Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Wat heb je nodig?
Je hebt nodig, papier om op te tekenen
Potloden
Constructiemateriaal (lego, blokjes)  
 
 
 
Inleiding 
We beginnen met een kort inleidend gesprekje.
Daarin gaan we uitvinden wat de kinderen al kunnen met het materiaal?
Wat hebben ze al gemaakt met het materiaal?
Wat waren hun ervaringen ermee?
Weten ze hoe een werkstukje is opgebouwd?
Waar denk je dat de tekening voor is?
Kun je een bouwwerk maken zonder plaatje? Twee achter elkaar hetzelfde?
enz.  
 
 
 
Kern 
Als je eenmaal weet wat je kan doen, dan ga je verder met de kern.
In de kern laten we de kinderen eerst iets maken van een plaatje.
Als dat allemaal goed gaat bespreek je hoe ze naar de tekening hebben gekeken tijdens het
bouwen. Om ze te laten beseffen hoe zo'n plaatjes is opgebouwd stap voor stap.
Dan komt de hoofdopdracht. Dit is dat de kinderen iets bouwen en tijdens het bouwen stap
voor stap een tekening maken zodat een ander het werkstuk precies na kan maken. De
kinderen kijken elkaars werkstukken dan ook na. En kijken dan samen waar de fout zit, of in
de tekening, of in het bouwsel. Als er iets fout is dan proberen ze het samen te maken, niet
de een voor de ander.  
 
 
 
Evaluatie 
De afsluiting hoeft geen uren te duren, de kinderen hebben namelijk samen al geëvalueerd,
dus ze hebben er al over gepraat.
Je laat ze nog eens verwoorden naar de klas, wat een goede bouwtekening zeker moet
hebben.
En wat de kinderen voor verschillende manieren van tekenen hadden bedacht.
Ook laat je de kinderen vertellen wat ze vonden van de bouwtekening die ze moesten
maken, of er problemen waren.