planeet?
Hoe zien planeten er uit?
Welke planeten ken je?
Kun je ook iets vertellen over die planeet? (kleur, afstand tot de aarde, grootte etc.)
Verschil tussen sterren, planeten, kometen en meteoren
Bekijk gezamenlijk een aantal afbeeldingen van sterren en planeten, en zo mogelijk van
kometen en meteoren. Leg de kinderen, zo mogelijk aan de hand van voorbeelden, het
verschil tussen de bovenstaande begrippen uit:
Planeet:
een planeet cirkelt net als de aarde rond de zon. Alle planeten verplaatsen zich
voortdurend langs hun ellipsvormige baan rond de zon.
Komeet:
bevroren restjes die 5 miljard jaar geleden zijn gevormd (toen ook de zon en
de planeten ontstonden). De zwaartekracht van een voorbijtrekkende ster kan
kometen loswrikken uit hun vaste plaats in het heelal. 
Ster:
een licht uitstralend hemellichaam. Sterren zijn ontstaan in uitgestrekte 
gaswolken die men nevels noemt.
Meteoor:
wordt ook wel een ‘vallende ster’ genoemd. Een meteoor is een brokje
kosmisch materiaal dat opbrandt wanneer het in de atmosfeer van de aarde valt.
De brokjes worden afgeschud door oude kometen.
Uitleg van de techniek: bellenblaasplaneten
De kinderen krijgen straks voor zich verschillende bekers met daarin een mengsel van verf,
water en afwasmiddel. Iedere beker bevat een andere kleur. Het is de bedoeling dat de
kinderen zodirect met een rietje in de bekers bellen gaan blazen. Om mooie planeten te
maken moeten de volgende stappen gezet worden:
Zet een rietje in de beker en blaas erdoor tot de zeepbellen boven de rand uitkomen.
Leg een stuk papier op de bellen en druk er zachtjes op.
Til het papier vervolgens recht omhoog van de beker af. Laat het drogen.
Probeer het met verschillende kleuren verf en verschillende kleuren papier. Je krijgt een
bijzonder resultaat als je de verschillende kleuren over elkaar afdrukt.
Laat alles goed drogen. Maak tussendoor de sterrenhemel (zie hieronder).
Knip de zeepbelafdrukken uit. Dit zijn de planeten. Je kunt deksels en doppen
gebruiken om planeten van verschillende grootte te maken.
Plak de planeten op je sterrenhemel.
Terwijl de zeepbelafdrukken aan het drogen zijn kunnen de kinderen werken aan de
sterrenhemel. Hiervoor nemen ze een vel zwart papier, waarop ze met witte plakkaatverf
punten zetten. Dit zijn de sterren. Ook kunnen de kinderen duimafdrukken op het blad zetten,
dit zijn de meteoren. Door de witte verf uit te vegen ontstaan kometen. 
Laat de kinderen zo nodig gebruik maken van een instructiekaart.