Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Ik ben goed in...
Ga met de hele klas in een kring zitten. Laat de leerlingen 1 voor 1 opstaan en vertellen wie zij zijn en
waar zij nou héél goed in zijn. Ze moeten dit heel overdreven doen. Ze moeten echt doen alsof zij de
aller aller beste zijn. Overigens mogen zij pas beginnen als het helemaal stil is in de kring. 
vb.: Ik ben Sjakkow en ik ben gewoon het beste in het schrijven op het schoolbord. Iedereen kan dat
wel een beetje, maar niemand is daar zo goed in als ik. Gewoon perfect zoals ik op het bord schrijf.
Iedereen vindt het ook mooi zoals ik schrijf. 
Jij geeft natuurlijk het voorbeeld, daarna eventueel jouw mentor en vervolgens geef je de leerlingen
de beurt. Begin bij een leerling waarvan je weet dat hij/ zij wel als eerste zal durven. 
Wanneer iedereen geweest is vertel je dat iedereen nu nog een keer mag. Ze doen het zelfde, maar
vertellen aan het eind nog even waar zij niet zo goed in zijn. Ze moeten dat waar ze goed in zijn niet
veranderen. Ze mogen het wel nog meer overdrijven. Geef de leerlingen de luisteropdracht mee dat
ze heel goed naar de andere leerlingen moeten luisteren, omdat daar straks nog wat meegedaan
wordt. 
vb.: Ik ben Sjakkow en ik ben gewoon het beste in het schrijven op het schoolbord. Iedereen kan dat
wel een beetje, maar niemand is daar zo goed in als ik. Gewoon perfect zoals ik op het bord schrijf.
Iedereen vindt het ook mooi zoals ik schrijf. Ik ben er nu nog beter in dan daarstraks. Ik wordt steeds
beter. Maarruh ik ben niet zo goed in spelling. 
Weer begin jij en dan de leerlingen. Tot dat iedereen is geweest. 
Hierna laat je de leerlingen steeds het 'goede' (alleen het goede) van bijv. hun linker buurman
vertellen. Ook dit heel overdreven. Vervolgens mag de 'linker buurman' en zo de kring rond. 
vb.: Juf Sabrina is het allerbeste in het stellen van vragen bij Lesidee.nl. Ze kan dat zo goed dat
niemand haar daar in kan overtreffen. Ze stelt zulke goeie vragen dat maar weinig mensen antwoord
weten. Ze is er Super Super goed in. Ze is vragenstelster nummero uno...... echt waar. 
Het geldt als vanzelfsprekend dat jij de ll. moet stimuleren en ze erop wijst dat het STIL moet zijn
voordat iemand zichzelf mag profileren. Ook wanner de 'goede' eigenschap van een ander beschreven
wordt moet het stil zijn. Dit komt het luisteren ten goede. 
Voor de verwerkingsopdracht kun je leerlingen (terug) in hun tafelgroepjes laten gaan en ze voor elk
kind in dit groepje een aantal zinnen (niet te veel) te laten opschrijven waarin ze vertellen waar die
persoon goed in is. Ze moeten 
Na 10 minuten krijgt elk kind de papiertjes waarop staat waar de andere kinderen in zijn groepje
vinden dat hij/ zij goed in is. Deze zinnetjes mag elk kind uitknippen en opplakken op een gekleurd
papiertje. Zo krijgt iedereen een overzichtje van waar hij/ zij goed in is. 
Je kunt ook de hele klas 1 zinnetje bij elke leerling laten bedenken en deze op laten plakken zoals
hierboven beschreven. Het bedenken van 1 zinnetje voor veel leerlingen is makkelijker dan een paar
bij enkele leerlingen.