Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Wat heb je nodig?
· Tekenpapier
· Potloden
· Kleurpotloden
· 2 voorwerpen van dezelfde grootte (bijv. beer en een doos)  
 
 
 
Onderwerp
Erop, erin, ernaast.  
 
 
 
Inleiding (± 8 min) 
Leg de opdracht uit en laat een voorbeeld zien (zie tekenvaardig). De kinderen tekenen na wat ze te
zien krijgen. De twee voorwerpen worden van positie veranderd en de kinderen moeten dit
naschetsen. Het gaat vooral om het schetsen. Ze proberen de hoofdzaken te zien; proberen te
plaatsen, waar het licht en donker moet zijn.   
 
 
 
Kern (± 40 min) 
De kinderen gaan aan het werk. Ze delen hun blaadje in vieren. Dan kunnen ze alle aanzichten op
hetzelfde papier tekenen. Na ± 10 minuten wordt er gewisseld van aanzicht.   
 
 
 
Evaluatie (± 10 min) 
Bespreken van:
Hoe was de opdracht?
Let op de tekeningen: Wie heeft er geschetst?  
 
Deze les is gemaakt door Jolanda Louwers.