Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Inleiding 
Ik begin bij een klein spel en daarna gaan de kinderen houdingen uitbeelden en moet de rest
raden welke houding het is. 
Ik kies voor een ruimte zonder al te veel obstakels, en waar de groep genoeg bewegingsruimte
heeft.
Als we met een spel beginnen doe ik het eerst voor zodat de kinderen weten wat de bedoeling
van het spel is.
Voor deze activiteiten heb ik materialen nodig. Ik moet wel even op een briefje verschillende
dingen schrijven die de kinderen aan de klas kunnen uitbeelden. Hierbij denk ik aan beroepen,
dieren, of houdingen van mensen.  
 
 
 
Kern 
We gaan beginnen met het voortbewegen. Dit doen we met het spel "Schipper, mag ik
overvaren, ja of nee…". De eerste paar keren ben ik de schipper totdat de kinderen in de gaten
hebben hoe het spel moet, dan wijs ik iemand aan die schipper mag zijn. Hierna gaan we het
uitbeeld spel doen. Om de beurt mogen de kinderen iets uitbeelden. Als ze zelf een idee
hebben mag dat ook. Als ze het niet goed weten heb ik nog verschillende ideeën achter de
hand. Ik eindig weer met het spel van de poppenkraam.
Uitleg:
Inleidende opdracht: We gaan beginnen met het spel "schipper mag ik overvaren". We doen
dit wel met een schipper, maar er mag niet afgetikt worden. De schipper bedenkt de
bewegingen en leidt dan de kinderen met die beweging naar de overkant. Hierna is de
volgende aan de beurt. De kinderen kunnen op alle mogelijke manieren naar de overkant
worden gebracht. 
Hoofdopdracht: Een kind beeld een dier, een beroep, een voorwerp of een houding uit. De
andere kinderen mogen raden wat er uitgebeeld wordt. Alle kinderen krijgen een beurt.
Als afsluiting maak ik weer met de kinderen een kring en gaan we het spel 
"Ik stond laatst voor een poppenkraam" weer doen. Zo weten de kinderen dat dit het einde van
deze les weer is.
Begeleiding:
Het is verstandig om de lessen in kleine groepjes uit te voeren omdat het belangrijk is dat
iedereen veel aandacht kan krijgen.
Het is belangrijk om de kinderen te stimuleren. 
Ik blijf zelf enthousiast, zodat de groep ook minder moeite heeft om de aandacht er bij te
houden, ik probeer het enthousiasme van de kinderen zo weinig mogelijk te remmen. Ik help
waar dat nodig is.