 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
Wat heb je nodig?
- Engels karton
- Wol in verschillende kleuren en texturen
- Bakjes om geknipte wol in de doen.
- Scharen/prikpennen, lijm.
Doel
De leerlingen kunnen de textuur van hun eigen trui beschrijven. De kinderen kunnen het begrip
textuur toepassen op hun werkstuk. De kinderen kunnen prikken en/of knippen en wol plakken.
Voorbereiding
- Teken op engels karton een trui (gebruik eventueel een baby- of kindertrui als mal)
- Knip de wol in kleine stukjes van verschillend lengte.
-
Trek zelf zomerkleren aan voor het begin van de les.
Inleiding
Ik ben de les begonnen door in de kring te gaan zitten koukleumen. Naar aanleiding van de
opmerking dat je het koud hebt breng je het gesprek op wintertruien.
De kinderen bekijken en bevoelen hun eigen trui en die van elkaar. Je vergelijkt de verschillende
texturen van de verschillende truien.
Kern
De kinderen smeren lijm op het karton en beplakken de trui met verschillende kleuren wol.
Dit biedt mogelijkheden: welk kind kan een patroon op de trui maken?
Afsluiting
Verschillende truien bekijken.