Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Wat heb je nodig?
- Voorleesverhaal over de Islam.  
 
 
 
Doel 
De leerlingen kunnen gezamenlijk tot een oplossing kunnen komen over hoe een godsdienst eruit kan
zien, daarbij kunnen de kinderen:
- Hun mening beargumenteren.
- Overeenkomsten en verschillen tussen godsdiensten herkennen en benoemen.
- Het verband begrijpen tussen eventuele actuele thema's of andere lessen (geschiedenis, taal etc.)  
 
 
 
Inleiding 
De les wordt ingeleid met een verhaal over de gewoontes van de islam. Na het verhaal bespreekt de
leerkracht met de klas wat de gewoonten zijn van de Islam, dit vraagt hij ook aan de klas over het
christendom, jodendom en andere geloven (al dan niet in de klas aanwezig). De leerkracht kan vragen
naar het soort gebouw, de regels, tradities e.d. daarnaast vraagt de leerkracht ook naar de
achterliggende gedachten van godsdiensten.  
 
 
 
Kern 
Vanuit de inleiding kan ook gesproken worden over het hebben van een eigen godsdienst of geloof
voor jezelf. De leerkracht laat de leerlingen daar eerst individueel over nadenken en vervolgens zullen
zij in groepjes een eigen godsdienst gaan ontwerpen. Deze godsdienst moet niet alleen kenmerken
hebben over de buitenkant (kleding, literatuur, gebouw e.d.) maar de kinderen moeten ook nadenken
over de normen en waarden van hun geloof of godsdienst, die iets zeggen over de buitenkant.  
 
 
 
Evaluatie 
Nadat de leerlingen in groepjes een aantal punten opgeschreven hebben, zullen deze kenmerken
klassikaal besproken en bekritiseerd worden.  
 
Deze les is gemaakt door: Lotte van Kempen