 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
Beginsituatie
· Kinderen hebben allemaal vaker nagetekend.
· Kinderen kunnen een potlood vasthouden.
· Kinderen weten hoe ze moeten schetsen (?).
Doel
· Kinderen hebben een tekening van hun eigen schoen waar ze tevreden mee zijn.
· Kinderen hebben in hun tekening dezelfde kleuren als de schoen in het echt heeft.
Inleiding (± 7 min)
Je laat de kinderen een voorbeeld zien van wat je wilt bereiken met ze. Heb je geen voorbeeld dan
trek je je eigen schoen uit en teken je die na. Je vertelt ze hoe ze het beste kunnen tekenen (heel dun,
potlood los in de hand houden). Waar ze opmoeten letten en dat ze de schoen op ooghoogte moeten
houden.
Je vertelt ze dat de schoen op de tekening dezelfde kleuren moet krijgen als hij in het echt heeft.
Kern (± 20 min)
Kinderen zijn aan het werk. Je kunt rondlopen en kinderen helpen, waar nodig.
Evaluatie (± 10 min)
Je kunt een tentoonstellinkje houden. Je legt de tekeningen op ieders tafel en laat de kinderen
rondlopen.
Je kunt ook een aantal tekeningen aan het bord hangen en deze bespreken. (je kunt hier het beste
tekeningen voor gebruiken van kinderen die dit ook willen).
Deze les is gemaakt door Jolanda Louwers.