Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 7 
Next page End  

Opdrachtkaart 1
Er is voor iedereen een eigen werkblad.
Schrijf op het werkblad eerst je naam en je klas.
1.
Onderzoeksvraag : 
Waar zitten de zwaartepunten van jouw hefbomen?
2.
Wat heb je nodig?
stuk karton
3 splitpennen
schaar
3.
Wat ga je doen?
Als je in de lente de tuin in orde wilt maken, moet je vaak zwaar werk doen. Een
hefboom is een eenvoudig werktuig dat het makkelijker maakt om iets op te tillen. Er zijn
drie soorten hefbomen.
Een schop is een voorbeeld van de eerste soort hefboom. Het punt waarom de hefboom
draait (het draaipunt), zit tussen het punt waar je kracht zet en de lading aan de andere
kant.
De meeste hefbomen zijn van deze soort, omdat je er makkelijk dingen mee kunt
optillen. 
Een kruiwagen is en tweede soort hefboom. Het draaipunt zit aan één uiteinde, de lading
ligt in het midden en je zet kracht aan het andere uiteinde.
Bij een derde soort hefboom zit de lading aan één uiteinde, het draaipunt aan het andere
uiteinde en wordt kracht gezet in het midden. Onze armen kunnen zo'n hefboom zijn.
Met deze derde soort is het niet zo makkelijk om iets op te tillen als met de twee andere.
Het is de bedoeling dat jij ook drie van deze hefbomen gaat maken. 
1. Je gebruikt een groot stuk karton voor de ondergrond.
2. Knip een paar stroken karton voor de hefbomen.
3. Maak de stroken met de splitpennen aan de ondergrond vast. Maak van alledrie de
soorten hefbomen één.
4. Schrijf op elke strook waar de lading zit en de kracht wordt gezet. Geef met pijlen aan
in welke richting wordt bewogen. Vul dit ook in op werkblad 2.
Maak tevens een lijst van alle hefbomen die je thuis, in de tuin en op school tegenkomt.
Wat wordt er met die hefbomen gedaan? Vul dit in in het schema op werkblad 2.